Amerikaanse aardappelbedrijven zijn 2023 goed begonnen. De export van aardappelproducten als frites, chips en aardappelzetmeel is met een kwart tot een derde toegenomen. Maar die medaille heeft ook een keerzijde. De Verenigde Staten is niet in staat om in de eigen behoefte te voorzien. Daar profiteren de Belgen en Nederlanders van.
In januari van dit jaar exporteerde bedrijven in de VS ruim 285.000 ton aan aardappelproducten. Dat is 72.000 ton hoger dan een jaar eerder werd uitgevoerd, oftewel een derde meer. Alleen in 2019 en 2020 werden meer aardappelproducten uitgevoerd. Vooral gedroogde producten en chips zagen een groei in het volume. Bij frites is nochtans sprake van een kwart meer export. Het exportvolume van diepgevroren frites bedroeg in de eerste maand van het jaar bijna 75.000 ton. De plus ten opzichte van januari vorig jaar bedraagt bijna 14.000 ton. Dat is uitzonderlijk, gelet op de krappe beschikbaarheid van aardappelen in de VS dit seizoen.
Marktaandeel Europa groeit
Dat de productie van frites wel degelijk een issue is, zien we terug bij de importcijfers. In januari werd maar liefst 129.000 ton geïmporteerd. Dat is een nieuw record. Canada neemt met 100.000 ton verreweg het grootste gedeelte van dit volume voor zijn rekening, maar ziet het marktaandeel wel afnemen. België en Nederland krijgen steeds meer voeten aan de grond in de VS. De vraag naar aardappelproducten in de VS blijft groeien en dat kunnen Amerikaanse verwerkers niet bijbenen. Ook een gunstige euro-dollarkoers helpt mee om frites uit de Benelux en Duitsland aan de man te brengen.