De pootgoedteelt krijg wederom rake klappen in dit toch al bijzondere groeiseizoen. Er wordt veelvuldig primair virus gevonden, wat leidt tot klasseverlagingen. Ook de phytophthora-druk is in verschillende gebieden hoog en baart zorgen. De neerslag heeft echter ook voor een groeispurt gezorgd waardoor op veel percelen al loofdoding heeft plaatsgevonden.
Na een late start van het aardappelpoten door langdurige regenval, staken schraal weer, droogte, maar ook hitte de kop op. Inmiddels is dat aan de met water verzadigde bodem niet meer te zien en ook de aardappelplanten profiteerden daar afgelopen weken van. De groei was en is enorm onder de huidige omstandigheden. Dat samen met het lagere knolaantal heeft ertoe geleid dat veel pootaardappelen al relatief vroeg aan de maat zijn en in meerdere gebieden loofdoding heeft plaatsgevonden. Vergeleken met andere seizoenen is het niet vroeg wat betreft loofdoding, maar als je nagaat dat pas in de maand mei veel gepoot is, dan is de groei zeer vlot verlopen dit seizoen.
Pootgoed saldo
Al vroeg werd duidelijk dat het aantal knollen niet overhoudt en sommige rassen slechts drie à vier knollen aan een plant tellen. Over het algemeen geldt dat alle rassen gemiddeld minder knollen hebben dan andere jaren, ook rassen die bekend staan om hun hoge zetting. Nu veel aan de maat is, wordt duidelijk dat de eerdere verwachtingen over lage opbrengsten lijken te kloppen. Als reactie hierop zullen pootaardappelen - afhankelijk van ras - tot een hogere maatsortering afgezet worden tot pootgoed, om zo meer aanbod te hebben. Daarover is gecommuniceerd met de telers, maar het is niet helemaal duidelijk wat nou het meeste saldo gaat opleveren. Iets langer door laten groeien waardoor een hoger percentage de consumptie in kan gaan, hoeft niet minder uit te pakken met de huidige consumptieaardappelprijs. Uiteindelijk moeten er wel wat kilo's van een hectare afkomen om tot een goed saldo te komen, maar dat gaat voor meerdere percelen met die paar knollen per plant in de potermaat niet lukken.
Rake klappen
Echter is er ook een andere kant van de medaille wat betreft de neerslag. Door de vele regenval steekt phytophthora in meerdere gebieden de kop op. Telers konden door de grote hoeveelheden neerslag niet altijd hun percelen op en/of onder gunstige momenten bescherming toepassen. Ook waren de bladnatperiodes met de relatief koude dagen ook lang. Dat leidde tot verschillende phytophthora-haarden. Ook in rassen die te boek staan als phytophthora-resistent, wordt de schimmel soms uitbundig gevonden.
Een ander probleem wat zich de laatste weken veel voordoet in de pootgoedteelt, is primair virus. Bij virusgevoelige rassen, maar ook in minder gevoelige rassen, wordt soms veel primair virus aangetroffen. Doordat de groei van de aardappelplanten langzaam en vaak onregelmatig op gang kwam door het schrale weer was aardappelselectie lastig. Veel virusplanten bleven daardoor in het begin staan, terwijl de bladluisdruk in vrijwel heel Nederland al buitengewoon hoog was. Dat leidde tot veel aantastingen die nu zichtbaar worden in het veld.
Het verlagingscijfer in pootgoed van de Nederlandse Algemene Keuringsdienst (NAK) liet dat in week 30 al zien, toen het verlagingspercentage al op 10,7% stond. Dat is hoger dan vorig jaar rond dezelfde tijd van het jaar. Hiervan is bij 57% mozaïek de oorzaak, tegenover gemiddeld 20% in andere jaren. De verwachting is dat het verlagingspercentage de afgelopen week en komende weken verder fors op loopt.
Kwaliteit uitgangsmateriaal
Met het primair virus dat nu al veelvuldig wordt gevonden, zal het aantal reacties in de nacontrole bij de NAK na de oogst waarschijnlijk niet meevallen. Zelfs in jonge PB stammen (jaargangen) van slechts twee tot drie 3 seizoenen oud, wordt al primair virus gevonden. Dat betekent dat pootgoedtelers vaak niet meer verder gaan met vermeerderen van deze partijen, welke eigenlijk bestemd zijn voor de komende jaren. Het aanbod van gezond en virusvrij uitgangsmateriaal doet daardoor waarschijnlijk een flinke stap terug.