Wie afgaat op de explosie van het consumptieaardappelareaal in de EU-4 (Nederland, België, Duitsland en Frankrijk), in combinatie met een gemiddelde oogst, komt uit op een topoogst. Toch is dat wat kort door de bocht. Met nog zeker zes weken groei te gaan kan van alles gebeuren.
Het staat als een paal boven water dat Europese akkerbouwers massaal gehoor hebben geheven aan de wens van verwerkers om meer aardappelen te poten. Het areaal in de EU-4 is op papier dit jaar tot bijna 550.000 hectare gestegen. Een toename van 30.500 hectare, goed voor 6% meer oppervlakte dan in 2023 werd uitgepoot.
In het kort
Recordareaal
Dit betekent het grootste areaal in de Europese landen ooit. Het is 28.230 hectare meer dan het oude record uit 2020, ofwel 5,4%. Deze opwaartse beweging is voor een belangrijk deel afkomstig uit Duitsland en Frankrijk. In België en zeker Nederland doen akkerbouwers het rustiger aan, simpelweg omdat de ruimte voor meer aardappelen er nauwelijks is.
Frankrijk neemt 44% van de uitbreiding voor zijn rekening en Duitsland 31%. Het gaat om 13.300 en 9.490 hectare. België breidt naar schatting 5.211 hectare uit en Nederland 2.500 hectare. Deze cijfers zijn zoveel mogelijk berust op opgaven van de landen zelf. België heeft alleen voor Vlaanderen cijfers bekend gemaakt en Duitsland rapporteert alleen een totaal areaal. Daarom dat we hier onze eigen schattingen hebben gemaakt, op basis van historische patronen.
Land | 2023 | 2024 | Verschil in ha | Procenten |
---|---|---|---|---|
Nederland | 75.484 | 78.000 | 2.516 | 3,3% |
België | 96.639 | 101.850 | 5.211 | 5,4% |
Duitsland | 189.810 | 199.300 | 9.490 | 5,0% |
Frankrijk | 156.940 | 170.240 | 13.300 | 8,5% |
Totaal | 518.873 | 549.390 | 30.517 | 5,9% |
Pootgoed
Het is uitzonderlijk te noemen dat de teelt zo heeft toe kunnen nemen dit voorjaar. Voor de 30.500 extra hectares praat je toch al snel over een volume van bijna 70.000 ton pootgoed. En dat in een zeer krappe markt. Daar zit een deel van de 'pijn' bij telers en insiders want, waar zijn al die poters vandaan gekomen? We weten dat de handelshuizen een belangrijk deel hebben kunnen oplossen door alles te snijden wat kon. De gebruikte maten zijn opgerekt en er zijn alternatieve rassen uitgepoot. Iedereen in de sector weet dat in jaren met tekorten er ook niet-gecertificeerd pootgoed wordt gebruikt.
Een ander vraagteken is het verschil tussen theorie en praktijk. De areaalcijfers zijn veelal berust op data voor het GLB. Toen akkerbouwers die aan het begin van het voorjaar maakten lag de definitieve situatie verre van vast. Er is tot in de eerste week juli gepoot en zelfs toen waren niet alle percelen begaanbaar. Daardoor is land braak blijven liggen of is mogelijk een ander gewas gezaaid of gepoot. Is dit significant, dan moeten de definitieve areaalcijfers eind dit jaar een heel ander beeld laten zien. Dit speelt vooral in (Zuid-)Nederland en België.
Record opbrengsten
Welke aardappeloogst kan er uit dit recordareaal rollen? Reken je met het vijfjarig gemiddelde van ieder individueel land, dan kom je uit op 24,36 miljoen ton aardappelen. Ook dat is een absoluut record en ruimschoots meer dan het vorige record van 23,53 miljoen ton uit 2017. Destijds zorgde dat voor een mineurstemming op de markt, die tot aan het einde van het seizoen aanhield. Maar de aardappelwereld van zeven jaar geleden mag niet worden vergeleken met vandaag. De verwerkingscapaciteit is fors toegenomen. Ook ligt er nog meer product vooraf vast op een vastprijscontract. Toch biedt de huidige prijsvorming, met een totaal gebrek aan vraag vanuit de industrie, niet veel hoop. Tegelijkertijd liggen voor het bewaarseizoen de kaarten wel anders geschud.
Het is ook hier de vraag hoe fair het is om met een meerjarig gemiddelde te rekenen. Met name de laatste 3 jaar heeft het areaal behoorlijke fluctuaties laten zien in Europa. Trek je die lijn door naar vijf, tien of zelfs twintig jaar, dan nivelleert dit en zie je stabilisering op dat vlak. Iets wat telers in de praktijk waarschijnlijk heel anders ervaren.
Veel onzeker
Opnieuw zijn het Nederland en België waar de opbrengst in de praktijk anders uit gaat pakken. Onder de grote rivieren zijn er veel percelen met een verhaal. Wat in alle landen meespeelt, is het relatief grote aandeel laat gepote gewassen. De proefrooicijfers in heel Europa laten zowel bovengemiddelde opbrengsten zien als tegenvallers bij deze late gewassen. Deze kunnen nog een redelijke opbrengst halen, maar dan moeten ze wel ongestoord kunnen groeien. Daarnaast is er het oogstrisico om in acht te nemen door de latere rooidata.
Rekenen we met een opbrengst zoals die in 2018 of 2022 in de EU-4 werd gehaald (37,5 ton per hectare), dan kom je op een totaalvolume van 20,6 miljoen ton. Gaan we uit van de 45 ton/ha die bijvoorbeeld vorig jaar werd gerooid, dan kom je op zelfs 24,7 miljoen ton. Een flinke spreiding waarbij de waarheid zoals gebruikelijk ergens in het midden ligt.
Onbekend gebied
Bij een volume van 24 miljoen ton of meer bevindt de Europese aardappelsector zich op onbekend gebied. Waar ligt de balans tussen een gezonde markt en te veel volume? Dat moet oogstjaar 2024 uit gaan wijzen. De laatste drie jaar hebben we een flinke stijging in zowel de contractprijzen als de kostprijs gezien van aardappelen, ingegeven door een stevige vraag naar aardappelen, torenhoge kosten en onderlinge concurrentie.
Seizoen 2024-2025 kan voor stabilisering van dit beeld gaan zorgen. Daarbij komt dat de afzetmarkt van frites, die jarenlang een forse groei liet zien in zowel volume als prijs, ook gas terugneemt. Dat maakt verwerkers wereldwijd niet zenuwachtig, maar ze doen het wel rustiger aan. Op de lange termijn is de strategie nog altijd op groei gericht, maar er kan best eens even pas op de plaats worden gemaakt.