Europese fritesproducenten kijken met een zeer goed gevoel terug op 2023. Het geëxporteerde volume bereikte een recordhoogte, al werd in de tweede helft van het jaar duidelijk gas teruggenomen. Het is vooral het financieel resultaat dat de West-Europese producenten gunstig stemt. Dat lag bijna een derde hoger dan in 2022.
Met de exportcijfers over december, afkomstig uit het geharmoniseerd handelssysteem, kan de puzzel voor wat betreft 2023 compleet worden gemaakt. Dat het een topjaar was voor de grote fritesproducenten in de vijf belangrijkste Europese landen was al duidelijk. Ten opzichte van de eerste helft van het jaar hebben afnemers duidelijk minder frites gekocht in Europa. Deels vanwege een grotere concurrentie, maar toch vooral vanwege het torenhoge prijsniveau.
1,2% meer geëxporteerd
De fritesexport van de EU-5 (Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en Polen) komt over kalenderjaar 2023 uit op 6,1 miljoen ton. Dat is 1,2% meer dan het jaar ervoor. Geen schokkend verschil, maar in vergelijking met vijf jaar geleden praat je nog altijd over een productiegroei van ruim een miljoen ton frites.
In de eerste zes maanden van het jaar zat de vaart er goed in en schreven de fabrieken opnieuw forse groeicijfers. De export liep toen flink voor op 2022. In de herfst- en wintermaanden liep de verkoop duidelijk terug, zoals ook in de maandelijkse cijfers zichtbaar is. In december is ruim 3% minder uitgevoerd dan in diezelfde maand een jaar eerder. Dat heeft vooral te maken met minder verkopen vanuit België en Nederland.
Volumekoning
Absolute topper van de exportlanden is België. Deze volumekoning exporteerde 3,16 miljoen ton frites in kalenderjaar 2023. Een stijging van bijna 2% vergeleken met het jaar ervoor, wat neerkomt op 55.000 ton. De export vanuit Nederland liep juist iets terug in het afgelopen jaar, tot 1,95 miljoen ton. Dat was een jaar eerder nog 1,98 miljoen ton. Waar de Belgen nog volop inzetten op volumegroei, en daarvoor kunnen terugvallen op aardappelen uit Frankrijk, is in ons land de rek er behoorlijk uit.
Procentueel gezien heeft Frankrijk het van de vijf landen het beste gedaan. De export steeg 10% tot 450.000 ton. Ook Polen deed het met ruim 200.000 ton procentueel gezien behoorlijk goed. De uitvoer steeg 8,5%. Duitsland zag zijn volume 5% krimpen en zit qua volume (met 320.000 ton) tussen beide andere landen in. Dat heeft alles te maken met het prijsniveau van het product.
Toenemende marges
Kijkend naar de exportwaarde in euro's, dan moet er wel een jubelstemming zijn in de boardrooms van de grote aardappelverwerkers. Na de coronapandemie is de waarde van een ton diepgevroren frites gaan stijgen en aan die stijging is nog altijd geen einde gekomen. Met lagere productiekosten (energie, frituurolie, verpakkingsmateriaal) en een verbeterde logistieke situatie nemen de marges alleen maar toe.
De waarde van de fritesexport in de EU-5 is met bijna een derde toegenomen tot €7,78 miljard. Een jaar eerder was dat nog €5,9 miljard. België heeft hierin met bijna €4 miljard het grootste aandeel. Dit land zag met 37% zijn omzet ook het hardste stijgen. In Nederland was dat een kwart. Op alle fronten is meer verdiend aan frites. Zowel binnen als buiten de EU.
België niet langer de goedkoopste
De prijs van een ton frites – die ook in december nog is toegenomen – ligt gemiddeld in Duitsland het hoogste. In een jaar tijd steeg deze met 30% tot €1.328. België, traditioneel de prijsvechter op het wereldtoneel, moest deze positie prijsgeven aan Polen. Het Belgische prijsniveau bedroeg gemiddeld €1.240, tegenover €1.200 in Polen. Nederland zit met gemiddeld €1.320 ook behoorlijk aan de bovenkant en zag zijn gemiddelde prijsniveau met een derde toenemen.
Op het continent Europa blijft het Verenigd Koninkrijk de grootste klant voor frites, al daalde dat volume wel. Frankrijk staat op de tweede en Spanje op de derde plek. Buiten Europa is Saoedi-Arabië de grootste koper. Dit land nam iets meer frites af. De Verenigde Staten namen 12% minder frites af, maar blijven de nummer 2 qua volume. Brazilië staat op plek 3. Dit land nam juist 15% meer product af.
Weerstand groeit
Kalenderjaar 2024 ziet er waarschijnlijk anders uit voor de EU-5. De weerstand tegen de steeds duurder wordende frites neemt toe op de wereldmarkt. Dat resulteert in minder absolute tonnen, maar deels maakt de hogere geldelijke waarde dit weer goed. Wat wel veranderd is, is de terugkeer van Noord-Amerika op het exporttoneel, na enkele moeizame jaren. Het is daarbij een klein voordeel dat de VS en Canada prijstechnisch vrij hoog in de markt zitten, waardoor de EU ook met een goede prijs mee kan doen. Zelfs wanneer de prijs iets gas terugneemt kunnen fabrieken nog altijd zeer goede marges maken bij de huidige marktsituatie.
Bottleneck voor de Europeanen blijft de aanvoer van voldoende aardappelen, al zou je dat niet zeggen gezien de cijfers over 2022/23. Er staan nog behoorlijk wat productie-uitbreidingen op het programma, maar er komen niet voldoende aardappelen om die lijnen allemaal gevuld te houden. De contractprijzen voor fritesaardappelen zijn aantrekkelijk te noemen. Bij deze fritesprijzen kunnen fabrieken dat prijsniveau makkelijk hanteren en zo de teelt verder een boost geven. Dit maakt dat ook in de komende jaren de aardappelteelt positief blijft, ondanks alle uitdagingen in de teelt.