Solynta

Interview Joost van Regteren

'Een aardappel met nul chemie zie ik niet gebeuren'

29 Juli 2024 - Niels van der Boom

Alle ogen in de aardappelsector waren in 2011 op het Wageningse Solynta gericht, toen het 's werelds eerste hybride aardappel uit zaad aankondigde. In 2015 konden belangstellenden het eerste ras in het veld bekijken. Toch wordt een krappe tien jaar later de aardappel nog bijna altijd gepoot. Achter de schermen zit het bedrijf niet stil, zo blijkt uit een interview met CCO Joost van Regteren.

Dit artikel verder lezen?

Word abonnee en krijg direct toegang

Kies het abonnement dat bij je past
Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

De laatste jaren is het in de media rustig rond Solynta. Hoe is dat achter de schermen?
"We zijn gegroeid van 20 naar 100 personeelsleden. Daarvan werkt een heel groot deel in de R&D (veredeling). Op dit moment ligt de focus op de vermarkting. In 2023 zijn we wereldwijd gestart met de verkoop van ons aardappelzaad. Inmiddels zitten we in ons tweede teeltseizoen. Het zijn niet de eerste rassen die we presenteren, maar waar we voorheen vooral prototypes toonden zijn de huidige rassen commercieel inzetbaar."

Staan boeren te springen om met aardappelen uit zaad aan de slag te gaan?
"Een groeiend aantal telers, verspreidt over twintig landen, gebruikt ons zaad en is daar positief over. Dat stemt ons tevreden en we zijn natuurlijk ook heel trots. De hybride aardappel uit zaad (TPS ofwel; True Potato Seed) is geen revolutie, maar wel een evolutie. De pootgoedproductie heeft een enorme impact die we met dit product kunnen verkleinen."

Wat bedoelt u met impact?
Het huidige productiesysteem voor pootaardappelen legt veel druk op de omgeving. Je praat over zes tot acht jaar vermeerderen. Dat kost land, water en andere inputs. Bovendien is je opbrengst en kwaliteit niet gegarandeerd. Met aardappelen uit zaad verkort je dit proces tot zes maanden én heb je daar niet al die hectares voor nodig. Daarbij komt dat we al over zeven of acht resistentiegenen tegen phythophthora kunnen beschikken. Dat is ook nodig om deze ziekte de baas te blijven. Bij traditionele veredeling kost zoiets jaren. Met traditionele genetische modificatie of Crispr-Cas kan dat ook, maar die technologie is hier niet toegestaan. Ook duurt dat langer."

Pootgoedhandelshuizen staan, vast niet te springen om jullie innovatie?
"We voelen die spanning, maar ik wil benadrukken dat Solynta juist de samenwerking opzoekt. Het kan – denk ik – prima naast elkaar bestaan. We richten ons nu op exportbestemmingen in Afrika, Azië en India. Dat zijn landen waar de aardappelteelt enorm hard groeit. In Europa blijft 'klonale vermeerdering' gewoon bestaan. Ik kan me voorstellen dat telers ook hier graag schoon willen beginnen met aardappelen uit zaad en vervolgens deze knollen alsnog traditioneel vermeerderen. Vergeet niet dat de bekende handelshuizen met elkaar wereldwijd maar vijf producent marktaandeel hebben en niet overal ter wereld actief zijn. Die versnipperde dekking zorgt er ook voor dat het ontwikkelen van een hybride aardappel niet zo snel gaat. In de groentezaden (waar Van Regteren voorheen werkte bij Bayer red.) is dat anders. Daar volgen innovaties elkaar sneller op. Het is onvoorstelbaar dat we in Nederland al meer dan 100 jaar Bintje telen. In de groentewereld is zoiets ondenkbaar."

De kans dat een Nederlandse aardappelteler zijn uitgangsmateriaal gaat zaaien is dus niet zo groot?
"De eerdergenoemde landen focussen meer en meer op de aardappel als basisvoeding. Daarmee vervangt het rijst, dat minder voedingswaarde heeft en meer water verbruikt. De footprint van een aardappel is zeer gunstig. Volgens FAO-cijfers groeit de aardappelteelt wereldwijd met 3,5 procent per jaar. Dat is niet voor niets. Door 25 gram zaad te exporteren vervangen we 2.500 kilo pootgoed. Voor de sector en boeren is het nu zaak om kennis te vergaren en te delen. Daarom dat we ook samenwerken met Bayer. Zij nemen de distributie in Kenia en India op zich. Daar hebben ze een groot netwerk en veel agronomische kennis. Eind juli heeft de Keniaanse NVWA, de Kephis, goedkeuring geven om drie van onze rassen te distribueren"

Teruggaand naar het inkruisen van resistenties. Kan dit de redding zijn om phythophthora het hoofd te bieden?
"Met hybride veredeling gaat het veredelingsproces veel sneller. Een aardappel wil zich simpelweg niet genetisch vermeerderen, dat is van nature zijn eigenschap. Die code hebben we in 2008 gekraakt en verder ontwikkeld. Inmiddels hebben we rassen met drie resistentiegenen ingebouwd tegen phytophthora, maar we werken ook aan andere resistenties. Denk aan een nematodenresistentie bijvoorbeeld. Het is niet zo simpel als het wellicht oogt. Een resistentie heeft altijd impact op de andere eigenschappen. Denk aan opbrengst, smaak en kwaliteit. Onze proefrassen zijn dit jaar, ondanks de extreem hoge ziektedruk, nog niet behandeld. In theorie kan dat, maar het is niet de praktijk. Door IPM (Integraded Pest Management) toe te passen, en slechts nul tot vijf keer te spuiten per seizoen, heb je een houdbaar systeem waarbij resistentiegenen langer behouden blijven. Een aardappel met nul chemie zie ik niet gebeuren."

U sprak eerder over de praktijk. Welke rassen bieden jullie aan?
"Op dit moment hebben we alleen tafelaardappelrassen in het pakket. We veredelen zelf en werken daarnaast samen met enkele aardappelverwerkingsbedrijven om rassen voor frites, chips en vlokken te ontwikkelen. Omdat wereldwijd 80% van alle aardappelen voor directe consumptie zijn, ligt daar onze focus. Tot nu toe werden de aardappelen uit zaad eerst tot plantjes opgekweekt en vervolgens uitgeplant. Dat is bewerkelijk en voegt complexiteit toe. Daarom werken we ook met direct zaaien. Vergelijk het met de teelt van wortelen. Die zaai je ook op 75 centimeter ruggen en met een precisiezaaimachine. De eerste weken zijn cruciaal voor het jonge gewas. Staan ze er eenmaal op, dan groeien ze als een traditioneel gewas. Een gezaaid gewas is zo'n één tot drie weken later dan met pootgoed, maar dat is sterk afhankelijk van het ras en klimaat."

Solynta richt zich op marktaandeel veroveren. Wat is het grootste struikelblok om dit te bereiken?
"Het is enorm lastig om aardappelzaad te exporteren op dit moment. Simpelweg omdat het op geen enkele lijst staat. Een aardappel is een knol, geen zaadje, hoor je dan. Of ze vragen om een monster van 5.000 kilo. Daar kun je de hele wereld mee inzaaien! Ook binnen de EU is exporteren nog verbazend lastig. Je zou verwachten dat Nederland, met een traditie in de veredeling, de techniek toejuicht en steunt. Het tegenovergestelde is waar. Het allerbelangrijkste voor Solynta is om de dingen die we doen ook echt goed te doen. Dat kost tijd, maar als wij falen gaan andere bedrijven ook niet verder met hun ontwikkeling. De huidige veredelingsmethode is te onvoorspelbaar en grillig. Met hybride aardappelen uit zaad is dat verleden tijd. Hybriden zijn in de groentewereld een 'no-brainer'. Voor aardappelen is dat niet anders, denken wij."

Regenradar
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden