Vooral Nederland moet een veer laten bij de export van diepgevroren frites, zo blijkt uit de nieuwste exportcijfers. Frankrijk groeit in rap tempo uit tot een van de belangrijkste spelers in Europa op het gebied van aardappelen en frites. Dat is terug te zien in de cijfers.
Helaas lopen de exportcijfers, afkomstig uit het geharmoniseerd handelssysteem, enkele maanden achter op de praktijk. In augustus werd door de EU-5 (Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Polen) ruim 508.000 ton diepgevroren frites uitgevoerd. Dat is vrijwel gelijk aan het niveau in augustus 2023, maar wel het kleinste volume in vijf maanden tijd. Over een periode van twaalf maanden loopt de export nu een kleine 2% achter vergeleken met een jaar eerder.
Prima marges
België, Frankrijk en Polen zagen het geëxporteerde volume in augustus stijgen, terwijl Nederland en Duitsland beide 15% moeten inleveren in volume ten opzichte van een jaar eerder. Opvallend is dat het nog altijd lukt om de prijs per ton frites te verhogen, ondanks dat de kostprijs meestal niet zo sterk meer is gestegen. Het lukt verwerkers dus om prima marges te behalen.
Met bijna 253.000 ton gaat België aan kop in augustus en dat is 2,6% meer dan diezelfde maand in 2023. Over een periode van twaalf maanden loopt de Belgische export wel iets achter, maar veel is dat niet. Bij Nederland – de nummer twee – ligt dat iets anders. Het volume van 145.300 ton frites is 17% gedaald en over een heel jaar gezien ligt de export 8% lager.
Dat komt niet als een grote verrassing. De verwerkingscijfers toonden al aan dat in augustus 5% minder aardappelen zijn verwerkt in ons land en dat is dus ook terug te zien in de uitvoer van eindproduct. Overigens is dat een trend van de langere termijn. Ook in juli en september was de verwerking ondergemiddeld. In oktober is daar iets verandering in gekomen en beweegt het volume zich naar het meerjarig gemiddelde.
Frankrijk de winnaar
Duitsland is de andere verliezer op de fritesmarkt met een export die bijna 16% lager uitpakt. Over een heel jaar gezien ligt hun exportvolume 6% lager. Grote winnaar, wanneer je het procentueel bekijkt, is Frankrijk. Qua volume komt het land met 60.500 ton op een derde plek en dat is de helft meer dan vorig jaar werd uitgevoerd. Over twaalf maanden komt het Franse exportvolume een vijfde hoger uit. Daarmee stijgt het land met kop en schouders boven de andere vier uit.
De reden hiervoor is tweeledig: enerzijds is de verwerkingscapaciteit toegenomen in het land. Vooral nu de fabriek van Clarebout in Duinkerke voor het eerst op volle toeren draait. Anderzijds levert het land ook relatief goedkope frites ten opzichte van de concurrenten. Wel moet de opmerking worden gemaakt dat in de aardappelwereld landsgrenzen vervagen; een Belgisch bedrijf bouwt op Franse grond een fabriek en verwerkt daar aardappelen die in beide landen zijn geteeld.
Dure frites
Nederland mag dan in volume achterblijven, met een gemiddelde exportprijs van €1.400 per ton in augustus verkoopt het relatief dure frites. Het prijsniveau is zelfs met €84 per ton toegenomen. België blijft met €1.267 per ton de goedkoopste leverancier. Frankrijk zit daar net iets boven. De duurste frites komt uit Duitsland, met gemiddeld €1.421 per ton. Vergelijk die prijzen eens met twee seizoenen geleden: toen lag het gemiddelde nog op €851 tegenover €1.286 nu. Een stijging van dik 50%. Dit is dan ook goed terug te zien in de financiële cijfers van verwerkers, die zeer gezond zijn.
Ondanks geluiden vanuit de verwerkers dat de klad er bij de export een beetje in komt, geven de cijfers ze nog niet helemaal gelijk. Ja, de volumes zijn deze zomer voorzichtig gedaald, maar nog altijd hoeven ze zich niet te schamen. Daarbij lukt het wel nog steeds om de productprijzen te laten stijgen. Nederlandse bedrijven richten zich meer op de producten van hogere waarde, die veelal naar het QSR-segment (quick service restaurant) worden afgezet. De Belgen, en deels ook Frankrijk, gaat het meer om de grote volumes bulkfrites voor onder andere private labels. Daar hoort een ander prijskaartje bij.
Wereldtoneel
Waar nu daadwerkelijk de vraag is afgenomen, is lastig terug te vinden in de cijfers. Er is meer concurrentie op de wereldmarkt. Vanuit Noord-Amerika maar in mindere mate ook Zuid-Amerika en Azië. Die vullen om te beginnen hun eigen marktvraag op, maar exporteren ook steeds meer. Afgezet tegen Europa gaat het om bescheiden volumes, maar ze groeien wel. Het is een markttrend die de Europese verwerkers goed in de gaten houden en waar ze ook op inspelen. Bijvoorbeeld door zelf fabrieken te openen in onder meer India, China en de VS.