Wij gebruiken cookies
Wij maken gebruik van cookies en andere tracking-technologieën om uw surfervaring op onze website te verbeteren, om gepersonaliseerde inhoud en advertenties te tonen, om ons websiteverkeer te analyseren en om te begrijpen waar onze bezoekers vandaan komen.
De afzet van diepgevroren frites vanuit Europa moet duidelijk een veer laten, zo blijkt uit de meest recente exportdata. Al langer benadrukken fritesproducenten dat het minder makkelijk is om hun producten wereldwijd aan de man te brengen. Ook de prijzen tonen een lichte teruggang..
In zijn totaliteit exporteerde de EU-5 gedurende oktober 494.000 ton diepgevroren frites. Dat is 3,3% minder dan een jaar eerder en 1,8% minder dan vorige maand werd uitgevoerd (9.145 ton minder). De cijfers uit het geharmoniseerde handelssysteem komen met enkele maanden vertraging beschikbaar. Het is voor het eerst sinds maart vorig jaar dat minder dan 500.000 ton frites werd geëxporteerd door de vijf landen.
Belgen leveren in
België laat de sterkste fluctuatie zien in oktober. Dit land moest ook het meeste inleveren, met 15% minder export ten opzichte van oktober 2023. In augustus en september krabbelde de Belgische export juist op, maar in een maand tijd is deze met 10,7% afgenomen. Goed voor bijna 28.000 ton minder product.
Nederland exporteerde juist meer product, nadat het in de voorbije maanden een kleine veer moest laten. Het volume lag in oktober 8.720 ton boven dat van september (+6%). Ten opzichte van een jaar geleden lag de Nederlandse export wel 2,5% lager. Frankrijk blijft als enige van de EU-5 zeer positief presteren. De uitvoer lag zelfs 80% boven vorig jaar, met een kleine 64.000 ton frites. Dat heeft alles te maken met de gloednieuwe fabriek van Clarebout in Duinkerke, die inmiddels op volle toeren draait.
VK redt markt
De Europese exporteurs hebben het geluk dat buurland Verenigd Koninkrijk flink aan de markt was in oktober. Er ging 13% meer product naartoe dan in 2023 het geval was. Frankrijk, de nummer twee op de exportlijst, nam juist een derde minder product af. Procentueel gezien de grootste stijger is België, die meer dan het dubbele volume importeerde. Waarschijnlijk gaat het om in Frankrijk geproduceerde frites – voor en door Belgische bedrijven – die in België wordt opgeslagen voor export.
Ten opzichte van een jaar eerder nam de gemiddelde verkoopprijs per ton licht af, tot €1.303 per ton. Dat is een verlaging van 1,3% ofwel €17. De exporteurs weten de prijzen nog altijd op een behoorlijk hoog niveau te houden. Die ligt iets lager dan seizoen 2023/24, maar het verschil is relatief klein. Daardoor is de teruggang in de financiële waarde niet heel groot. Ten opzichte van een jaar geleden ligt de exportwaarde bijna 5% lager. België laat de grootste teruggang zien. Frankrijk is de grootste stijger, maar op het vlak van de prijs per ton juist de grootste daler.
Het totaal over twaalf maanden bedroeg voor de EU-5 in oktober 6,05 miljoen ton. Dat is 1,5% minder dan in dezelfde periode daarvoor, toen 6,14 miljoen ton werd uitgevoerd.
Trend is lager
Voorlopige cijfers over november laten zien dat de export van de EU-27 opnieuw omlaag is gegaan. Vooral landen in het Midden-Oosten, Zuid-Amerika en Azië namen minder Europese frites af. Naar Noord-Amerika werd juist meer product geëxporteerd.
Fritesproducenten in Nederland en België gaan ervan uit dat deze licht dalende trend zich de komende maanden blijft manifesteren. Dat is ook een van de belangrijkste redenen waarom de contractprijzen voor komend teeltjaar nauwelijks wijzigen. Inkopers van frites kijken scherp naar de teelt en verwerking in Europa. Met voldoende areaal, productie en verwerking hebben zij weer wat te kiezen. Daardoor zijn ze terughoudend met het plaatsen van orders.
Krimp bij fastfoodketens
De vraag is of de consumptie van frites ook daadwerkelijk krimpt. Kijkend naar de cijfers van wereldwijd opererende fastfoodketens is dit inderdaad het geval. McDonald's sprak tijdens hun laatste financiële kwartaal over 1% daling in de verkoop. Bij fastfoodbedrijf Yum, eigenaar van onder andere KFC, Pizza Hut en Taco Bell, is de terugval zelfs 4,5%. Populaire fastfoodketens worstelen met de alsmaar stijgende inflatie, die hun maaltijden uit de markt prijzen. Minder mensen bezoeken daardoor de zogenoemde quick service restaurants (QSR) en kiezen ervoor thuis te frituren, te airfryen of andere gerechten klaar te maken. Een duidelijke stijging van het fritesvolume dat in supermarkten wordt gekocht is niet direct te zien.
Wat zeker in de EU-5 landen meespeelt is de wereldwijd toegenomen concurrentie. Een samenspel van factoren heeft ervoor gezorgd dat landen over heel de wereld in een rap tempo proberen om hun fritesproductie op te schalen. Tegenvallende oogsten, fors hogere kosten en protectionistische maatregelen zorgen er allemaal voor dat dit in een veel harder tempo verloopt dan in de tien tot vijftien jaar daarvoor. Landen als Nederland en België zijn sterk afhankelijk van de wereldmarkt. Fabrieken hier maken zich daar zorgen over. Dat geldt ook voor tariefmuren, met name een favoriet dreigmiddel van president Trump.
Afwachtend
De Europese fritesmarkt is op zoek naar een nieuwe balans. Er zijn nieuwe fabrieken gebouwd, lijnen bijgebouwd en geoptimaliseerd. Hoe groot die capaciteit exact is, blijft giswerk. Bedrijven laten zich niet in de kaarten kijken. Met een consument die minder frites consumeert en een koper die afwachtend is kijken de verwerkers de kat uit de boom. Dit betekent niet dat ze stilzitten, integendeel. Voor de middellange termijn zijn zij onverminderd positief, getuige ook de groeiplannen die nog altijd de boventoon voeren. Vooral in Noord-Frankrijk en Duitsland is dat het geval.