Phytophthora blijft rondsluimeren en is een behoorlijke last voor de aardappeltelers dit seizoen. Maar waar de schimmel eerst enkel in het blad en stengel werden aangetroffen, worden nu ook meerdere meldingen gemaakt van knolphytophthora. Dat terwijl de beschikbaarheid van middelen beperkt is.
Al weken is de phytophthora druk hoog. De bladnatperiodes waren vaak lang door de aanhoudende neerslag en de dauwnatte nachten, terwijl de temperatuur overdag slechts beperkt steeg. Dat zorgde voor een hoge infectiekans, waardoor de schimmel in menig aardappelperceel heeft toegeslagen. Ook in de relatief warmere, droge dagen bleef de aardappelziekte rond sluimeren.
Landelijk werden er veel phytophthora-aantastingen geconstateerd, waarbij telers in het midden van het land met de hoogste druk moesten dealen. Ook in het noorden was de druk hoog en naar verhouding in het zuiden het laagst, niet opmerkelijk gelet op de mindere regenval in de regio. Inmiddels is ook op meerdere percelen met knolphytophthora waargenomen in de ruggen. "Er zitten percelen bij die pittige aantastingen hebben, in de ergste gevallen meer dan de helft van de knollen op een perceel. Het is problematisch", vertelt een gewasadviseur uit Flevoland. Het idee is dat de sporen eind juli met de zware regenval hard in de aardappelruggen in is gespoeld, toen de aardappelziekte zich in het blad bevond. "Op dat moment was er vaak nog geen middel met knolbescherming toegediend".
Percelen met weinig aangetast blad getroffen
Maar opmerkelijk genoeg wordt er ook knolphytophthora gevonden in percelen die weinig aantastingen in het blad hadden. "Zelfs in percelen waar weinig bladaantastingen zichtbaar waren, vinden we soms knolphytophthora. Dat baart zorgen want lang niet iedere teler heeft nog zijn percelen gecontroleerd". Het fritesras Innovator springt er tot nu toe uit met aantastingen in de knol in vergelijking met andere fritesrassen, zo geven insiders aan. Ook in de zetmeelaardappelteelt wordt veelvuldig phytophthora in de knollen gevonden
De verschillen in ziektedruk tussen aardappelrassen en ook percelen zijn groot. Bij percelen die aan elkaar grenzen heeft de ene soms wel blad- en stengelphytophthora en de andere niet. Een dag eerder spuiten of net de combinatie van middelen kon bij de hoge ziektedruk mogelijk net het verschil in wel of geen infectiekans. Veelvuldig is geadviseerd om de gebruikelijke spuitinterval te verkorten. Middelen waarvoor normaal 7 dagen staat, moesten naar 5 dagen. Voor het bekende preventieve middel Zorvec werd een interval van 7 dagen geadviseerd in plaats van 10. Maar voor telers met een groot areaal is het soms wel een dingetje om overal op tijd te zijn. Feit blijft dat bij een torenhoge ziektedruk ook kleinere arealen er onder lopen. Laat staan wanneer bespuitingen niet lukken door plotseling regenval of dat je met de spuit überhaupt niet het veld in kan vanwege de te natte grond.
Middelenpakket in gedrang
Door de hoge phytophthora druk is beschikbaarheid van middelen ook behoorlijk geslonken. Het gaat vooral om curatieve middelen die soms moeilijk tot niet te verkrijgen zijn. Zo meldt een insider dat curatieve middelen die pas net zijn gemaakt direct aan de tussenhandel worden geleverd. Preventieve middelen zijn over het algemeen nog wel beschikbaar. Hoewel we over de piek van phytophthora-aantastingen heen lijken te zijn, blijft het waken voor telers. Als de schimmel eenmaal in een blok aardappelen zit, blijft het rond sluimeren. Afgelopen week bleek ook weer dat bij het geringste moment van infectiedruk, er opnieuw phytophthora de kop op stak. Dat terwijl er nauwelijks betekenis van neerslag was. En dat is komende dagen wel het geval, gelet op de weersverwachting.
Daarnaast komen de aantastingen van knolphytophthora pas net aan het licht. Zoals eerder gezegd zijn er ook percelen bij waar de aantasting in het blad of stengel amper voorkwam, maar de knollen wel waren geïnfecteerd. Ook kan er met de huidige phytophthoradruk ook nog behoorlijk wat inspoelen de komende tijd.