Een zeer grillig buienverloop in Noordwest-Europa heeft de gewassen tot nu toe weinig verlichting gebracht. Toch zorgt een iets koeler weertype met mogelijk wat neerslag voor enige rust op de markt. Of dat terecht is moet nog blijken.
Afgelopen week vielen de regen- en onweersbuien volgens een zeer grillig patroon, in Nederland maar ook in de landen om ons heen. Lokaal kwam het kortstondig tot wateroverlast en hagelschade. Met name in Oost-Nederland vielen buien van betekenis, tot 70 millimeter of meer. Lokaal kreeg het zuiden van Limburg ook met dergelijke buien te maken.
Weerextremen
In België viel met name in de grensstreek met Nederland regen, maar bleef het aan de toch al gortdroge kust beperkt tot een kleine hoeveelheid regen. In Duitsland en Oostenrijk heeft een combinatie van hagel en neerslag voor schade aan gewassen gezorgd. De schade in Oostenrijk aan maïs- en graangewassen wordt op €1,6 miljoen geraamd volgens de hagelverzekering. Ook in Duitsland zorgde hevige neerslag afgelopen week voor schade en vielen ook maandag zware buien.
Ondertussen kijken telers met argusogen naar de gewasontwikkeling van hun (frites)aardappelen. De meeste gewassen voor de hoofdoogst hebben het veld nog lang niet dicht terwijl de bloei inmiddels wel is begonnen. Dit betekent dat de loofgroei straks eindigt en de plant zich toelegt op de knolproductie, terwijl het bladapparaat nog niet volledig is ontwikkeld. Dat dit opbrengst gaat kosten is wel duidelijk, maar hoeveel is uiteraard de hamvraag. Met name de laat gepote percelen – en dat zijn er veel in Europa – hebben het zwaar te verduren.
Doorwas
Hoe staat het ondertussen met de vroege aardappelen? Ook daar gaat het niet van een leiendakje, al zijn de verschillen wel groot. De begin maart gepote aardappelen in het zuidwesten staan er naar verluidt redelijk op, ondanks opkomstproblemen. Ook worden problemen met doorwas gemeld. In Zuidoost-Nederland staan de vroege aardappelen er ook goed voor. De kans is zo wel groot dat er een gat ontstaat tussen de zeer vroege fritesaardappelen en de middenvroege.
Naast de teelt zijn er ook nog wat zorgen over de prijsvorming van zowel de oude als nieuwe oogst. PotatoNL maakte gisteren (26 juni) zijn laatste – nagenoeg onveranderde – notering voor oogstjaar 2022 bekend. Met nog zeker zo'n acht weken te gaan tot de nieuwe oogst zich hopelijk in een groot volume aandient, is het dan wel de vraag wie de actuele marktprijs gaat bepalen. Moet dat €30, €50, €60 of nog meer zijn? Afgaand op de inbreng in de PAT-Index en de Transactie App gaat het nog om een zeer klein volume vrije aardappelen dat wordt verhandeld.
Sector zonder termijnmarkt
Voor de nieuwe oogst geldt hetzelfde. Waar de koers van het aprilcontract op de aardappeltermijnmarkt normaal gesproken de graadmeter is, moet de sector het nu zonder enige indicatie doen. In 2018 schreef Edwin Burgers al eens een opinie waarin hij schetste hoe een wereld er zonder termijnmarkt uit zo kunnen zien. Die situatie is nu helaas bijna werkelijkheid geworden. Er stond maandag wel een prijs op de borden, maar met een omzet van drie contracten kun je dat moeilijk serieus nemen.
De belangrijkste motivator van de aardappelmarkt blijft waarschijnlijk het weerbericht. De echte zomerhitte is voorlopig verdwenen, maar met waardes tussen de 20 en 25 graden blijft het in Noordwest-Europa warm. Daarbij valt er nauwelijks regen van betekenis. De huidige weermodellen stoeien erg met de weersontwikkelingen in juli. De kans is groot dat er meer onweersbuien komen die lokaal veel neerslag kunnen geven, maar ook hagel en windstoten. Dat kan de gewassen verlichting geven, maar ook zeker een last zijn. Op grote schaal heeft de aardappelteelt er weinig baat bij.