De beschikbaarheid van pootgoed in 2024 staat mogelijk verder onder druk dan we nu misschien denken. Het huidige, moeizame groeiseizoen kent tal van redenen die daarvoor zorgen. Dat terwijl de honger naar (frites)aardappelen alleen maar toeneemt.
Het enige tal dat dit groeiseizoen wél hoog is, is dat er tal van redenen zijn waarom de aardappeloogst gemiddeld niet meevalt. Het tal per aardappelplant laat namelijk behoorlijk te wensen over, zeker bij bepaalde rassen. Maar daarover straks meer.
Al voordat de moeilijkheden dit groeiseizoen begonnen werd al duidelijk dat het pootgoedareaal in Nederland dit jaar zou gaan krimpen. Dat werd uiteindelijk 6% volgens cijfers van de NAK. Het aandeel fritesrassen kromp zelfs veel verder, zoals Innovator met 11%. Ook in andere Europese landen daalde het pootgoedareaal fors, waaronder in Duitsland, Frankrijk en België. Het zijn de opbrengsten die het vanaf nu moeten doen en die lijken tot dusver niet positief.
Onregelmatige groei
Het beeld in het veld is door heel Nederland erg wisselend. In het noorden - waar ook nog niet eens beregend mag worden in verband met de kans op bruinrot – zijn veel percelen zeer matig tot gemiddeld. Maar ook in het midden van Nederland en het zuiden vallen de percelen tegen. Er is een duidelijk verschil te zien per gebied, per ras en ook binnen een perceel. Het late aardappelpoten heeft ervoor gezorgd dat het pootgoed meermaals is afgekiemd waardoor de vitaliteit van de moederknol een flinke tik te verduren kreeg. Ook kon het pootgoed lang niet altijd onder goede en juiste omstandigheden bewaard worden toen het poten werd uitgesteld. Dat zorgde dit voorjaar voor veel opkomstproblemen en onregelmatige groei. Het schrale weer dat volgde, deed daar nog een schepje bovenop. Aardappelen lagen droog, kiemden langzaam en sommige liggen nog altijd versteend in de rug. Ook de verschillen in grondsoort binnen een perceel zorgden met deze omstandigheden voor onregelmatige groei. Dat samen bemoeilijkt het juiste moment voor loofdoding dan weer. Waar in het veld ga je proefrooien? Wanneer maak je ze dood?
Pootgoed uit de keuring halen minimaal
In datzelfde veld ging het nieuws rond als een lopend vuurtje dat er pootgoed teruggetrokken werd uit de keuring van de NAK en omgetoverd werd tot consumptie. Telers zagen na de late, beroerde start meer brood in een perceel met consumptieaardappelen. Navraag bij verschillende partijen, waaronder de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed (NAK), vertellen dat er inderdaad percelen zijn teruggetrokken, maar dit percentage slechts zeer beperkt en minimaal is. Daarnaast is het onduidelijk hoeveel van de teruggetrokken percelen daadwerkelijk uit de keuring zijn gehaald om bovenstaande reden. Tevens lukt het ook niet zomaar om rassen uit de keuring te halen als je bij een handelshuis zit.
Knollen zo groot als erwten
Wat betreft de knolzetting en groei lopen de verschillen behoorlijk uit elkaar. Over het algemeen staan de vroeg gepote percelen (voor de regen gepoot, en dat zijn er niet veel) er gemiddeld wat beter op, maar op de latere percelen waar de knolzetting pas is begonnen, is het niet zo slecht als eerst werd gedacht. Duidelijk is wel dat er genoeg percelen te vinden zijn waarbij het aantal knollen van een plant op één hand te tellen zijn. Net zo zijn er planten met knollen zo groot als erwten. Uiteindelijk gaat het natuurlijk niet om de meeste kilo's, maar de hoeveelheid knollen in de pootgoedmaten. Waar de knolzetting pas is begonnen, is het nog afwachten hoe dat zich gaat ontwikkelen. Maar met voldoende vocht - zoals afgelopen weken is gevallen in sommige regio's – hoeft dat helemaal niet negatief uit te pakken.
Ook rassen die bekendstaan om hun hoge zetting doen het minder dan andere jaren. Vroege rassen doen het gemiddeld wat minder ten opzichte van midden en latere rassen. De zetting bij fritesrassen is ook minder dan andere jaren, hoewel sommige rassen in het fritessegment eerst flink loof ontwikkelen voordat de knolzetting van start gaat.
Pootgoed uitgroeien
Met de huidige consumptieaardappelprijzen en de prijsverwachting voor aankomend jaar, is het logisch gevolg dat pootgoedtelers hun aardappelen bijbemesten en meer laten uitgroeien dan andere jaren. Al dan niet gedwongen bij percelen die veel verschillen in groeistadia en waar veel planten missen door opkomstproblemen. Dat gebeurt dan ook waarschijnlijk, zo is de verwachting, omdat qua saldo dat weleens interessant kan worden. Ook dat zal komend jaar van invloed zijn op de totale pootgoedopbrengst.
Fritesrassen uitverkocht
Het is lastig om nu met concrete cijfers en schattingen te komen wat oogst 2023 gaat opleveren, maar sommige telers geven wel aan dat zij 20% á 30% denken te missen wat betreft pootgoed. De mindere knolzetting is gewoon een feit. Tel daar nog de krimp van het areaal bij op en het lijkt dan een illusie om te zeggen dat we over voldoende pootgoed beschikken voor teeltseizoen 2024. Dat terwijl de honger van de fritesindustrie naar meer en meer grondstof ook nog moet worden gestild. Ook de overzeese export blijft vragen, hoewel dat op de lange termijn wel plots een stuk minder kan zijn.
De pootgoedopbrengsten van 2022 waren goed en in totaal is er een record van ruim 855.000 ton geëxporteerd volgens de NAO. Ook de binnenlandse vraag groeide. De fritesrassen waren ondanks de goede opbrengsten toch volledig uitverkocht, zo gaven verschillende handelshuizen aan. Dat zal komend jaar niet anders zijn met dit groeiseizoen. Maar zoals eerder gezegd is het nu nog te vroeg om met schattingen over opbrengsten te komen.