De zorgen over het verdere verloop van het groeiseizoen zijn en blijven bijzonder groot. Na de grotendeels verzopen oogstperiode in 2023 en de natte winter zijn verschillende percelen waarop dit jaar aardappelen moeten komen niet ongeschonden uit de strijd gekomen. Daar komt nu nog eens een voorjaar overheen waarin het ook maar niet droog wil worden.
Tot op heden zijn nog altijd niet alle aardappel geplant, waarbij telers in België de meeste achterstand hebben. Naar verluidt zou daar zeker nog 50% geplant moeten worden. Niet onbelangrijk voor de Belgische verwerkers, die toch wel wat in de melk te brokkelen hebben! Telers verspreid over de EU-4 landen die al wel geplant hebben, ervaren veel overlast en schade in de gewassen. In die zin is de moedeloosheid onder de telers groot en is de lol van het akkerbouwer zijn bij velen momenteel niet al te groot.
De vraag die opkomt, maar waar veel belanghebbende nog niet echt mee bezig lijken te zijn (eerst maar de aardappelen enigszins op gang zien te krijgen als dat nog lukt), is wat alle malaise in vrijwel alle EU-4 landen met de prijsontwikkeling zal gaan doen. De stemming gezien de contractprijzen voor oogstjaar 2024 was niet verkeerd, echter nu wellicht een deel van de oogst per hectare er in meer of mindere mate niet komt, slaat de vertwijfeling toe.
Schijnzekerheid?
De gemiddelde prijzen van oude oogst aardappelen ligt nu al ruim boven het €50-niveau en ook de nieuwe oogst fritesaardappelprijs lonkt al naar een prijs van €40 (slotnotering vrijdag 31 mei termijnmarkt april 2025 €38,60). De POC trekt in een tweet van woensdag 30 mei de zekerheid van de aardappelcontracten in twijfel.
Het oogstjaar 2024 zou het commercieel denken van de aardappelteler 180 graden laten draaien (zou daar onderzoek naar zijn gedaan?). Men pleit in de tweet voor een meer vrije aardappelmarkt aangezien er in de contracten geen risicomarge zou zijn verwerkt. Hoe de ontwikkeling in de markt van de laatste jaren - waarbij er steeds meer aardappelen worden vastgelegd - om te buigen, vertelt de tweet niet. Telers worden zeker dit seizoen prima bediend met de fors hogere contractprijs, dat vinden de ondertekenaars van het contract blijkbaar zelf ook, anders zou er niet zoveel worden vastgelegd. Feit is wel dat gezien de pootgoedvoorziening de afhankelijk van de aardappelteler versus zijn afnemer zeker voor seizoen 2024/25 fors is toegenomen, dat zal de komende jaren niet minder worden.
Dwangbuis
Dat het grotendeels vastleggen van de aardappelen bijna een must is voor de verwerkers is goed te begrijpen. Punt is dat het deel vrij te verhandelende aardappelen door de jaren heen zo beperkt is geworden dat de markt elk seizoen meer als een soort dwangbuis aanvoelt. Als de gewassen in de EU-4 landen goed groeien, is er al snel een overschot en ben je blij als teler met dat wat er gecontracteerd is (die jaren komen ook weer). Als er problemen zijn, zoals vorig seizoen in de oogstperiode en momenteel in het voorseizoen, kan het aardappelcontract als knellend worden ervaren. De marktprijs kan fors hoger uitkomen dan de contractprijs terwijl er dan niks meer te verkopen valt.
Hoe je het ook wendt of keert de opbrengst van een akkerbouwgewas dus ook dat van de aardappelen valt niet te voorspellen, het weer is de koopman. Het dan ook (te) veel, vaak lang van tevoren vastleggen is wel een punt van discussie. Dat de termijnmarkt - van oudsher een vaste waarde - een deel van die problemen kan oplossen, wordt door de sector onderschat. Zo zijn daar de diverse pools, maar ook telers of telers met een klikcontract kunnen voor het tweede jaar op rij een flinke premie maken versus het contract.