Het areaal consumptieaardappelen krimpt dit jaar met 2%, maar dat is een platgeslagen cijfer. Hoe zit het met de bewegingen binnen de provincies? Vooral de cijfers voor Drenthe laten een bijzondere beweging zien waar een staartje aan zit. Worden aardappelen 'omgekat' om de oogstdeadline te ontwijken? Overigens is ook in Groningen een opvallende beweging te zien.
'Officiële' data gepubliceerd door het CBS ontbreekt nog steeds door een vertraagde Gecombineerde Opgave dit jaar. Boer&Bunder heeft al wel de cijfers, afkomstig van RVO, gepubliceerd op hun platform. Deze data zijn de BRP-grenzen zoals opgegeven bij de meitelling. Over de verschuivingen van alle teelten kun je hier meer lezen.
Minder aardappelen in Nederland
Hoe zit het specifiek met de aardappelteelt in Nederland? Het areaal consumptieaardappelen komt voor 2023 neer op 75.764 hectare. Dat is een daling van 2% vergeleken met vorig jaar. In vergelijking tot het vijfjarig gemiddelde is de teelt ongeveer gelijk gebleven. De teelt van zetmeelaardappelen blijft met 40.000 hectare zeer stabiel. De grootste daling is er voor pootaardappelen, zoals we al langer weten. Er is 42.300 hectare opgegeven, tegenover 45.950 hectare vorig jaar. Een daling van 8%.
Overigens rekent de NAK met 38.776 hectare die voor keuring is opgegeven. Voor de GLB-subsidies wordt behoorlijk ruimer gerekend.
Tussen de elf aardappelprovincies (Utrecht telt 35 hectare aardappelen) zijn er relatief kleine verschuivingen zichtbaar. Met 18.900 hectare in Noord-Brabant en 14.870 hectare in Zeeland zijn dat absoluut de grootste consumptieprovincies. Deze twee hebben 44% van het landelijk areaal in handen. Flevoland volgt met 9.220 hectare op gepaste afstand.
Kwart minder aardappelen in Drenthe
Procentueel gezien laat Noord-Holland de grootste uitschieter naar boven zien. Het areaal is met 5% toegenomen, wat goed is voor 130 hectare op een totaal van 2.913 hectare. Opvallender is de uitschieter naar beneden: in Drenthe. Daar krimpt het areaal met bijna een kwart, tot 3.400 hectare. Een jaar geleden was dat 4.476 hectare.
Dat Noordoost-Nederland een groeiregio voor de consumptieteelt is, dat is niks nieuws. Al komt dat er in de areaalcijfers niet echt uit want, die pingpongen alle kanten op. Tien jaar geleden maakte het areaal een sprongetje en in 2017 nog een keer, om daarna wat te schommelen. In 2022 was sprake van een uitschieter en het op een na grootste areaal sinds 2018.
Volgens insiders is deze opmerkelijke verschuiving te wijten aan de 'oogstdeadline' die vooralsnog op 1 oktober staat. Telers zouden hun consumptieaardappelen als zetmeel aanmelden omdat – in tegenstelling tot de consumptieteelt – de zetmeelaardappelen wél later gerooid mogen worden zonder een stikstofkorting op te lopen in het seizoen erna.
Areaal zetmeel daalt gestaag
Het areaal zetmeelaardappelen in de provincie krimpt inderdaad, maar met slechts één procent tot 21.000 hectare. Dat is overigens het kleinste areaal in de recente historie. Tien jaar geleden werd nog 2.500 hectare meer zetmeelpiepers verbouwd. De cijfers beamen niet het verhaal dat de consumptieteelt op papier omgekat is.
In Groningen is een vergelijkbaar beeld te zien, maar dan in een afgezakte vorm. De aardappelteelt met consumptiebestemming krimpt daar 7% tot 1.625 hectare. Dat is ruim 600 hectare minder dan in 2022 en een derde minder dan het vijfjarig gemiddelde. Ook hier is het niet de zetmeelteelt die hectares bijgeplust krijgt. Die daalt namelijk met 2% tot 14.272 hectare.
Keuze voor uien
Waarmee worden die aardappelhectares dan wel beteeld? Deels kan het antwoord gezocht worden in de uienteelt, waarover in een latere analyse meer. In de cijfers van Boer&Bunder is te zien dat ook meer graan in de twee noordoostelijke provincies wordt verbouwd.
Nog even terug naar de grote provincies qua consumptieteelt. Hier neemt de teelt iets toe. Zo wordt in Noord-Brabant 363 hectare meer geteeld dit jaar. Flevoland staat met 243 hectare op twee. Naast Drenthe en Groningen krimpt ook in Zuid-Holland en Overijssel de teelt, met ieder 330 hectare.
22.000 hectare minder gewassen
Een afname van de teelt is niet altijd te herleiden naar een alternatief gewas. De toename van bufferstroken, niet-productieve landbouwgrond, braak of groene braak. Het zorgt overal in Nederland voor een afname van de netto beteelde oppervlakte. Tel je de oppervlakte van de negentien grootste gewassen bij elkaar op, dan kom je dit jaar op 1,65 miljoen hectare tegenover 1,67 miljoen hectare vorig jaar. Een afname van bijna 22.000 hectare. Dat is natuurlijk niet allemaal aan bufferstroken en braakranden toe te wijten, maar ook het onttrekken van grond aan de landbouw.