Nieuws aardappelen
Eerste proefrooicijfers Aviko ver onder gemiddeld
De eerste proefrooicijfers van Aviko Potato voor verschillende fritesrassen zijn bekend en ligt met gemiddeld 25 ton per hectare ver onder het gemiddelde. Wel zijn de verschillen in opbrengst en gewasstadia groot, zowel per regio als binnen hetzelfde gebied.
Dit artikel lezen?
Word abonnee en krijg direct toegang
Kies het abonnement dat bij je past
Met een gemiddelde bruto-opbrengst van 25 ton per hectare in week 30 ligt de opbrengst ver onder gemiddeld vergeleken afgelopen jaren. Enkel afgelopen oogst kwam de proefrooiing lager uit met 18 ton. Sinds 2017 varieerde de bruto-opbrengst tussen de 18 en 42 ton per hectare. Ieder groeiseizoen start Aviko met proefrooien in week 30 van verschillende fritesrassen, vanaf 40 millimeter opwaarts.
De verschillen in hectare opbrengsten zijn groot volgens Willem van Tilburg, manager in- en verkoop bij Aviko. "We zien grote verschillen in opbrengst tussen regio's, maar ook binnen dezelfde regio en zelfs per perceel. Dat heeft te maken met dat percelen zowel vroeg als laat zijn gepoot, maar ook of een perceel wel of niet het groeiseizoen mee hebben gehad met alle regen die we te verduren hebben gehad. Hierdoor zien we een grote spreiding in opbrengst." Ook geeft van Tilburg aan dat de mindere structuur van de grond erg tot uiting komt en dat de percelen waar veel (water)schade is, het proefrooiien niet bevordert om een goede inschatting te maken.
Knolaantal
Volgens van Tilburg ligt het knolaantal wel hoger dan vorig seizoen. Dat is ook terug te zien aan de proefrooicijfers. Circa 39% van de knollen zat in week 30 nog maar boven de 50 millimeter. Dat percentage is vergelijkbaar met oogst 2023 in die week, terwijl de opbrengst dus lager lag. In de andere jaren lag dit telkens tussen de 55% en 75% in week 30. Het onderwatergewicht ligt met gemiddeld 325 gram ver onder gemiddeld vergeleken andere jaren en laat enkel 2021 nog iets onder zich. Van Tilburg geeft aan dat het onderwatergewicht van de vroege aardappelen wel goed is.
Door de grote verschillen in pootdata en het vele water van dit voorjaar zijn de verschillen in gewasstadia groot, en daarmee ook de opbrengsten per perceel. Van Tilburg legt uit dat het eerste proefrooicijfer een gemiddeld cijfer van alles is, en dat er vooral naar de groeicurve gekeken moet worden van de komende weken. "De groeicurve van de komende weken zegt veel meer dan dit eerste cijfer, dat een mix is van alle rassen en pootdata. Je ziet sommige gewassen in bepaalde regio's hard slijten, terwijl anderen er erg vitaal op staan."