Het wordt steeds beter duidelijk dat de fritesaardappelen nog een forse inhaalslag te maken hebben in Europa. Met name de later gepote percelen – en dat zijn er dit jaar veel – missen een maand aan groei. Dat wordt steeds duidelijker in de proefrooicijfers.
De Belgische aardappelorganisaties, waaronder Viaverda, Fiwap en Inagro, hebben tussen 19 en 22 augustus voor de tweede maal 36 percelen Fontane bemonsterd in Vlaanderen en Wallonië. Daaruit komt een gemiddelde netto-opbrengst van 28 ton per hectare rollen over alle maten. Dat is 9 ton onder het vijfjarig gemiddelde, ofwel 24%.
Pootdata
Daarmee is de opbrengst verreweg de laagste in tenminste twaalf jaar tijd. Ter vergelijking: in 2018 zat de opbrengst eind augustus op 32 ton per hectare. Dat was wel na 116 groeidagen, terwijl de gewassen nu pas gemiddeld aan 86 dagen zitten. Van de 36 percelen werden er negentien in juni gepoot, dertien in mei en slechts vier in april. De pootdata liggen verspreid tussen 13 april en 19 juni, wat een gemiddelde van 25 mei oplevert.
De impact van de pootdata op de opbrengst is enorm. Die gaat van gemiddeld 55 ton naar slechts 15 ton voor de juni-aardappelen. De ondergrens is 7 ton, met een bovengrens van 67 ton. Ook de onderwatergewichten verschillen flink. Die loopt van 411 gram voor de vroegere percelen tot 312 gram bij de juni-percelen.
Vlaamse aardappelen beter
In Vlaanderen presteren de aardappelen beter dan in Wallonië, met 33 ton versus 23 ton. Ook zijn de Vlaamse aardappelen met 60% in de maat 35 mm opwaarts grover, tegenover 40% in het Franstalig gedeelte. De knolzetting is vergelijkbaar. Het meerjarig gemiddelde ligt op 64% 35 mm opwaarts.
Ten opzichte van de vorige meting in week 32 is er gemiddeld 510 kilo per hectare per dag bijgegroeid. Dat is iets meer dan het meerjarig gemiddelde van 440 kilo, ondanks dat het in de afgelopen periode heet en droog is geweest. Kijk je naar het aantal groeidagen, dan valt de groei tegen. Normaal mag je bij tachtig tot negentig dagen een dagproductie van 750 kilo verwachten. Vorig jaar was dat zelfs nog iets meer.
Frisse gewassen
Waar bij de vroeg gepote percelen slijtage van het loof zichtbaar is, staan de late gewassen er fris op. Potentie is er dus wel, maar de hamvraag is of die benut kan worden. Enerzijds heb je te maken met de groeiomstandigheden. De huidige weermodellen wijzen uit dat we in de eerste helft van september een droog en warm weertype houden.
Anderzijds is er het aantal groeidagen. De gewassen hebben voor een gemiddelde opbrengst nog zeker zeventig groeidagen nodig. Je komt dan uit op half oktober, waarna de gewassen nog moeten worden doodgespoten en geoogst. Realistischer is het om te rekenen met vier tot zes weken groei (28 tot 42 dagen). Reken je dat door in de grafiek, dan kom je na 114 tot 128 groeidagen uit rond maximaal 45 ton per hectare volgens het vijfjarig gemiddelde. Willen de gewassen dat halen, dan moet er nog heel wat gebeuren en moeten de omstandigheden bijna perfect zijn. Die kant gaat het nu niet op. Het zonnige weer is wel positief voor het onderwatergewicht.
Cijfers Bruwier
Ook aardappelbedrijf Bruwier heeft nieuwe proefrooicijfers bekend gemaakt voor Fontane en Challenger. Het eerstgenoemde ras zat in week 34 op 40,6 ton per hectare netto, met 64% in de maat 50 mm opwaarts. Challenger komt op 29,3 ton met 39% 50 mm opwaarts. Voor Fontane is dat 5% onder het vijfjarig gemiddelde en voor Challenger 29%.
Ook deze aardappelen zijn gemiddeld laat gepoot, tussen 10 mei en 12 juni (Fontane). Het bedrijf meldt dat de gewassen er nog fris op staan en dus potentie hebben. Dat is ook terug te zien in het onderwatergewicht van 392 gram (Fontane) en 324 gram (Challenger).