De vroege aardappelen in het oosten van Nederland hebben afgelopen nacht wederom een flinke klap gekregen. Zware nachtvorst zorgt opnieuw voor flink wat schade.
In de nacht van donderdag 14 op vrijdag 15 mei zakte de temperatuur tot enkele graden onder nul. Om 6.00 uur 's morgens vroor het op enkele plekken in Drenthe en Overijssel 1 tot 2 graden. Dat is de temperatuur op 1,5 meter hoogte; aan de grond is het kouder geweest. Vooraf werd gewaarschuwd voor lokaal zelfs -9. Het is niet de eerste keer deze week dat telers geconfronteerd worden met flinke kou.
Zo was donderdag met -1 al sprake van de koudste meinacht in De Bilt in bijna 25 jaar. Afgelopen nacht werd het in De Bilt nog iets kouder, namelijk -1,2. Jonge gewassen als suikerbieten en vroege aardappelen hebben, ondanks IJsheiligen (11 tot en met 14 mei), begin van de week al een behoorlijke tik gekregen. Onder andere vanuit Noord-Limburg en het oosten van Noord-Brabant werd schade gemeld. Afgelopen nacht doet daar nog een schepje bovenop.
Veen- en zandgronden
De grootste schade tekent zich tot nu toe af op de veen- en zandgronden in het oosten en zuidoosten van het land, waar de meeste vroege aardappelen geteeld worden. Zo is op foto’s onder meer te zien dat een perceel Zorba in Weert (Limburg) en een perceel Première in Geesteren (Overijssel) fors te lijden hebben gehad onder de nachtvorst. Ook door maïstelers wordt er schade gemeld, zelfs vanuit Zeeland.
Minder kilo’s
Hoe groot de schade precies is, moet nog blijken. Vorstschade kan zeer plaatselijk zijn, afhankelijk ook van de bodem, de grondsoort en het gewasstadium. Daar waar de aardappelen al wat verder in hun ontwikkeling zijn, zal de schade het grootst zijn. Daarbij hoeven de aardappelen overigens niet direct als verloren beschouwd te worden, maar de getroffen telers zullen het zeker gaan merken in de kilo-opbrengst.