De verwerking van aardappelen groeit wereldwijd zo hard dat de afzet ervan vroeg of laat stagneert of zelfs gaat dalen. Dat concludeerde Daniel Metheringham – onderdirecteur landbouw en duurzaamheid bij McCain Noord-Amerika – tijdens de Potato Business Summit. In de komende drie jaar wordt tot wel 4 miljoen ton productiecapaciteit bijgebouwd wereldwijd. Vinden al die frites een koper?
Begin januari kwam de wereldwijde aardappelsector bijeen in Austin in Texas. Één van de sprekers op de Potato Business Summit, gehouden op woensdag 10 januari, was de geboren Brit Daniel Metheringham. Hij werkte voor McCain in Europa en inmiddels al heel wat jaren in Noord-Amerika. Daar is hij onder andere verantwoordelijk voor telerzaken.
Personeelsschaarste
De gehele aardappelsector, zowel in Noord-Amerika als Europa, heeft met grote uitdagingen te maken. Tegelijkertijd zijn die het 'nieuwe normaal' geworden. In de Verenigde Staten ligt het werkeloosheidspercentage op slecht 3,7%, waardoor het voor McCain en concurrerende bedrijven lastig is om nieuw personeel te vinden. In Europa is er met gemiddeld 6,5% werkeloosheid onder de beroepsbevolking een iets grotere beschikbaarheid, maar veel is dat niet. Ook het behouden van arbeidskrachten is een uitdaging.
Logistieke problemen die al voor de coronacrisis in 2021 speelden werden door de pandemie fors verergerd. Deze problemen zijn nog altijd niet verholpen. Het wereldwijd verschepen van inputs en eindproduct is complexer en uitdagender geworden. Wat in de aardappelverwerkende industrie een grote rol speelt is de beschikbaarheid en prijs van energie. Vooral aan het begin van de oorlog in Oekraïne was dit een knelpunt. Het thema blijft ook nu actueel. Telers hebben met name de laatste twee jaar te maken gehad met fors gestegen inputkosten voor de teelt.
Van uit eten naar bezorgen
Consumentenpatronen zijn de laatste jaren behoorlijk aan het verschuiven, merkt Metheringham op. Dat geldt zowel voor Noord-Amerika als Europa. Een blijvend gevolg van de coronapandemie is dat mensen minder geregeld uit eten gaan en dat ze juist vaker voedsel thuis laten bezorgen. Een forse groei aan bezorgdiensten en apps maakt dit laagdrempelig en bereikbaar. Door de stijgende voedselinflatie zijn consumenten geneigd om vaker voor goedkopere (huismerken) te kiezen, al blijven ze van tijd tot tijd dure luxeproducten aanschaffen als een traktatie aan zichzelf. Voor de aardappelsector is dat positief. Frites blijven een relatief goedkoop product dat zich ook nog eens prima thuis laat consumeren via je favoriete bestelapp.
In de jaren voor de coronacrisis groeide de wereldwijde consumptie van aardappelproducten jaar op jaar met 4%, zo becijfert de McCain-man. Dat liep in de periode 2019 tot 2022 terug tot 2%. De verwachting is dat het groeipercentage in de komende jaren weer terugkeert naar 4%.
4 miljoen ton groei
Met die groei in het achterhoofd bouwen aardappelverwerkers aan nieuwe fabrieken om meer frites en andere aardappelproducten te kunnen produceren. Metheringham schat in dat de wereldwijde verwerkingscapaciteit van 16 miljoen ton eindproduct kan groeien naar maximaal 20 miljoen ton in 2026. In bijna alle werelddelen groeit de capaciteit, In het bijzonder in Noord-Amerika. Zo stopt McCain $600 miljoen (€550 miljoen) in een nieuwe fabriek in de Canadese provincie Alberta. Metheringham: "De productiegroei in Azië mogen we niet uitvlakken. Het is lastig om alle nieuwbouwprojecten te kennen, omdat daar veel kleinere lokale investeerders actief zijn. Die snoepen marktaandeel af van de Amerikaanse en Europese exporteurs." Het uitbreiden en upgraden van bestaande lijnen – die daardoor efficiënter worden – is in de cijfers niet meegenomen.
Met de blik alsmaar op groei gericht komt de aardappelsector vroeg of laat bij het verzadigingspunt uit, zo denkt Metheringham. "De aardappelbubbel kan barsten wanneer de verwerkingscapaciteit groter groeit dan de consumptie op mondiaal niveau." Hij pleit daarom voor bescherming van de sector en een goede samenwerking tussen ketenpartijen. Ook het imago van de aardappel is belangrijk. Zo zet McCain al meerdere jaren sterk in op zogenoemde 'Regen Fries' waarbij de teelt volgens principes van de regeneratieve landbouw plaatsvindt. In Noord-Amerika is dat zeer succesvol en inmiddels wordt het concept ook in een aantal Europese landen beproefd. In Nederland is het bedrijf afgelopen jaar gestart met een project dat drie jaar duurt. Het bedrijf heeft als doelstelling om al in 2030 al zijn aardappelen wereldwijd regeneratief te laten telen.