Een derde van alle Franse fritesaardappelen verdwijnt op jaarbasis naar de (Belgische) buren om daar tot frites te worden verwerkt. In de komende zeven jaar komt daar verandering in als het aan de Fransen ligt. Belangenbehartiger GIPT mikt op een productieverdubbeling gedurende dat tijdsbestek. Drie fabrikanten – uit België nota bene – werken er al hard aan.
Half december organiseerde de Franse GIPT (Groupement Interprofessionnel pour la Valorisation de la Pomme de Terre) haar jaarlijkse bijeenkomst in Parijs. Daar werd duidelijk dat de Europese aardappelwereld grote plannen heeft met de verwerking en fritesproductie binnen Frankrijk. Is de afgelopen twintig jaar België leidinggevend geweest in de productie van diepgevroren frites, die rol verschuift in de toekomst steeds verder naar hun zuiderburen onder druk van de zoektocht naar aardappelen.
Kwart over de grens verwerkt
"Van alle aardappelen die in Frankrijk jaarlijks worden verbouwd is driekwart bestemd voor de verwerkende industrie", zegt GIPT-voorzitter Arnaud Delacour tegen de Franse media. "Slechts de helft van dat volume wordt in Frankrijk verwerkt, de rest gaat de grens over. Dat biedt mogelijkheden voor productie-uitbreiding in de toekomst." De meeste van deze aardappelen worden nu in België versneden tot diepgevroren frites of verwerkt tot kroketten en andere aardappelproducten. Ook importeert Frankrijk nog een relatief klein gedeelte aan aardappelen.
Het zijn de Belgen die momenteel de fritesindustrie bij hun zuiderburen in rap tempo uitbreiden. Aardappelgigant Clarebout werkt en bouwt al jaren aan een nieuwe fabriek in havenstad Duinkerke, waar volgens Delacour vanaf deze maand de bakovens vol gas gaan draaien. Op jaarbasis kunnen daar dan een half miljoen ton aardappelen worden verwerkt. In augustus werd bekend dat Agristo in Noord-Frankrijk een oude suikerfabriek van Tereos heeft gekocht om daar in de komende jaren frites te gaan produceren.
Ecofrost plant nieuwe fabriek
Op de eerste dag van het nieuwe jaar bleek tot slot dat het Waalse Ecofrost over de Belgisch-Franse grens een terrein in Péronne heeft gekocht om er zijn tweede fritesfabriek te kunnen realiseren. Dat schrijft de Belgische zakenkrant De Tijd. Het bedrijf uit Péruwelz, gelegen op een steenworp afstand van de Franse grens tussen Doornik en Bergen, is al sinds 2022 bezig met aankoop van het terrein. Daar was eerder een chipsfabriek gevestigd die inmiddels zijn deuren heeft gesloten.
Met deze locatie verhoogt Ecofrost zijn productiecapaciteit naar verluidt met 200.000 ton frites en puree, schrijft De Tijd. Goed voor 40% van de totale productie binnen Ecofrost, dat eigendom is van de families Hoflack en Vervaeke. Omgerekend naar aardappelen praat je dan over 400.000 tot 500.000 ton grondstof.
1,5 miljoen ton extra aardappelen
In het verwerkingsseizoen 2022/23 verwerkte de Franse industrie 1,42 miljoen ton aardappelen tot onder andere 492.000 ton frites. Dat is een record en ruim 5% meer dan in het seizoen ervoor. De voorgenomen verdubbeling van de fritesoutput betekent dus dat nog eens een kleine 1,5 miljoen ton aardappelen benodigd zijn tot en met 2030. Die komen dan op conto van de eerder genoemde drie bedrijven. De aardappelteelt moet sowieso groeien om de Belgische productielocaties te blijven beleveren, zoals die van Aviko Potato, dat sinds vorig seizoen grotendeels Franse aardappelen verwerkt in het Belgische Poperinge. GIPT-voorzitter Delacour hoopt dat meer Franse bedrijven kansen zien in de aardappelverwerking in zijn land.
Gerekend met de gemiddelde Franse hectareopbrengst van 39,6 ton komt 1,5 miljoen ton aardappelen uit op maar liefst 37.878 hectare. Dat is een kwart van het huidig areaal. Hamvraag is waar al die aardappelen geteeld gaan worden. Naast de praktische ligging in de redelijke nabijheid van zeehavens en beschikbaarheid van personeel speelt voor verwerkers ook de potentie van de Noord-Franse akkerbouw een grote rol. Die is nog altijd extensief met granen, suikerbieten, luzerne, vlas en koolzaad. De aardappelteelt is er al jaren opkomend en gezien de ambities van de Europese aardappelverwerkers wordt dat alleen maar meer. Grootste uitdaging voor telers is de beschikbaarheid van voldoende water in het groeiseizoen.
Segmentverschuivingen
Wat in mindere mate meespeelt, is de verschuiving tussen aardappelsegmenten. En dan met name van tafel- en zetmeelaardappelen naar fritesaardappelen. Vorig seizoen verwerkte Franse zetmeelfabrieken slechts 800.000 ton, tegenover 1,11 miljoen ton in het seizoen ervoor. Dat heeft grotendeels te maken met het sluiten van de zetmeelfabriek van Tereos in Haussimont, en de slechte oogst van 2022. Naar verwachting krimpt de zetmeelteelt dit seizoen verder.
Blijkbaar houden aardappelverwerkers er rekening mee dat zij dubbele groeicijfers kunnen blijven hanteren voor de export van frites en andere aardappelproducten. Daarnaast moeten zij over een rotsvast geloof beschikken in de mogelijkheden voor uitbreiding van de aardappelproductie binnen de EU-4 om over voldoende grondstof te kunnen beschikken. Op de korte termijn is de grootste rem ongetwijfeld het tekort aan pootgoed. Ook de toenemende weersextremen maken het lastiger om jaar op jaar een goede oogst te handhaven.
Verschuivend zwaartepunt
Worden alle plannen werkelijkheid, dan zien we het zwaartepunt van de fritesaardappelteelt verschuiven naar andere regio's binnen Europa. Van het dichtbevolkte Nederland en Vlaanderen meer naar het zuiden van België en Noord-Frankrijk, maar bijvoorbeeld ook het oosten van ons land en in Duitsland. In vergelijking tot bijvoorbeeld de Noord-Amerikaanse aardappelteelt blijft het daarmee nog steeds een vrij lokale teelt waar kennis, vermeerdering, productie en afzet letterlijk dicht bij elkaar liggen.