Lastige weersomstandigheden hebben wereldwijd invloed op de aardappeloogsten, zo ook in Japan. Door de hoge temperaturen en droogte in juni en juli komt de opbrengst in seizoen 2021/2022 naar verluidt 18% lager uit. Daarmee ontstaat een tekort op de binnenlandse markt, want de vraag is constant. Japan wordt daardoor gedwongen om meer frites vanuit het buitenland te importeren.
Verwacht wordt dat de aardappelopbrengst in Japan in seizoen 2021/2022, dat van april tot en met maart loopt, ongeveer 18% lager zal uitkomen, op 1,8 miljoen ton. Vorig jaar kwam de oogst uit op 2,2 miljoen ton, wat ook al een daling van 8,1% was met een jaar eerder. Hoge temperaturen en droogte in juni en juli hebben de oogst dit seizoen gedecimeerd. De totale Japanse aardappeloogst zal daardoor niet voldoende zijn om te voldoen aan de binnenlandse vraag naar frites. Dit meldt marktbureau Tridge. Met andere woorden: het land is genoodzaakt om diepgevroren aardappelen uit het buitenland te halen. En dat doet het al volop.
Groeiende import
Gedurende de eerste zes maanden van het seizoen is de Japanse import van diepgevroren aardappelproducten met 8,4% gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, tot 12,87 miljoen ton. Een jaar eerder kwam de fritesimport over de eerste zes maanden van het seizoen namelijk uit op 11,86 miljoen ton. Maar het kan nog een tandje erger. In seizoen 2018/2019 lag de Japanse import van frites op maar liefst 15,2 miljoen ton. Dat is 18% meer dan nu het geval is. Een slechte oogst was ook toen de reden voor een hogere import.
Over heel afgelopen seizoen kwam de Japanse fritesimport uit op 246.950 ton. Daarvan kwam 72,3% uit de Verenigde Staten. Dat land is de grootste leverancier aan Japan, met een marktaandeel van 52,4%. De Europese Unie leverde in het afgelopen jaar 20,2% van de geïmporteerde frites. België en Nederland waren de belangrijkste spelers van ons continent. Nog eens 6% werd uit Canada geïmporteerd. Japan heeft inmiddels een wereldwijd marktaandeel van 7,4% in de import van diepgevroren aardappelen.
Eerder dit jaar zorgde het tekort aan diepgevroren aardappelproducenten er nog voor dat Kentucky Fried Chicken (KFC) geen frites meer kon verkopen. Door logistieke beperkingen als gevolg van het coronavirus en een laag binnenlands aanbod was er geen grondstof meer beschikbaar in diverse filialen. De Europese Unie kan hiervan profiteren, maar zal de positie van de Verenigde Staten niet over kunnen nemen. Deze twee landen hebben sinds afgelopen jaar namelijk een nieuwe handelsovereenkomst gesloten. Sinds april van dit jaar zijn de tarieven op frites daardoor vervallen. De Verenigde Staten hebben hierdoor geen concurrentievoordeel, maar ervaren nu dezelfde tariefomgeving als de Europese Unie en Canada.
Nog niet op pre-pandemisch niveau
Ook voor de rest van het jaar verwachten analisten van Tridge stijgende importcijfers. Immers, de binnenlandse productie zal voor een tekort op de markt zorgen. De exportvooruitzichten voor de toonaangevende aardappellanden, zoals de Verenigde Staten, België en Nederland, blijven daardoor positief. Wel is de vraag of een niveau van voor de coronapandemie mogelijk is. Die twijfel heeft onder meer te maken met de nieuwe sluitingen van horecagelegenheden. Dit kan effect hebben op de Japanse vraag.