Het volume verwerkte fritesaardappelen doet in mei een stap terug. Wordt na maandenlang stampen nu eindelijk een tekort aan aardappelen gevoeld door de Nederlandse verwerkers?
In de maand mei hebben Nederlandse aardappelverwerkers gezamenlijk 332.900 ton consumptieaardappelen versneden tot frites (153.100 ton) en andere aardappelproducten (28.600 ton). Dat is 6,4% minder ten opzichte van een jaar geleden. Goed voor 22.800 ton. Daarmee komt er voor het eerst dit seizoen een barst in de aardappelaanvoer, die in een zeer krap seizoen juist perfect draaide.
Bovengemiddeld volume
Moeten de verwerkers zich dan schamen voor het resultaat in mei? Dat zeker niet. Het totaalvolume ligt nog altijd 2,5% boven het vijfjarig gemiddelde, al wordt dat cijfer wel naar beneden getrokken door coronajaar 2020. Met een verwerkingsrendement ruim boven de 54% kunnen fabrieken tevreden zijn. Dat is gewoon zeer goed te noemen en een van de geheimen waardoor de aardappeltrein in een uitdagend jaar door kan denderen.
De Nederlandse verwerkers krijgen wel behoorlijk steun van Belgische en Duitse aardappelen. De invoer is opgeklommen tot bijna 35%. Goed voor 116.000 ton aardappelen. Een jaar geleden was dat net iets minder dan een derde van het totaal.
Het seizoenstotaal is met de cijfers van mei opgeklommen tot 4 miljoen ton, tegenover 3,96 miljoen ton in het seizoen ervoor.