Boerenbusiness heeft onder ruim 300 telers een aardappelenquête gehouden. Eén van de belangrijkste conclusies hieruit is dat aardappeltelers voor seizoen 2022-2023 minder consumptieaardappelen op contract telen. Wat zijn hun areaalplannen, hoe worden hogere kosten gecompenseerd en neemt de druk op huurgrond toe?
Boerenbusiness hield een enquête onder ruim driehonderd telers over hun uitgangssituatie voor 2022. Ruim 30% van de ondervraagden geeft aan dit jaar zijn areaal niet te wijzigen. Een kleinere groep van 20% zegt minder aardappelen te gaan telen in 2022 en 13% gaat meer aardappelen telen. De meeste deelnemers telen tussen de 11 en 20 hectare aardappelen en zijn afkomstig uit Zeeland, Flevoland en Noord-Brabant. Het aantal Belgische deelnemers bedraagt 5%.
Vrije handel op 1
De meerderheid van de deelnemers (18%) zegt dat zij minder aardappelen op een vastprijscontract vastleggen. 13% zegt hetzelfde volume vast te leggen. Na vrije handel (46% van de respondenten) is het vastprijscontract de meest populaire manier van verkopen. 33% van de ondervraagden gebruikt dit. Met 22% staat de aardappelpool op plek drie. Vrije aardappelen buiten het contract worden bij de helft van de deelnemers ingedekt door aan de termijnmarkt deel te nemen. 14% verkoopt zijn vrije aardappelen op dagprijs, de zogenoemde meeleverkilo's.
Bovenstaande cijfers kunnen een wat vertekend beeld van de markt geven. Vanwege de link met broker DCA – het moederbedrijf van Boerenbusiness – handelen relatief veel geabonneerde aardappeltelers op de termijnmarkt, al dan niet via een klikcontract.
Kunstmest stuwt kostprijs
Alle respondenten zijn het erover eens dat hun kostprijs voor komend seizoen (fors) toeneemt. Het gros van de telers raamt de stijging op 16% tot maximaal 20%. Twee even zo grote groepen denken dat de stijging maximaal 15% of maximaal 25% bedraagt. De spreiding daarin is groot. Ruim een kwart noemt de kunstmestprijzen als belangrijkste aanjager van de gestegen kostprijs, gevolgd door gewasbescherming en energie. Toch zegt 30% tegelijk dat zij niet minder kunstmest gaan gebruiken in de teelt. 15% gaat meer drijfmest gebruiken.
Relatief veel aardappeltelers geven aan nog niet te weten hoe om te gaan met deze prijsstijging. De grootste groep (een kwart van de deelnemers) doet dit door meer vrije aardappelen te telen. De groep die juist minder gaat telen is met 13% een stuk kleiner. Aardappeltelers zijn relatief honkvast, maar dat sentiment kantelt. 30% zegt niet van afnemer te switchen, maar een vijfde zegt daar nog over na te denken. Redenen om te switchen worden weinig genoemd. Nagenoeg alle deelnemers veranderen hun afzetstrategie niet. Doen ze dit in een enkel geval wel dan is dat vooral om meer aardappelen lang te bewaren.
Druk op huurgrond
Bewust minderen in areaal is één, gedwongen minderen is een andere zaak. Een kwart van de deelnemers zegt dat de beschikbaarheid van huurgrond in hun regio afneemt. Verreweg het grootste gedeelte laat weten dat dit niet verandert. Zij gaan ook niet meer of minder grond huren. De groep die minder grond huurt is met 17% relatief klein. Wordt er dus minder gepoot dit voorjaar, dan is dat vooral op eigen grond. Graan is het meest populaire alternatief voor aardappelen. Enkele deelnemers huren meer grond omdat de kansen hiervoor zich aandoen.
De beschikbaarheid en prijs van pootgoed wordt voor komend seizoen niet als een belemmering gezien. Er is voldoende voorhanden. De prijs ervan blijft stabiel tot licht stijgend. De antwoorden daarop zijn gelijk verdeeld. 6% zegt minder keus te hebben en 7% teelt zelf zijn uitgangsmateriaal.
Opnieuw correctie?
We hebben de deelnemers niet gevraagd een percentage te noemen waarmee het aardappelareaal dit jaar afneemt. Afgaand op de ingevulde antwoorden kunnen we concluderen dat een stijging er zeker niet in zit. Afgelopen jaar nam het areaal consumptieaardappelen met 5% af tot 72.000 hectare in Nederland. Het is onwaarschijnlijk dat deze afname wordt gecorrigeerd. Opnieuw een lichte daling is zeker mogelijk.
Het geluid om te minderen in de teelt is minder luid dan een seizoen geleden. Eind 2020 voerde Boerenbusiness eenzelfde onderzoek uit. Toen gaf bijna 50% aan minder aardappelen te verbouwen, tegenover 20% dit jaar. De coronapandemie was toen de belangrijkste motivator om minder aardappelen in de grond te stoppen. Een even grote groep noemde de dalende contractprijzen als belangrijkste reden, wat uiteindelijk ook is bewaarheid.
Belangrijkste trends
De aardappelenquête laat een aantal trends zien onder de deelnemers voor seizoen 2022: