Exporteurs van frites in de Verenigde Staten hebben grote moeite om zich staande te houden in een zeer competitieve wereldmarkt. Ondanks dat het land ruim voldoende aardappelen heeft geoogst moet het een flinke veer laten, zo blijkt uit de laatste exportcijfers.
In oktober – de meest recente maand waar data over beschikbaar is – exporteerde de VS ruim 73.000 ton bevroren aardappelproducten, hoofdzakelijk frites. Dat is een daling van 5% ten opzichte van diezelfde maand in 2023. De totale export liep in twaalf maanden (tot en met oktober) bijna 2,5% achter, in vergelijking tot dezelfde periode daarvoor.
Resultaat negatief
Het is vooral Japan, één van de grootste klanten van het land, die het in oktober af liet weten. Een vijfde minder frites ging die kant op. Mexico, met 20.000 ton de grootste afnemer, nam dan weer wel 15% minder frites af. Ook Zuid-Korea was goed voor 25% meer volume (6.500 ton). De hele exportlijst is een kwestie van plussen en minnen. Onderaan de streep is er dus een teruggang.
Dat werkt ook door in de financiële cijfers. In oktober was de uitvoer goed voor ruim $120 miljoen en dat is 9% minder dan een jaar geleden. Over een periode van twaalf maanden staat de export nog wel nipt in de plus. De handel met Mexico, Japan en Zuid-Korea laten alle drie nog een plus zien.
Hoge prijzen
Voor een ton diepgevroren frites uit de VS moest in oktober gemiddeld $1.653 worden betaald. Omgerekend is dat €1.574. De prijs van het product is weliswaar iets gedaald, over een heel jaar gezien ligt het niveau nog altijd 4% hoger dan een jaar eerder. Dat is waarschijnlijk ook precies waar de schoen wringt. Het Europese prijsniveau ligt nu eenmaal een (behoorlijk) stuk lager. Koppel dat aan een goede aardappelbeschikbaarheid hier en je hebt veel concurrentie op de wereldmarkt.
Gezien het bovenstaande is het bijzonder te noemen dat juist het importniveau van diepgevroren aardappelproducten wel hoger ligt. In oktober was dat bijna 133.000 ton en dat is 15.000 ton meer dan in september werd ingevoerd en goed 6% meer dan een jaar eerder. Canada levert ruim 80% van al deze producten. Het buurland zag zijn export richting de VS dit seizoen met 5% groeien. Daarna komt België. Over een periode van twaalf maanden is het volume 3% gedaald, nog altijd gaat het om een respectievelijke 170.600 ton.
Minder Nederlands product
Als we praten over de Amerikaanse import, dan komt juist Nederland hier negatief in beeld. In oktober halveerde onze export naar het land en over twaalf maanden gezien kromp het volume met bijna een vijfde. Je zou denken dat ook hier de prijs van frites de boosdoener is. Echter, Nederlands product werd voor gemiddeld €1.450 verkocht, terwijl dat van België op gemiddeld €1.556 uitkomt. Ook in oktober was de Belgische frites behoorlijk duurder. Waarschijnlijk heeft Nederland gewoonweg te kampen met veel concurrentie. Naast België ook uit opkomende landen als Egypte en Italië.
Zoals gezegd hebben Amerikaanse aardappeltelers dit jaar een prima opbrengst behaald. Toch blijft er voldoende vraag om ook producten te importeren. Het land kent een relatief lage voedselinflatie. Volgens het USDA bedraagt die 2,3% over heel 2024. Daarnaast lusten de Amerikanen wel een frietje. Op jaarbasis consumeren ze per persoon gemiddeld 13,6 kilo frites. Dat is overigens relatief 'bescheiden' in vergelijking tot Nederland, waar het gemiddelde op 18 kilo ligt.
Eetcultuur
80% van de 13,6 kilo eet de Amerikaanse consument buitenhuis in fastfoodketens. Die zien hun omzetcijfers dit jaar licht dalen, maar het blijft een enorme markt. Daarnaast is het thuisbezorgen van maaltijden, inclusief frites, inmiddels gemeengoed in de Amerikaanse eetcultuur.
Frites is niet het enige aardappelsegment dat in oktober heeft ingeleverd. De totale export van aardappelen en aardappelproducten bedroeg in oktober 2,7 miljoen ton. Dat is een daling van bijna 10% vergeleken met vorig jaar. De uitvoer van tafelaardappelen nam weliswaar 8% toe, die van chips en gedroogde producten daalden, net dus als bevroren producten.