De vijf grote aardappelverwerkers die in Nederland actief zijn hebben allemaal hun vastprijscontracten voor fritesaardappelen bekendgemaakt. Alle fabrieken komen met een verhoging van de prijs, waarmee de contractprijs voor aardappelen op het hoogste niveau ooit is gekomen. Daartegenover staat ook een fiks hogere pootgoedprijs. Staar je dus niet blind op alleen de contractprijs.
Schokkende verschillen tussen de verwerkers zien we niet en dat is niks geks. Tussen de laagste en hoogste contractprijs zien we bij Fontane kleinere verschillen dan bij Innovator, waar verwerkers wel meer een eigen prijsbeleid hanteren. Voor Fontane is de bandbreedte €0,65 tot €0,75, terwijl bij Innovator de prijsverschillen tussen fabrieken oplopen tot maximaal €1,65.
Hoogste en laagste prijs
Welke fabriek het beste of slechtste betaalt, is lastig te zeggen omwille van twee redenen. Ten eerste vergelijken we de kale contractprijzen. Voor de bewaarvergoeding en het beprijzen van de kwaliteit en andere premies heeft iedere fabriek zijn eigen methode. Een euro meer of minder aan prijsverschil kan dan snel verdwijnen. Wie naar het kale overzicht kijkt, valt op dat Lamb Weston in veel leverperiodes aan de onderkant van de contracten zit en Farm Frites veelal aan de bovenkant. Agristo is de enige verwerker die eind juni voor Fontane €30 betaalt. Voor Innovator kan in week 17 (april) al bijna €30 worden gemaakt bij Farm Frites en Aviko. Eind juni betalen alle verwerkers ruim boven dat niveau, met uitschieters tot €31,75 (McCain).
Om dit in perspectief te zetten: vijf jaar terug betaalden fabrieken gemiddeld €18,12 voor Innovator in week 26 en €14,75 voor Fontane. Dat is een prijsstijging van 72% voor het eerste ras en 84% voor Fontane!
Pootgoedprijzen
Dan de tweede reden waarom de contractprijzen niet te vergelijken zijn: de prijs van het pootgoed maakt meer dan ooit het verschil. Alle consumptietelers waren vooraf uitgegaan van een prijsstijging, maar dat de pootgoedprijs €110 per 100 kilo kon bedragen is voor menigeen even slikken. De hogere prijzen betekenen al snel 1 tot 3 cent kostprijsstijging per kilo aardappelen. Iedere verwerker hanteert zijn eigen pootgoedprijs die per ras, maatsortering en wel of niet gesneden varieert. Er is zelfs een verwerker die niet-virusvrij pootgoed aanbiedt tegen een lagere prijs. Alles om het tekort het hoofd te bieden.
Geen enkele verwerker staat te springen om zijn verkooplijst te delen. Mededelingen over de prijzen zijn vaak algemeen of er worden hectareprijzen genoemd. Zoals gezegd zijn er allerhande verschillen in acht te nemen. Globaal verschillen de prijzen voor Fontane 35-50 millimeter tussen de €75 en €90 per 100 kilo. Bij Innovator 35-50mm is dat zelfs €68 tot €80. Kijkend naar de Belgische industrieën kun je niet anders dan concluderen dat zij moeilijker in hun pootgoedpositie zitten. De prijzen lopen daar op tot wel €110 voor Fontane en Innovator bij Clarebout. Dat zijn gemiddeld iets hogere contractprijzen betalen wordt dus deels weggenomen door de hoge(re) pootgoedkosten. Overigens is die waarheid een beetje achterhaald omdat met name Farm Frites minstens zoveel betaalt.
Teler switcht vaker
Zoals al eerder becijferd stijgen de contractprijzen in lijn met de kostprijs van de aardappelteelt, of bieden ze daar bovenop nog een plusje. Concurrentie tussen verwerkers onderling is er wel, en groeiambities zijn er zeker, maar het gemis aan uitgangsmateriaal zorgt ervoor dat dit voor 2024 niet realiseerbaar is. Aardappeltelers zijn van nature vrij honkvast. Naast een goede prijs spelen ook snel betalen, soepel tarreren en de relatie een belangrijke rol. Toch wordt er dit jaar meer geswitcht volgens insiders.
Wie gewend is om een deel van zijn aardappelen vrij te telen en zelf de verkoopprijs te bepalen komt dit jaar misschien bedrogen uit. Verwerkers willen alleen pootgoed leveren wanneer ze er zeker van zijn dat de consumptieaardappelen naar hen komen. Misschien dat dit in het verleden soms ook zo was, maar de nadruk ligt meer op de kleine lettertjes. Bij de meeste Nederlandse verwerkers hoef je niet het volledige areaal op een vastprijscontract vast te leggen. Een (klein) deel mag ook op een andere contractvorm worden geprijsd, zoals een klikcontract.
Vrije volume daalt
Bij de Belgische verwerkers gaat die vlieger niet op. Daar praten we over tonnencontracten en geen hectarecontract. Akkerbouwers die gewend zijn om jaarlijks uitgangsmateriaal voor de ATR-teelt in klasse E aan te kopen hebben dit jaar een probleem. Handelshuizen verkopen nee of bieden klasse A als alternatief, tenzij er afspraken met de fabriek zijn. De verwerkers leggen een claim op al het pootgoed. Dat het volume vrije aardappelen afneemt door deze factoren is wel zeker. In hoeverre dit de markt komend seizoen gaat beïnvloeden is afwachten. Het aandeel vrije transacties waarop de notering wordt samengesteld is al flinterdun. Met nog minder vrije aardappelen is die positie alleen maar lastiger.
Fabriek op stoel van teler
Enkele verwerkers bieden meerjarige contracten prominenter aan. Daarbij garanderen ze eenzelfde prijs over een of twee oogstjaren. Stijgt de contractprijs, dan gaat die in de meerjarige afspraak meestal mee omhoog. Met welke afnemer je samenwerkt gaat in de komende jaren een bepalende rol spelen voor je bedrijf. De verwachting is dat fabrieken steeds meer eisen omtrent de bedrijfsvoering van het akkerbouwbedrijf gaan stellen. Dat communiceert ook brancheorganisatie Vavi. Wat is je bouwplan, welke gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast en wat is de bemestingsstrategie?
Dit is voor nu het meest zichtbaar bij McCain, die vol inzet op regeneratieve landbouw. Zij betalen daarvoor €5 per ton extra. Ook Lamb Weston komt naar verluidt dit voorjaar met een soortgelijk programma. De krabbel die je onderaan het contract zet bepaalt daarmee niet alleen de verkoopprijs, maar ook hoe jij aardappelen teelt. Daarmee wordt de relatie tussen teler en afnemer nog belangrijker.