Vanaf de weg lijkt het misschien heel wat maar over het algemeen is het nog bijzonder op de Noordwest-Europese akkers. Het is traditioneel wel zo dat als de dagen lengen, het weer verbetert en de voorspellingen voor de langere termijn goed lijken, het bij de akkerbouwer gaat kriebelen en dat de aardappelmarkt daarop kan reageren.
De afgelopen periode steeg de aardappelmarkt in rap tempo van net boven het €20-niveau (cash settlement) rond de jaarwisseling tot ruim €36 actueel begin maart. De vraag is of de markt dit tempo van prijsstijging kan vasthouden. Dat zou namelijk betekenen dat medio mei de gemiddelde prijs van fritesaardappelen richting het €50-niveau zou stijgen. Feit is echter dat met het verder ophogen van de prijs er niet meer aardappelen beschikbaar komen. Wellicht gebeurt dat (tijdelijk) wel als de markt wat stabiliseert of zelf een stapje terug moet doen. Dat de aardappelmarkt stabiliseert is feit als je kijkt naar de verschillende Europese noteringen. In de Belgapom-notering van vrijdag 8 maart werd de stemming als stabiel omschreven (aanbod is gelijk aan de vraag, evenwicht).
Het weer geeft de doorslag
Of de aardappelmarkt ook een stapje terug kan doen zal nog moeten blijken, maar het zou gezien naar het prijsverloop van de afgelopen weken niet eens zo apart zijn. Het weerbeeld voor de langere termijn speelt daarbij absoluut een rol. Staat er echt mooi droog en zonnig weer op de rol dan zijn de meeste akkerbouwers niet meer te houden en is een wat negatief effect op de marktprijs niet ondenkbaar. Aan de andere kant is niks zo veranderlijk als het weer. Een vroeg voorjaar (wat sowieso al lastig is) kan zomaar worden vertraagd en dan neemt ook de spanning in de markt voor oogst 2023 gelijk weer toe.
Met andere woorden: denken we nu dat er wel of geen gat valt tussen de oude en nieuwe oogst? Kortom, even pas op de plaats lijkt het en kijken wat het voorjaar gaat doen en welk effect dat gaat hebben op de stemming de komende weken. Één ding is zeker, het bewaarseizoen is nog maar net over de helft.