Wij gebruiken cookies
Wij maken gebruik van cookies en andere tracking-technologieën om uw surfervaring op onze website te verbeteren, om gepersonaliseerde inhoud en advertenties te tonen, om ons websiteverkeer te analyseren en om te begrijpen waar onze bezoekers vandaan komen.
Nu Europa vol lijkt gebouwd, richten de Europese aardappelverwerkers hun pijlen op landen als China, India, Australië en zelfs 'the-home-land-of-frites', Amerika, om verdere marktdominantie uit te bouwen.
Het laatste half jaar gaat er geen week voorbij of een aardappelverwerker kondigt nieuwe plannen aan om zijn verwerkingscapaciteit verder te laten groeien op bestaande locaties of door elders in de wereld nieuwbouw te ontwikkelen.
Onderstaand een bloemlezing over pas gerealiseerde of nog te realiseren uitbreidingen of nieuwbouw voor fritesproductie van Belgische en Nederlandse aardappelverwerkers.
Verwerkers calculeerden in dat de economie zich goed blijft ontwikkelen en dat ook in opkomende landen de welvaart doorzet. Daarbij is het van belang dat er logistiek geen problemen ontstaan (denk aan corona of de perikelen rond het Panamakanaal) èn dat er geen wereldhandelsoorlog zal uitbreken.
Als aardappelteler zou je daar blij van moeten worden, want blijkbaar is de vraag naar aardappelen zo groot dat aan de vraag niet kan worden voldaan. Een oude wet in de markt zegt: meer vraag dan aanbod geeft stijgende prijzen. Dat is in achterliggende jaren in de contractprijzen zichtbaar geworden en door het betalen van recordprijzen voor vrije aardappelen op bepaalde momenten in het seizoen.
Maar groeien de bomen tot in de hemel? Vanaf het begin van deze eeuw is er ieder jaar sprake van groei wereldwijd van de productie van frites.
Eerste decennium: 2000–2010
Gedurende dit decennium groeide de wereldwijde vraag naar bevroren frites met gemiddeld 2–3% per jaar. Dit werd aangewakkerd door de groei van fastfoodketens in opkomende markten zoals China, India, en Latijns-Amerika, evenals de opkomst van retailverkoop van diepgevroren frites. In dollars betekent dit naar schatting een groei van $7 miljard in 2000 naar zo'n $11 miljard tegen het einde van 2010.
Tweede decennium: 2010–2020
De productie van bevroren frites bereikte in 2019 naar schatting ongeveer 17 miljoen ton wereldwijd. De grote markten in Europa (waar de aardappelconsumptie hoog is) en Noord-Amerika (waar fastfoodketens dominant zijn) blijven de grootste afnemers, maar ook Azië en Afrika vertonen een sterk groeiend potentieel. De marktwaarde in het tweede decennium van deze eeuw steeg naar circa $20 miljard. Deze prijsstijging komt onder meer door vraag naar premium en gezonde alternatieven (zoals luchtgebakken frites of biologische frites), wat heeft geleid tot een verschuiving in de markt. Daarbij namen de prijzen per ton toe door de verschuiving naar hogere kwaliteit en variëteiten.
Derde decennium: 2020 tot nu
De productie van frites blijft toenemen, hoewel de groei in sommige markten vlak lijkt door de verzadiging van markten in ontwikkelde landen. De verwachting is dat de wereldwijde productie van frites in 2025 uitkomt uitkomen op ongeveer 20 miljoen ton per jaar. De markt voor frites gaat dit jaar naar verwachting de $25 miljard overschrijden, met een groeipercentage van ongeveer 4% per jaar. De groei wordt gedreven door de blijvende vraag vanuit zowel fastfoodketens als supermarkten en de vraag naar innovatieve producten, zoals frites gemaakt van alternatieve ingrediënten als zoete aardappelen of groenten.
Begin 2000 was er een overschot aan aardappelverwerkingscapaciteit in Europa, waardoor er meer aanbod van frites was. Verwerkers hadden het niet breed. De fritesprijzen zijn jaren marginaal geweest en een goede aardappelprijs hing voornamelijk af van een misoogst òf een goede oogst. Rond 2010 leek het overschot aan verwerkingscapaciteit weggewerkt en trok het aanbod van frites gelijk op met het aanbod. Dit resulteerde in 10 jaar tijd voor een verdubbeling van de marktwaarde van frites.
In 2021, na de inval van Rusland in Oekraïne èn de sterke prijsstijging van de benodigde grondstoffen voor de fritesproductie, steeg de exportwaarde van Nederlandse frites per ton van €810 naar €1.390, een stijging van ruim 70%. Het waren gouden tijden voor verwerkers, waardoor de drang ontstond tot verdere schaalvergroting van de productie van frites en aanverwante producten waar ook in de wereld.
De wereldvraag naar frites en de hoge prijzen bleken geen garantie voor blijvende groei. Ook in deze markt is sprake van een zogeheten varkenscyclus. Sneller uitbreiden dan de groeiende vraag, zorgt voor overaanbod van producten, wat op zijn beurt weer leidt tot een prijsgevecht in het afzetkanaal van frites. Er zijn meerdere voorbeelden te noemen dat overcapaciteit van verwerkende industrieën resulteerden in prijsoorlogen. Met name de toeleverancier betaalt dan vaak de rekening. Immers, als de prijs van verwerkt product onder druk staat, probeert de verwerker om de grondstof goedkoper in te kopen om niet te veel marge in te moeten leveren. In dat geval betaalt dan de fritesaardappelteler mede de rekening van de overcapaciteit van een overambitieuze industrie.
Vooralsnog gaat dit in de huidige aardappelverwerking en fritesafzet nog niet op. Voorspelbaar is de aardappelmarkt allerminst als je kijkt naar de huidige geopolitieke verhoudingen. Door het gedrag van Donald Trump is het maken van verwachtingen die hout snijden niet te doen. Iedere verwerker moet op zijn manier de strategie bepalen voor de komende jaren: waar kan de productie van frites worden uitgebreid of opgestart en in welke regio's stabiliseert deze?