Alle aardappelen van oogst 2023 zijn nog niet eens gerooid of de nieuwe contracteringsronde voor seizoen 2024/25 staat voor de deur. Voor oogstjaar 2023 waren de contractprijzen meer dan fors naar boven bijgesteld ten opzichte van de voorgaande jaren. De enorme honger naar grondstof om de fors toegenomen verwerkingscapaciteit in de EU-4 landen te stillen, was hier de oorzaak van. Telers moesten zeker met de verder flink toegenomen kosten wel het gewenste areaal aardappelen blijven telen.
De hogere contactprijsstrategie is in basis prima gelukt. Ook telers die op wat voor manier dan ook meer gewend waren vrij te telen, konden de verleiding om (meer) te contracteren niet weerstaan. Het totale volume van areaal dat op enige wijze vastligt over oogst 2023 in de EU4 landen komt volgens insiders dan ook uit op 85%. Dan hebben we het over zowel contracten als pool.
Het is absoluut een feit dat de verhoogde contractprijzen voor oogstjaar 2023 bij de bekendmaking in goede aarde viel bij de telers. Een meer gegarandeerd bedrijfsinkomen was immers het resultaat. Toen echter het late voorjaar overging in een aanhoudende droge junimaand en de marktprijs oude oogst (seizoen 2022/23) boven het €50 per 100 kilo uitkwam, begonnen telers zich in sommige gevallen af te vragen of de contracten wel de veilige haven waren. Het zijn vooral de Belgische verwerkers die contracten afsluiten op basis van volume (tonnen), die moeten dan wel geleverd kunnen worden! Later in het groeiseizoen leek alles weer op zijn pootjes terecht te komen en maakte de gewassen een spurt in de ontwikkeling waardoor er in België en Frankrijk zelfs een bovengemiddelde aardappeloogst op stapel stond. De gemiddelde marktprijs voor fritesgeschikte aardappelen medio oktober was inmiddels teruggezakt naar circa €12 per 100 kilo.
Niet alles gerooid
Dat de ingezakte marktprijs in de EU-4 landen weinig stof deed opwaaien, kwam ook doordat de meeste aardappelen op basis van de prima contractprijs werden en worden afgeleverd. Momenteel (tweede helft november) is de situatie weer flink gewijzigd door de aanhoudende neerslag. In vooral Vlaanderen, waar telers lang hebben gewacht met de start van de oogst, zou zomaar eens een substantieel van de aardappelen in de grond kunnen blijven zitten. Ook lokaal in Nederland en Frankrijk lijkt dat het geval. In Duitsland zouden op een haar na de aardappelen zijn gerooid.
Kortom: weer een aardappelseizoen met een flink aantal hoofdstukken in het boek. Daarbij gaat de stelling zeker op dat aardappelen contracteren één is, maar de aardappelen telen en dus veilig van het land en/of schuur krijgen twee. Daarbij is het contracteren ook voor komend seizoen - waarbij ervan uitgegaan wordt dat de voorstellen van de verwerkers 'prijshoudend' (lees: vergelijkbaar met tot zelfs wat hoger dan oogstjaar 2023) zullen zijn - een prima basis voor het inkomen van het akkerbouwbedrijf.
Bufferzone
Resultaat is wel dat er een aardappelmarkt ontstaat die weinig klappen kan opvangen. Kijk maar naar het marktprijsverloop van de afgelopen maanden van €60 in week 26 (Belgapom) naar €10, in week 38. Door het uiterst beperkte percentage aardappelen buiten het contractvolume is er zeker dit seizoen en als het niet anders wordt ook de komende seizoenen vrijwel geen 'wisselgeld' om überhaupt van een aardappelmarkt te spreken. Zie het als een rivier zonder uiterwaarden, valt er te weinig regen dan komt de rivier droog te staan en wordt de scheepvaart beperkt (lees: schiet de beetje vrije marktprijs naar €40+) valt er te veel regen dan loopt het water over de dijken en staan de kelders blank (lees: dan zakt het surplus aan vrije aardappelen naar €10).
Uiteindelijk lijkt ook de markt voor fritesaardappelen in de EU-4 landen richting naar het (door een aantal verwerkers uit dat werelddeel gewenst) Amerikaanse model te gaan. Daarbij wordt wellicht echter vergeten dat het verschil (volatiliteit) van de jaarlijkse hectareopbrengst in Europa (wat vooral wat aardappelen betreft een zeeklimaat is) fors groter is dan het verschil van de jaarlijkse hectareopbrengst (circa 3%) in Noord-Amerika. Of het zogenaamde Amerikaanse model van inkoop uiteindelijk zal slagen is overigens de vraag, het zijn de Belgische verwerkers die de laatste jaren op veel fronten het marstempo bepalen waarbij men in Nederland en in mindere mate Duitsland volgt. Je zou haast kunnen stellen dat de hoge opbrengstvariaties in de EU-4 landen het nog meer vastleggen van de aardappelen haast onmogelijk maakt. In die zin zou voor een meer stabielere marktprijsontwikkeling een substantieel minder deel vaste prijscontract toch beter werken. Of de verwerkers dit ook zo zien is maar de vraag, telers lijken in ieder geval (nog) prima te kunnen leveren met wat er geboden wordt op vaste prijscontracten.