Het areaal tarwe krimpt dit jaar met een forse 9,5%. Tegelijk is de oppervlakte gerst met 17% toegenomen. Vooral de zomergranen breiden dit jaar fors uit, wat geheel aan het natte najaar te wijten is. Het areaal gaat lokaal fors onderuit, tot wel 35%.
Met 23.600 hectare is akkerbouwprovincie Zeeland de grootste voorziener van wintertarwe, zo blijkt uit de data van Boer&Bunder. Daarna volgt Groningen, met 20.711 hectare. Dat is vooral te wijten aan de regio Oldambt. Met een aandeel van dik 30% (6.565 hectare) is dit gebied nog steeds de broodmand van Nederland. Op plek 3 staat Flevoland met 10.326 hectare wintertarwe. Dat is al een forse afname ten opzichte van de nummer 1 en 2.
De andere provincies zitten daar nog verder onder. Zo hebben de 7 kleinste provincies met elkaar minder areaal wintertarwe dan Zeeland alleen al. Zeeland en Groningen samen zijn goed voor 50% van het totale areaal wintertarwe in ons land.
Zomergranen ook in kleigebieden
Het grootste areaal zomertarwe vinden we in Groningen (3.448 hectare). Dat is niet ziet zo gek, omdat zowel op de klei als in de Veenkoloniën relatief veel zomergraan wordt verbouwd. Met ruim 1.800 hectare komt Zeeland hier op plek 2, nipt gevolgd door Zuid-Holland. Ook wat betreft zomergerst voert Groningen de ranglijst aan met 8.500 hectare. Daarna volgt Drenthe met 7.800 hectare. In Zeeland is dat 1.575 hectare.
In vergelijking met vorig jaar is het areaal wintertarwe in de provincie Groningen het hardste gedaald, met maar liefst 35%. Goed voor bijna 7.300 hectare. Deels wordt dit opgevangen door zomertarwe, waarvan de teelt met 122% toenam. Die fikse daling is logisch te verklaren. Op de zware kleigrond in het Oldambt kon niet altijd tijdig worden gezaaid. Ook op het Hogeland was dat lastig na late rooivruchten. Hier is een daling merkbaar. In Zeeland is het areaal met 11% afgenomen. Stijgers zijn er dit seizoen niet, al bleef de tarweteelt in Gelderland en Limburg relatief stabiel.
Wintergerst stabieler
De teelt van wintergerst is dit jaar met 12% afgenomen. Het zijn opnieuw de Zeeuwse en Groningse regio's die opvallen. Het areaal daalde er 400 tot bijna 500 hectare, al zijn de cijfers veel stabieler te noemen in vergelijking met wintertarwe. Waarschijnlijk omdat wintergerst gemiddeld eerder wordt gezaaid dan tarwe, toen het weer dit beter toeliet.
Andere graangewassen spelen in Nederland nauwelijks een rol. Na tarwe en gerst is Japanse haver het grootste graangewas, met 2.000 hectare. Vooral in de kop van Noord-Holland en Noord-Brabant is de teelt relatief groot. Lang niet altijd voor de productie van zaaizaad, maar vooral als volwaardige groenbemesterteelt. Zo is in Noord-Holland zichtbaar dat het gewas als rustgewas na meerdere bollenteelten wordt ingezet.
Voergranen in Oost-Nederland
Triticale (1.200 hectare) vinden we hoofdzakelijk in Gelderland en Overijssel. Samen hebben ze ruim 50% van het areaal in handen. Deze tarwe-rogge kruising past goed op droogtegevoelige zandgronden en doet daar dienst als veevoer. De triticale wordt meestal als gehele plant silage gehakseld.
Als abonnee van Boerenbusiness kunt u gebruik maken van de speciale kortingsactie voor Boer&Bunder. U ontvangt 10% korting op de abonnementsprijs van Boer&Bunder. Klik hier voor meer informatie.