Onderzoekers van de universiteit van Dublin hebben een antigeensneltest ontwikkeld waarmee in het veld het genotype van phytophthora is te ontdekken. Volgend jaar al moeten aardappeltelers over de tests kunnen beschikken. Dat is nodig om in een vroeg stadium te kunnen weten met welke phytophthorastam je te maken hebt en daar de gewasbeschermingsstrategie op kunt aanpassen.
In een half uur tijd heb je met hulp van de test duidelijkheid. Daarvoor is het nodig om enkele bladeren te verzamelen en die in een flesje met reagentia (chemische stoffen) te stoppen. Vervolgens laat de test één of twee streepjes zien, net als bij de bekende coronatest. Er zijn meerdere tests die elk specifiek op één stam van de gevreesde ziekte werken.
Praktijkrijp
Het praktijkrijp maken van de tests is al in een vergevorderd stadium. Om het commercieel in te kunnen zetten vraagt de Dublin City University om €500.000 van de Ierse overheid. Het huidig systeem dat in Ierland en elders in Europa wordt gehanteerd is erop gericht dat telers of adviseurs bladeren verzamelen en opsturen voor onderzoek. De tijd die dat in beslag neemt, is simpelweg te lang om vroegtijdig in te grijpen. Met de test is dat verleden tijd.
Hoge druk
Teagasc – de Ierse evenknie van BO Akkerbouw – heeft de test eind augustus gepresenteerd aan Ierse aardappeltelers. Wel is het nog de vraag wat de tests gaan kosten. Ierland heeft een kletsnatte augustusmaand achter de rug waardoor er veel problemen zijn met phytophthora. Gelukkig vindt Teagasc de gevreesde nieuwe stam EU-43 dit jaar relatief weinig. Deze stam is resistent tegen middelen uit de CAA en OSBPI-groepen. Het gaat daarbij om onder meer Revus, Orvego en Zorvec.