Het areaal aardappelen in de Verenigde Staten daalt in 2022 opnieuw. Daarmee komt dit teeltseizoen in het rijtje van historisch kleine arealen terecht. Ondanks dat de aardappel- en fritesmarkt een vraagmarkt is beweegt het telers niet om meer te verbouwen. Voor Europa nemen de exportkansen toe. Hoeveel daalt het areaal en wat gaan telers in de VS en in Europa hiervan merken? Je leest het in deze uitgebreide analyse over de Amerikaanse aardappelsector.
Het Amerikaanse landbouwministerie USDA heeft afgelopen week cijfers bekendgemaakt over zijn verwachtingen voor de arealen landbouwgewassen in het land in 2022, het zogenoemde 'Prospective Planting Report'. Het areaal landbouwgrond stabiel blijft op ruim 128 miljoen hectare. Akkerbouwers zaaien dit jaar vooral meer sojabonen (+4,3%) en tarwe (+1,4%). Dat heeft alles te maken met de gunstige verwachtingen voor de prijs én lagere inputkosten dit seizoen. Ook gerst, erwten en zonnebloemen laten een flinke plus zien.
Historisch laag areaal
Het USDA maakt pas in juni een areaalcijfer voor aardappelen bekend. In 2021 kwam deze op 381.620 hectare uit. Insiders uit de sector denken dat het areaal voor dit jaar op een kleine 379.000 hectare uitkomt in 2022. Dat betekent een daling van 0,7% ofwel 2.620 hectare. Dat is geen schokkende wisseling, maar daarmee komt dit jaar op de een na kleinste ooit. Alleen in 2020 werden minder aardappelen verbouwd.
Alleen de staten Washington en Texas laten een significante groei van het areaal zien, zo is de schatting. In Texas zegt dat niet zoveel omdat de lone star state het kleinste aardappelareaal van alle aardappel telende staten heeft. Washington is de nummer 2 (na Idaho) met een geschat areaal van 68.000 hectare. Een plus van 3% met het jaar ervoor. Na een extreem droog seizoen zijn verwerkers in de staat op zoek naar aardappelen en bieden ze gunstige contractvoorwaarden voor seizoen 2022-2023. Daarnaast is een deel van de teelt van Oregon naar Washington verhuisd vanwege een uitbreiding van de verwerkingscapaciteit.
Watertekorten
In aardappelstaat Idaho wordt een daling van 1,5% verwacht. Dat komt neer op 2.000 hectare. Droogte en een tekort aan water om te kunnen beregenen bemoeilijken de teelt. De waterbassins waar telers in het seizoen uit kunnen putten zijn meestal maar voor driekwart tot 80% gevuld door weinig sneeuwval afgelopen winter. Insiders denken dat boeren er eerder overstappen op gewassen die beter tegen droogte kunnen, al zijn verwerkers wel agressief geweest in het contracteren van aardappelen.
Ondanks dat er veel vraag naar frites is in Noord-Amerika daalt juist hier het areaal, zo is de verwachting. Naast watertekorten zijn vooral de enorm gestegen kosten voor alle inputs te reden om minder te telen. Fabrieken hebben hun contractprijzen verhoogd. Gerekend wordt met minimaal 15% tot 20% hogere kosten ten opzichte van 2021, al kan dat percentage gemakkelijk verdubbelen. Brandstof is 64% duurder, stikstof en kali zijn in prijs verdubbeld en fosfaat is 65% duurder. Gewasbescherming is tot een vijfde duurder en ook machines en onderdelen kosten een kwart meer.
Kostprijs stijgt 30 procent
Onderaan de streep kom je op een kostprijsverhoging van maar liefst 30% in één jaar tijd. Door insiders wordt gerekend met $12.600 per hectare – omgerekend €11.545. Vorig jaar was dat nog $11.010 (€10.087). De contractprijzen zijn naar schatting met 18% tot 20% toegenomen. Niet voldoende om de hogere kosten te dekken. Dit betekent dat verwerkers niet voldoende aardappelen op contract hebben vastgelegd voor het komend verwerkingsseizoen.
Betekent een klein areaal automatisch te weinig aardappelen? Zeker niet. Wanneer we rekenen met de meerjarig gemiddelde opbrengst – die veel stabieler is dan in Europa – dan komt de totale oogst (tafel, frites en zetmeel) in het land op 19,5 miljoen ton aardappelen. Dat betekent het grootste volume in 22 jaar tijd. In de praktijk zijn gemiddeldes niets waard. Vorig jaar hakte hitte en droogte in op de aardappelgewassen waardoor de opbrengst zeer beneden gemiddeld uitviel.
Kans voor Europese verwerkers
De start na een droge en warme winter is verre van ideaal te noemen. Het extrapoleert watertekorten die na een droog jaar niet voldoende zijn aangevuld. Voor de EU – en dan met name België en Nederland – biedt een potentieel krappe Amerikaanse oogst kansen. Het land is al jaren een groeiende afnemer van frites. Maar dan moeten de Europese verwerkers wel over voldoende aardappelen kunnen beschikken en ook dat is op dit moment een onzekere factor.