Agrifoto

Analyse Aardappelen

Top- of flopjaar? Dit moet je weten over poten en areaal

Maandag 12:00 uur - Niels van der Boom

Voorjaar 2025 is tot op heden voor akkerbouwers prima te plannen. Alle dagen droog en grotendeels zonnig weer zorgen voor een hoog werktempo in het land. Dit resulteert erin dat de pootvoortgang fors voorloopt op andere jaren in de EU-4. Dat er meer aardappelen de grond in gaan is wel duidelijk.

De belangrijkste punten in deze analyse:

  • Voorjaar voor aardappeltelers eerder lust dan last
  • Pootvoortgang Nederland 65%, België 50%, Frankrijk 65%, Duitsland 50%
  • Areaalgroei rond 5% voor EU-4 aannemelijk
  • Meer vrije aardappelen door beschikbaarheid grond en pootgoed
  • Droogte vanaf mei pas punt van zorg

Een droge maart en april is geen uitzondering in Nederland. April is gemiddeld genomen de droogste maand van het jaar. Maart verliep met gemiddeld 6 millimeter neerslag in Nederland en 7,8 millimeter in België. Dat is uitzonderlijk droog. Daarnaast was het overdag warmer dan gemiddeld. Daarmee is het voorjaar in ons land inmiddels de droogste in 1906 en in België zelfs de droogste sinds 1893.

Het neerslagtekort (SPEI) in België.

Voordeel voor poten
Kijken we sec naar aardappelen, dan is de droogte eerder een zegen dan een vloek. Al begin maart kwam het poten vlot op gang dankzij de mooie omstandigheden, waardoor de vroege aardappelen allemaal tijdig de grond in gingen. Heel anders dan tijdens de afgelopen twee voorjaren. Met name in het zuidwesten van ons land, op de lichtere gronden, werd in maart al een behoorlijk deel geplant. Akkerbouwers die niet wilden zaaien, in verband met het uitblijven van neerslag, zochten veelal hun heil in het poten.

Volgens een eigen schatting zat tot deze week ongeveer de helft van alle fritesaardappelen in de grond. De percentages per teeltregio lopen uiteen, van 90% op de lichte grond in het zuidwesten tot 25% à 30% in het oosten en noordoosten. Telers gebruiken de omstandigheden soms ook eerst om percelen wat op te knappen. Zeker als daar vorig najaar wat is kapotgereden. Laagtes opvullen, kilveren en woelen. Een dag of wat langer wachten is dit voorjaar niet zo erg, zo is het idee. Ook zijn er telers die noodgedwongen moeten wachten omdat het pootgoed er nog niet is. Dat komt hoofdzakelijk door de transportcapaciteit.

Vertraging door kou
Ook in de andere EU-4 landen is het poten vroeg gestart en snel verlopen. Volgens Viaverda zat op 1 april ruim 10% van het areaal in de grond en is dat tempo sindsdien niet vertraagd. Wij gaan uit van 50% dat inmiddels is gepoot. In Duitsland is dat beeld vergelijkbaar. Daar hebben telers soms wat gewacht omdat ze het 's nachts te koud vonden. In Oost-Duitsland zakte het kwik vorige week 's nachts nog tot min 6. Inmiddels wordt er volle bak geplant. Frankrijk hobbelde iets achter de muziek aan, maar inmiddels is daar een flinke inhaalslag gemaakt met zo'n 65% in de grond.

Dat er dit voorjaar meer aardappelen gepoot worden is duidelijk. Uit een enquête, gehouden onder 130 Vlaamse en 87 Waalse telers door Viavera, Fiwap en Carah, blijkt dat in België rekening wordt gehouden met 6% areaaltoename. Goed voor 6.000 hectare. Die groei zit voornamelijk in de hoofdoogst fritesaardappelen. Fontane groeit opnieuw, maar ook de Belgen zien het met Innovator en Agria meer zitten. In Vlaanderen is de groei overigens fors minder, en is er soms zelfs sprake van lichte krimp, terwijl in het Franstalig gedeelte nog groeiruimte is. Dat is niet zo gek als je kijkt naar de arealen granen, bieten, vlas en andere teelten die een minder rendement opleveren.

Een areaalgroei rond 5% is waar insiders voor de EU-4 rekening mee houden. Waarschijnlijk is dat in Noord-Frankrijk iets meer en in Nederland iets minder. De hamvraag in ons land is in hoeverre er grond vanuit de melkveehouderij omgeschakeld wordt naar de aardappelteelt. Dat is ook regioafhankelijk. Het is een trend die wel wordt benoemd, maar niet door iedereen herkend. Vooral het gebrek aan financieel aantrekkelijke alternatieven zorgt ervoor dat de aardappelteelt de beste kaarten heeft. Voor wie de mogelijkheid heeft, worden fritesaardappelen soms weer ingeruild voor pootgoed, waar dat de laatste drie jaren juist andersom was.

Areaal boven 600.000 hectare?
Vorig jaar groeide het areaal in de EU-4 met bijna 11% tot 575.710 hectare en dat is een record. 5% groei zou goed zijn voor 28.785 hectare en dat stuwt het areaal boven de 600.000. Daarmee bevindt de Europese aardappelteelt en verwerking zich op onbekend terrein. Dit seizoen is al duidelijk geworden dat teelt en verwerking niet helemaal in balans zijn. Zeker wanneer de vraag even niet mee wil. Alles is (letterlijk) gebouwd op groei. 

De huidige voorraden aardappelen in Europa laten zien dat de verwerking echt niet stilzit. Zo blijkt uit recente Belgische cijfers (peildatum 1 april) dat er met 1,82 miljoen ton evenveel aardappelen in de schuren zaten als vorig jaar. Het zijn vooral de vrije aardappelen die verwerkers links laten liggen. Ze bedienen zich met vooraf vastgelegde tonnen. Alleen bij Innovator gaat die regel niet op, daar oversteeg de vraag het aanbod tot voor kort.

Bonnefooi
Vrij laat in de winter heeft de verwerkende industrie in België besloten om niet al het aangeboden aardappelvolume op een vaste prijs vast te leggen. Dat heeft ook gevolgen voor de teelt in Noord-Frankrijk. Of dat terug te zien is in het areaalcijfer is afwachten. Er zijn signalen dat telers liever voor eigen risico aardappelen telen dan geen aardappelen. De grond is vaak wel beschikbaar. Zeker bij huurland willen ze geen nee verkopen. Pootgoed is ruim voor handen en vaak tegen aantrekkelijkere prijzen dan waarvoor afgelopen winter is vastgelegd. De huidige stemming heeft vooral impact op de prijsvorming van oogst 2024 en nog niet op de volgende oogst.

Half april krijgen we in Noordwest-Europa te maken met een wisselvalliger weertype. Tot op heden is niet meer dan 5 tot 10 millimeter gevallen. Ook voor de langere termijn zit er niet veel regen van betekenis in de pijplijn. Het blijft tot enkele millimeters beperkt, waarbij het temperatuurverloop relatief vlak is overdag. 's Nachts is van nachtvorst geen sprake meer. 

Gevolgen
We hebben eerder gezien dat het voorjaar zeer droog was en er vlot werd gepoot, bijvoorbeeld 2022, 2017, 2014, 2011 en 2007. De omstandigheden gaan pas impact hebben tijdens de knolzetting en daarna. De ervaring van eerdere jaren leert dat een droog voorjaar zeker zijn voordelen heeft en niet per definitie een slechte opbrengst betekent. Daarbij komt dat de structuur van de grond over het algemeen goed is en er weinig verreden is in de ondergrond. De ziektedruk is ook nog eens lager dan bijvoorbeeld vorig voorjaar. Deze maand is de droogte voor telers vooral een voordeel, maar in mei kan dat beeld dus omdraaien.

Dit artikel verder lezen?

Word abonnee en krijg direct toegang

Kies het abonnement dat bij je past

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden