Historisch gezien is de periode van week 27 tot week 30 altijd cruciaal voor de prijsontwikkeling van de aardappelen. Deze bepalende periode wordt voornamelijk ingegeven door de groeiomstandigheden in combinatie met het bekend worden van de arealen in Europa.
In het verleden was de stelling dat als de markt richting kiest boven de €15 na week 27 we te maken krijgen met een bovengemiddeld prijsjaar. En dat wanneer de markt onder de €15 zakt er sprake is van een ondergemiddeld prijsjaar (lees: min €10).
In de huidige prijszetting klinkt €15 al als een lage prijs en lijkt de gehele aardappelmarkt zich opnieuw te ijken naar het 'nieuwe normaal', waarbij €15 eerder op een onderkant in de prijs lijkt dan op 'het gemiddelde'. Dit alles is ingegeven door de uitbreidende fritesverwerking, toenemende kosten voor telers en de afnemende opbrengst per hectare in Europa. Met de forse verhoging van de contractprijzen, is de strijd om grondstof pas echt begonnen en lijkt het erop dat de huidige contractprijzen eerder het ijkpunt zijn geworden dan een middenprik in de markt. Waar dat eerder €15 was, lijkt deze nu verplaatst naar €25.
Opvallende ontwikkeling in areaal
Des te verrassender is dat uit het bekendmaken van de eerste areaalcijfers op basis van de gecombineerde opgave via Boer&Bunder het totale aardappelareaal in Nederland lijkt te zijn gekrompen. Een afname van 2% ten faveure van graan, uien en peen. Telers waren blijkbaar toch niet te motiveren om meer aardappelen te telen ondanks de grote prijsverhoging in de vaste prijscontracten. Het beeld van Nederland is ook anders dan in België en Duitsland, waar er wel een lichte uitbreiding heeft plaatsgevonden van respectievelijk 5% en 7%, maar vergelijkbaar met Frankrijk waar een krimp is van 2% op basis van de eerste indicaties.
Een ander punt in de veranderende markt wat betreft prijsvorming is de fritesmarkt. Sinds de oorlog in Oekraïne is de prijs van frites geëxplodeerd en zit deze al maanden op recordhoge prijzen. Dat verklaart ook waarom er in de huidige dagmarkt van de 'oude' oogst makkelijk €60 betaald wordt. Voor deze grondstofprijzen kunnen verwerkers nog steeds winstgevend frites bakken en afzetten over de gehele wereld.
Het lijkt er dan ook op dat voortaan niet meer de aardappelprijs leidend is voor de markt, maar de fritesprijs bepaalt wat verwerkers kunnen betalen voor hun grondstof. Een verandering met mogelijk grote gevolgen. De fritesmarkt lijkt oneindig groot en al jaren gedreven door meer vraag dan aanbod, dat nu ook vertaald wordt naar veel hogere prijzen voor het eindproduct. En de groei is er blijkbaar nog steeds niet uit. Verwerkers blijven investeren in meer verwerkingscapaciteit om te blijven voldoen aan de wereldwijde vraag naar frites.
Uitbreiding van verwerkingscapaciteit
Ook voor de komende jaren staat er in de EU-4 weer een uitbreiding van de verwerkingscapaciteit op stapel van meer dan 1 miljoen ton aardappelen. Waar de grondstof vandaan moet komen is nog de grote vraag, maar afzet van frites is voor de verwerker de minste zorg, zo lijkt het. In prijsonderhandelingen met afnemers (fastfood, export en retail) is vaker discussie over de beschikbaarheid dan over de prijs.
Een misoogst of een matige oogst is dan ook niet erg welkom in Europa. Europa is steeds meer de fritesschuur van de wereld aan het worden en teeltgebieden zullen dan ook uitgebreid moeten worden de komende jaren met minimaal 10% tot 20 % om te voldoen aan de grondstofbehoefte.
Deze gegevens teruggekoppeld naar de huidige markt laat zien dat de aardappelmarkt een vraagmarkt is. Die vraag dient zich echter aan in een markt met weinig aanbod. Het aanbod is beperkt om verschillende redenen. Ten eerste het late voorjaar, ten tweede de matige groeiomstandigheden tot nog toe en ten derde door het onvoldoende toegenomen areaal in Europa. Daarbij speelt dat door de grote hoeveelheid tonnen aardappelen die vooraf gecontracteerd zijn en de lagere verwachte opbrengst, de gemiddelde teler weinig of geen vrije aardappelen te verkopen heeft. Daarmee lijkt de verwerkende industrie meer op een olifant in een nauwe steeg. Men is erin gelopen, maar kan niet keren om terug te gaan.
Komende groeiweken
Verwerkers hebben de laatste weken noodgedwongen de voet van het gaspedaal gehaald in de verwerking van aardappelen. Onderhoud wordt vervroegd uitgevoerd en ook langer dan normaal doordat aardappelen niet beschikbaar of niet te koop zijn. De vroege oogst laat op zich wachten en sommige handelaren lijken de vroege aardappelen wel uit de grond te willen kijken, maar er zit simpelweg nog te weinig kilo's onder of het onderwatergewicht is nog niet goed. Een enkele verwerker draait op dit moment op aardappelen uit Bordeaux, waar de opbrengsten niet tegen lijken te vallen.
De eerste Belgapom-notering was veelzeggend over de huidige situatie in de markt. Deze opende op een recordniveau voor vroege aardappelen van €50. Een prijs die nog nooit eerder is gezien en waarvan menig handelaar, verwerker en teler nooit had durven dromen dat deze ooit op het bord zou komen.
Komende groeiweken worden cruciaal voor de eindopbrengst van de Europese aardappeloogst. Kan de achterstand nog iets ingelopen worden en hoe zal de nagroei zijn? Dit kan het verschil maken tussen een goede prijsvorming en een heel goede prijsvorming.