Als buitenstaander krijg je soms het idee dat fritesproducenten zelfs van hete lucht nog aardappelproducten kunnen bakken. Dat een haperende grondstofstroom weldegelijk impact heeft op de output (lees: export) zien we terug in de cijfers van deze zomer. Een krimpend aanbod laat de prijzen naar ongekende hoogte stijgen.
De meest recente exportcijfers voor de EU-5 zijn die over de maand juli. Daarin werd de kleinste hoeveelheid aardappelproducten geëxporteerd in zeventien maanden tijd, zo blijkt uit data afkomstig uit het geharmoniseerd handelssysteem. Een dramatische daling, zou je denken, maar goed is om daarbij te vermelden dat de sector record op record heeft weten te stapelen. Het laatste cijfer steekt daarom een beetje schril af tegen de rest, maar is wel een duidelijk signaal.
In vergelijking met juli vorig jaar is er slechts 3% minder geëxporteerd, wat het cijfer van ruim 476.000 diepgevroren frites in een iets ander daglicht zet. Dat is 13.000 ton minder dan in juni werd uitgevoerd door België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Polen.
Grootste daling in België
De grootste daling, zowel absoluut als in procenten, is zichtbaar in België. Daar werd 9.700 ton minder frites uitgevoerd. Voor de nummer twee (Nederland) was dat 3.000 ton, een daling van amper 2%. Frankrijk zit daar qua daling tussenin terwijl het volume dat werd uitgevoerd door Duitsland en Polen stabiel bleef in deze zomermaand.
In Europa hebben de grote vijf iedere maand een recordafzet in frites neergezet en zij zorgen daarmee voor een trendbreuk aan het einde van seizoen 2022/23. Als een erg grote verrassing komt dat niet. We weten al twee maanden dat de Nederlandse verwerking in juli een bijzonder klein volume heeft verwerkt. Een laag exportgetal komt dus niet zomaar uit de lucht vallen. De reden daarvoor laat zich raden: een tekort aan aardappelen. In België was de toevoerlijn nog verder afgeknepen, wat ook duidelijk terug te zien is nu. Deze kink in de kabel heeft dus weldegelijk impact gehad op de industrie.
Prijs dendert door
Minstens zo interessant is de prijs die de bakkers voor een ton frites rekenen. Daar was in juli nog wel onverminderd een plus zichtbaar. De waarde lag gemiddeld een derde hoger dan vorig jaar het geval was en 2% (€23) boven juni. We kunnen dus ook concluderen dat het prima is gelukt om de dure vrije aardappelen (tot €57,50 per 100 kilo in de PotatoNL) door te berekenen in de fritesprijs, al morren de kopers wel steeds meer wanneer ze deze – bijna letterlijk – goudgele frites op de kade ontvangen.
Veel van de bestemmingen voor frites uit de EU-5 zijn ook Europese landen. Met stip op één: het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door Frankrijk en Spanje. Het volume naar deze landen bleef stabiel of nam zelfs toe. Voor de niet-Europese bestemmingen is dat een ander verhaal. Saudi-Arabië – de grootste koper van Europese frites – liet het afgenomen volume met een derde dalen. De Verenigde Staten nam een kwart minder af en Brazilië bijna een vijfde.
Tijdelijke dip
Voorlopige cijfers over augustus laten zien dat in juli sprake was van een tijdelijke exportdip. Cijfers over de hele EU laten zien dat er 17.000 ton meer is geëxporteerd dan in juli. In de zomermaand namen Saudi-Arabië en de VS namelijk weer wat meer product af. De prijzen zijn tegelijkertijd op een stabiel en zeer hoog niveau gebleven.
Naar verwachting laat ook september een soortgelijk beeld zien, gezien de gebrekkige beschikbaarheid van aardappelen aan het begin van het nieuwe verwerkingsseizoen. Pas in de tweede helft van de maand kwam het volume pas echt goed op gang, wat direct grote impact op de prijsvorming heeft gehad. Of we dat ook terug gaan zien in de verkoopprijzen van frites, dat wordt de komende periode de hamvraag.