Aviko Potato zet dit seizoen naar eigen zeggen bewust scherp in met de prijs van pootgoed, om daar voor hun telers het verschil te kunnen maken. De prijs gaat weliswaar omhoog, maar het bedrijf probeert zijn telers niet volledig op te laten draaien voor de schaarste die heerst en de daaruit voortvloeiende hoge prijzen. De contractprijzen stijgen dit seizoen wederom over de hele linie.
Pootgoed is hét onderwerp in de aardappelsector op dit moment. Zo ook in de vastprijscontracten voor seizoen 2024/25. Aviko heeft – net als andere verwerkers – meerjarige afspraken met de pootgoedhandelshuizen. Ondanks deze zekerheid moet ook Aviko dieper in de buidel tasten voor het uitgangsmateriaal, maar de verwerker wil die kosten niet op de telers afwentelen. Feit is dat simpelweg sprake is van een Europees tekort aan pootgoed. Dat speelt bij alle rassen in meer of mindere mate en bij Innovator in het bijzonder.
Kosten inperken
Voor Innovator pootgoed 35-45 millimeter hanteert het bedrijf een prijs van €685 per ton. Voor Fontane 35-50mm is dat €760. Dit seizoen moet de fabriek noodgedwongen meer grove maten afnemen, wat betekent dat er ook fors meer gesneden gaat worden. Dat baart Aviko zorgen. Het kiest er naar eigen zeggen bewust voor om de hogere kosten zo min mogelijk door te berekenen. Pootgoedlevering aan de telers staat ten dienste van de fritesaardappelteelt. Hoge pootgoedkosten gaan te koste van het teeltrendement en dat tracht het te voorkomen. Wel is het lastig het areaal consumptieaardappelen uit te breiden in de huidige situatie.
De consumptieaardappelprijzen voor oogst 2024 worden met maximaal €20 per ton verhoogd. Die verhoging zit hem vooral in het bewaarseizoen. Het aflandseizoen voor de hoofdoogst begint bij Fontane op een prijsniveau van €175 per ton. Voor Innovator is dat €195. In week 17 (levering april) komen beide rassen uit op €268 en €288 per ton. Eind juni is dat €295 en €315.
Resultaat onderaan de streep
De genoemde prijzen zijn exclusief alle premies en bonussen die telers kunnen halen voor bijvoorbeeld de kwaliteit, het volume of bewaring in de mechanische koeling. Reken je die wel mee – en neem je de tarieven voor pootgoed in acht – dan denkt de verwerker op een competitief prijsniveau uit te komen ten opzichte van de concurrenten.
Naast het vastprijscontract heeft Aviko de bekende alternatieven: het poolcontract en fritesgarantiecontract (klikcontract). Nieuw is het tweejarig bodemcontract. Daarbij wordt voor 2024 en 2025 dezelfde prijs gehanteerd. Stijgt contractprijs volgend jaar, dan gaat de prijs wel mee omhoog. In Frankrijk heeft Aviko deze contractvorm al langer, maar voor Nederland is dat nieuw. De telers zijn bij afname van het pootgoed niet verplicht een vastprijscontract af te sluiten, maar kunnen ook voor een van de andere drie contractvormen kiezen.
Niet zelf pootgoed telen
De pootgoedvoorziening blijft ook de komende jaren een uitdaging voor de aardappelverwerkers, maar Aviko spreekt wel over de wet van Murphy die de teelt heeft getroffen afgelopen jaar. Een laat voorjaar, slechte opkomst en zetting en tot slot een moeilijke oogst. Tel daar het kleiner areaal bij op. Feit is dat het areaal pootgoed naar alle waarschijnlijk ook dit jaar krimpt. Dat blijkt uit verwachtingen die de NAK heeft uitgesproken. Toch ziet Aviko er weinig in om zelf het uitgangsmateriaal te gaan telen. Pootgoed telen is een aparte discipline voor gespecialiseerde telers en de handelshuizen. Daarbij onderstreept de verwerker dat hoogwaardig uitgangsmateriaal onontbeerlijk is voor de toekomst van de aardappelsector. Een eerlijke waardeverdeling in de keten begint bij de pootgoed- en consumptieaardappelteler. Volgens de verwerker uit Steenderen is dat de basis.