De prijs van diepgevroren frites op de wereldmarkt blijft prijsstijgingen opstapelen. Vooralsnog schrikt dat kopers op de wereldmarkt niet af. Het is wel de vraag of een prijs boven de 1000 euro zorgt voor vraaguitval in de markt.
Hogere prijzen voor bevroren aardappelproducten als frites schrikken kopers niet af. De meest recente douanecijfers – aangeleverd via het internationale geharmoniseerde handelssysteem – gaan over de maand mei. In deze maand is de gemiddelde verkoopprijs voor bevroren frites met €60 per ton gestegen tot een gemiddelde van €935 per ton.
Meer frites geëxporteerd
De uitvoer van eindproduct heeft niet te lijden onder deze prijsstijging. In mei werd 2,5% meer product afgezet dan in de maand ervoor. Het volume ligt bijna een vijfde boven dat van vorig jaar, toen de afzet nog de nadelige gevolgen van het coronavirus merkte. Vooral in het Midden-Oosten zijn landen behoorlijk aan de markt. Zij hebben immers meer inkomsten uit olie en kunnen probleemloos de hogere prijs betalen. In een jaar tijd is een ton frites bijna de helft duurder geworden. Met 26.500 ton is Saudi-Arabië de grootste afnemer van Europese frites. Dat is de helft meer volume dan een jaar eerder het geval was.
De VS is de laatste jaren een stabiele en grote afnemer van Europees eindproduct. In mei stelde Amerikaanse kopers niet teleur. Er werd bijna een vijfde meer uitgevoerd – ten opzichte van mei 2020 – wat neerkomt op goed 15.500 ton product. Brazilië importeerde eveneens meer dan 10.000 ton frites.
Dalende koers euro helpt
Een dalende koers van de euro versus de dollar werkt positief door in de verkoopresultaten van frites. Het maakt product uit België of Nederland aantrekkelijker op de wereldmarkt dan eindproduct uit de Verenigde Staten. Overigens bleef de koers van de euro in mei relatief stabiel ten opzichte van de dollar.
De gevolgen van de oorlog in Oekraïne worden door de fritessector vooral gemerkt door een teruglopende afzet naar Rusland en Oekraïne. Het eerstgenoemde land nam zestig procent minder product af, goed voor een dikke 10.000 ton frites. Ten opzichte van het exportseizoen ervoor is in 2021-2022 nog altijd zo'n tien procent meer product geëxporteerd naar het land, maar over heel 2022 komen deze cijfers waarschijnlijk wel negatief uit. De levering van frites aan Oekraïne vanuit de EU liep in mei met maar liefst driekwart terug in volume ten opzichte van dezelfde maand in 2021.
Wanneer daalt de afzet?
Voor een ton frites moet nu gemiddeld veertig procent meer worden betaald dan een jaar geleden het geval was. Een hogere kostprijs, en daarmee ook een hogere aardappelprijs, worden door producenten aan klanten doorberekend. Transport- en inklaringskosten worden in het overzicht niet meegenomen. Wanneer de fritesprijs door blijft stijgen tot €1000 per ton of zelfs daarboven uitkomt, kan de verkoop daaronder lijden. Er waren in mei vier landen die meer dan €1000 voor een ton frites betaalden.
In Europa blijft België de prijsvechter op het fritestoneel. Ondanks dat ook hun verkoopprijs met een kwart steeg is het nog altijd acht procent goedkoper dan de gemiddelde verkoopprijs in de EU. Toch daalde het afgezette volume vanuit België met vijf procent. Dat is een normaal seizoenspatroon. In Nederland steeg de afzet juist. Dat werd ook al eerder duidelijk uit de Nederlandse verwerkingscijfers. In juni is die hoeveelheid overigens wel wat afgenomen.
Consumptie blijft groeien
Nederlandse aardappelverwerkers hebben in de tweede helft van dit voorjaar zeer goede zaken gedaan op de wereldmarkt. De horeca draait op volle toeren, festivals kunnen plaatsvinden en ook het toerisme is in alle landen weer op gang gekomen. Ondanks een toenemende besmettingsgraad en zorgen rond het coronavirus lijkt het er niet op dat de afzet van frites daaronder lijdt. Daarmee komt het geëxporteerde fritesvolume weer terug op het niveau van voor de coronapandemie, of zelfs daar nog iets boven.
Het lukt producenten blijkbaar om hun hogere productiekosten door te berekenen in de productprijs. Vanaf de zijlijn is het moeilijk in te schatten hoe de margeverhouding bij verwerkers ligt. Ook de productiekosten voor de teler zijn dit seizoen fors toegenomen. Volgend seizoen nemen de kosten waarschijnlijk verder toe. Een hogere prijs van het eindproduct is dan ook broodnodig om ook de teler een kostendekkende prijs te bieden in de contracten voor 2023.