Het is lastig om voor het komende seizoen land voor aardappelen te huren in Vlaanderen. Eén van de belangrijkste reden daarvoor is een wijziging in de regels rondom betalingsrechten. Als voorwaarde voor de basisbetaling vergroeningpremie is voor 2022 opgenomen dat de aanvrager gedurende het seizoen verantwoordelijk moet zijn voor de hoofdteelt.
Tot en met 2021 kwamen in Vlaanderen de basisbetaling en de vergroening aan de gebruiker toe, die in bezit is van de betalingsrechten en op de uiterste peildatum 30 april de beschikking had over de subsidiabele percelen. Vanaf 2022 is dat aangepast en moet de aanvrager ook verantwoordelijk zijn voor de hoofdteelt. Dat betekent dat het perceel niet langer in het begin van het seizoen kan worden overgedragen aan een ander boer.
Van de boer die de hoofdteelt uitvoert, wordt verwacht dat hij verantwoordelijk is voor het zaaien of poten en voor de teelthandelingen tijdens het groeiseizoen zoals het uitvoeren van gewasbescherming. Alleen kort voor de oogst kan het gewas op stam worden verkocht. De perceel/teeltfiche (teeltregistratie) valt onder de verantwoordelijkheid van de teler van de hoofdteelt en eventuele facturen van teelthandelingen moeten ook op naam van de boer die de hoofdteelt heeft.
Teelthandelingen die door de koper van het gewas op stam worden gedaan zijn niet toegestaan, zelfs als ze worden gefactureerd aan de verkoper. Een veel gebruikte constructie om aardappelland te verhuren is daardoor niet langer mogelijk. Het Vlaamse Departement Landbouw & Visserij waarschuwt te controleren op de naleving en boeren die ten onrechte een perceel wel of niet aangeven te bestraffen. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de betalingsrechten, maar mogelijk ook voor de bemestingsrechten.
Vergroeningseisen
Als de potentiële huurder van het perceel toch tot een overeenkomst komt met de verhuurder, is hij in de nieuwe situatie verantwoordelijk is voor de hoofdteelt. Daarmee doemt het volgende probleem op. Hij is dan ook verantwoordelijk voor de vergroeningseisen. Concreet betekent dat dat hij moet voldoen aan de eisen voor de zogeheten gewasdiversificatie, het ecologisch aandachtsgebied en het behouden van blijvend grasland. Die zijn vergelijkbaar met Nederland. Voor de grotere bedrijven die vooral gericht zijn op de aardappelteelt en daarvoor het overgrote areaal huren, is het bijna onmogelijk om aan die eerste twee eisen te voldoen.
De wijzigingen in het Vlaamse beleid zorgen ervoor dat veel boeren die de afgelopen jaren land voor aardappelen verhuurden voor 2022 erg voorzichtig zijn of liever helemaal niet meer verhuren. Met de relatief goede graanprijs heeft een deel al besloten meer wintertarwe te zaaien. Telers die afhankelijk zijn van huurland, vrezen dat als de huidige regels overeind blijven de verhuurders eerder kiezen (voor het areaal waar geen tarwe op staat) voor relatief makkelijke teelten als maïs of zomergraan in plaats van aardappelen.