Een groep Belgische investeerders en bietentelers kwam in het jaar 2016 met een ambitieus plan; ze gingen (als coöperatie) een suikerfabriek bouwen in het Waalse Seneffe. Bijna 3 jaar later bereikt het plan een breekpunt. De boeren hebben tot februari om te beslissen of ze aanhaken, en daarmee de fabriek bestaansrecht verlenen.
In hun ledenblad beschrijft de Confederatie van Belgische Bietenplanters (CBB) de huidige situatie omtrent het initiatief van de coöperatie CoBT. Zij behartigen de belangen van de bietentelers die momenteel suikerbieten verbouwen voor Iscal Sugar en Tiense Suiker.
Beslissing nemen
Om een toekomst te genereren voor een coöperatieve suikerverwerking is wel wat vereist. Wie tekent en zich (financieel) verbindt, moet dat tot minimaal 2032 doen; ook als het initiatief minder rooskleurig verloopt dan geschetst. Volgens CoBT zijn er 1.600 geïnteresseerde bedrijven uit België en Frankrijk; een deel daarvan teelt nu bieten voor Iscal of Tiense Suiker. Sommige overwegen over te stappen, terwijl anderen liever voor 2 partijen telen.
De deadline is gesteld op 31 januari. Dit vormt de uiterste inschrijfdatum. "Vervolgens moeten telers een voorschot betalen", licht CoBT-coördinator Benoît Haag uit in de Bietplanter. "Dit voorschot bedraagt €2.000 (het coöperatieaandeel) en 25% van het bedrijf in aandelen voor de leverantie van bieten. Daarbij betekent 1 aandeel €3.000 per 100 ton bieten, met een minimum van 3 aandelen." Naast deze aandelen (B) zijn er ook andere aandelen (S), voor de sympathisanten die niet zelf telen. In totaal is €327 miljoen vereist.
Als het geld binnen is, kan met de bouw worden begonnen. De fabriek bestaat nu nog louter virtueel. CoBT heeft als ambitie om medio 2019 met de bouw te beginnen. De oogst van 2021 kan dan als eerste in Seneffe worden verwerkt. Er wordt gemikt op een minimumproductie van 1,4 miljoen on bieten.
Nieuwe contractvorm
Naast het feit dat geïnteresseerden zich voor 13 jaar moeten vastleggen, zijn er meer punten die moeten worden overwogen. Zo zijn er veel vragen over het leveringscontract en de inkomsten. Het contract wijkt namelijk af van het contract dat de huidige verwerkers aanbieden. De CoBT koopt de hele, niet na-gekopte biet, en past hier een theoretische herberekening op toe van het gewicht. Het suikergehalte wordt per vracht gemeten, maar niet als referentie gebruikt.
Bij de uitbetaling wordt gekeken naar het gemiddelde suikergehalte van de campagne. De prijs stijgt met 9% per procent suiker dat de vracht boven het fabrieksgemiddelde ligt, en vice versa bij een lager percentage. Voor de voorlevering wordt gekeken naar de groeicurve per jaar. Ook voor tarra is niet 1 vast tarief, maar een tarief dat varieert op basis van het daggemiddelde. Wordt er laat in het seizoen geoogst, en liggen de tarra’s hoog, dan krijg je minder korting (omdat het gemiddelde hoog ligt).
Naast de gunstige voorwaarden, probeert CoBT de geïnteresseerden over de streep te trekken met een hoge uitbetalingsprijs. Volgens Haag zorgt de uiterst moderne fabriek ervoor dat het rendement zeer hoog ligt, waardoor de marge ook hoger is. Dit komt direct ten goede aan de teler.
Sector verdeeld
Echter, lang niet alles is in kannen en kruiken. Dat heeft deels te maken met de overkoepelende organisatie (Sopabe-T), waar Iscal en Tiense bij zijn aangesloten. Volgens Marcel Jehaes, de voorzitter van de CBB, proberen sommige de CoBT en Sopabe-T tegen elkaar uit te spelen. Dit resulteert in een verdeelde Belgische bietensector.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.