Drie grote wereldwijde fritesproducenten strijden om de overname van hun Belgische collega Mydibel. Sinds oktober staat het bedrijf in de etalage en is de familie Mylle naar verluidt op zoek naar een overnamekandidaat. De Belgische krant De Tijd weet meer over welke concurrenten staan te popelen om Mydibel over te nemen.
Twee multinationals: Lamb Weston en McCain, en de grootste Europese fritesproducent Clarebout zijn volgens De Tijd in de running om Mydibel over te nemen. Daar is zo'n €300 tot €400 miljoen mee gemoeid, zo is de schatting. Hoe de Belgische journalisten aan de informatie komen wordt niet bekendgemaakt. De bedrijven doen zelf geen uitspraken over de overname, maar waarschijnlijk wordt de komende weken meer hierover bekend.
Agristo zou eerder ook betrokken zijn bij een mogelijke overname, maar heeft zich volgens bronnen teruggetrokken uit de onderhandelingen. Half oktober meldde De Tijd al dat Mydibel te koop stond en dat de familie Mylle zoekende was naar een overnamekandidaat.
Familiebedrijf
Het grootste gedeelte (80,8%) is in handen van broers Bruno en Carlo Mylle, die het bedrijf van hun vader en oprichter Roger Mylle overnamen. Hij startte als akkerbouwer in 1988 met de fritesproductie in Moeskroen. Tien jaar later volgde de productie van pureespecialiteiten. In 2002 kwam daar de productie van granulaat en vlokken bij (Gramybel). De Waalse SRIW groep, een publieke investeringsmaatschappij, heeft sinds 2020 de overige aandelen van Mydibel in handen. Volgens De Tijd boekt het bedrijf dit jaar bijna €400 miljoen brutowinst en een Ebitda van €30 miljoen.
Hoeveel het bedrijf jaarlijks produceert, is niet helemaal duidelijk. De berichtgeving hierover verschilt, maar bedraagt zo'n 255.000 tot 330.000 ton aardappelproducten.
Het Canadese McCain en Amerikaanse Lamb Weston zijn logische kandidaten voor de overname. Tien jaar geleden deed McCain al een grote acquisitie in de Belgische aardappelsector door Lutosa over te nemen voor €225 miljoen. Lamb Weston kocht in oktober de familie Nederlandse Meijer uit in de joint venture Lamb Weston/Meijer. Dat kostte de nummer twee van de wereld €700 miljoen, waarvan €525 miljoen in cash voor de familie Meijer.
Clarebout
De grootste Europese aardappelverwerker Clarebout is wellicht een minder logische koper. Financieel moet de overname geen probleem zijn voor het bedrijf, maar Clarebout bouwt momenteel al aan een nieuwe fabriek in het Franse Duinkerke. Die moet in 2023 gaan draaien. Daarnaast maakte het bedrijf jarenlang plannen om in het Waalse Frameries te bouwen. Of die plannen tijdelijk in de ijskast staan of helemaal van tafel zijn is niet duidelijk.
De grote overnameplannen worden gemaakt in een roerige tijd voor de aardappelverwerkende industrie. België, de grootste exporteur van diepvriesfrites wereldwijd, weet maar niet van stoppen. Alle ogen zijn gericht op het westen van het land, met Wallonië in het bijzonder, en Noord-Frankrijk. Aviko Potato opende er in oktober een nieuwe fabriek en Clarebout volgt volgend jaar. Lutosa opende in november de deuren van een nieuwe vlokkenfabriek en ook de Belgische nummer twee Agristo heeft het laatste decennium niet stilgezeten.
Gebrek aan aardappelen
Juist België en Frankrijk kampen dit jaar met een slechte consumptieaardappeloogst. Officiële cijfers ontbreken nog, maar onderzoeksorganisaties PCA, Fiwap, Inagro en Carah schatten in dat er in het land 3,97 miljoen ton aardappelen zijn gerooid. Dat is 8% minder dan het meerjarig gemiddelde terwijl het areaal 3% groeide. In Frankrijk is volgens de NEPG dit jaar 5,94 miljoen ton gerooid. Dat is eveneens 8% minder dan het vijfjarig gemiddelde. In Nederland en Duitsland wordt door de Belgische verwerkers geshopt om over voldoende grondstof te beschikken.
Na twee coronajaren is de fritesexport en consumptie in rap tempo hersteld, maar gemakkelijk is het voor de fabrieken niet. De kosten voor het transport, benodigde energie, verpakkingsmateriaal en frituurolie zijn allemaal fors gestegen. Wereldwijd blijft de markt voor aardappelproducten positief. De grote concurrent, de VS heeft eveneens moeite om zijn productie op peil te houden. Met dat in het achterhoofd ontbreekt het de concurrerende fabrieken niet aan motivatie om er met Mydibel vandoor te gaan.