Seizoenswissel lastige puzzel voor verwerkers

In totaal hielden Canadese aardappeltelers op peildatum 1 juni 18,17 miljoen cwt aardappelen in voorraad. Omgerekend is dat 824.000 ton. Dat is 3,3% minder dan een jaar geleden het geval was en 1,5% minder dan het driejarig gemiddelde. Wie alleen naar fritesaardappelen kijkt ziet een iets grotere voorraad van 1%. Dat blijkt uit cijfers van United Potato Growers of Canada.

Grote afname
Gedurende mei is een recordhoeveelheid van 331.112 ton fritesaardappelen verwerkt, zo becijfert de organisatie. De vraag naar tafel- en fritesaardappelen is goed maar niet bijzonder te noemen. Het grootste verschil zit hem in de voorraad pootgoed. Niet verrassend dat juist die in mei afnam vanwege het pootseizoen.

Aardappelverwerkers hebben de afgelopen maand prima gedraaid en meer aardappelen verwerkt dan vorig jaar het geval was. Uitzonderingen zijn de provincies Quebec en Manitoba. Het is voor verschillende fabrieken nog een hele puzzel om voldoende aardappelen in voorraad te houden tot de nieuwe oogst zich aandient. Toch hebben de gezamenlijke verwerkers ruim 9% meer aardappelen in voorraad dan vorig jaar het geval was.

Meer export
Sinds december hebben de fritesfabrieken bijna 100.000 ton meer product geëxporteerd ten opzichte van het seizoen ervoor. De eerder genoemde provincies zijn daarop – wederom – de uitzondering. Canada kan goed profiteren van een wereldwijd sterke vraag naar aardappelproducten. Vooral ook omdat de Verenigde Staten fors meer product haalt in hun buurland.

De voorraad- en verwerkingscijfers zijn niet de enige die verwerkers bezighouden. In mei moesten op sommige plekken nog contractovereenkomsten met telers worden gesloten. Met name in Manitoba was dat het geval. Afgaand op de huidige voorraadcijfers kunnen Canadese fabrieken over voldoende aardappelen beschikken tot 1 augustus. Dan is de nieuwe oogst nog niet opgestart, waardoor de productie in sommige provincies getroffen kan worden.

Areaal stijgt
Officiële cijfers voor het Canadees aardappelareaal volgens pas volgende maand. UPGC gaat uit van een stijging van 2%. Dat betekent 159.900 hectare aardappelen. Het voorjaar begon koud en nat – waardoor het poten soms drie weken later van start ging – maar verliep vervolgens wel voorspoedig. Op Prince Edward Island – het grootste teeltgebied in het land – is het pootseizoen uiteindelijk een week eerder beëindigd dan gebruikelijk. Warmte en droog weer hebben het poten geholpen maar; net als aan de andere kant van de oceaan kunnen de meeste gewassen nu wel een bui regen gevallen. Naast PEI is dat ook in Alberta en Manitoba het geval.