De vertegenwoordigers van verschillende pootgoedhandelshuizen zijn goed te spreken over de belangstelling voor Nederlands pootgoed dit seizoen. Met name vanuit de landen in Noord-Afrika is er op het moment een gezonde belangstelling. Desondanks blijft de plombering tot nu toe flink achter vergeleken met vorig jaar.
Gematigd optimistisch, zo laat de stemming in de pootgoedsector zich het beste omschrijven. Het is nog vroeg in het exportseizoen maar de handel komt opgang. Er wordt volop geïnformeerd naar pootgoed en dat leidt ook tot handel.
De opbrengst van het pootgoed in Nederland was wisselend met forse verschillen tussen de verschillende regio's en rassen. De totale opbrengst lijkt door de bank genomen rond of iets onder het meerjarige gemiddelde te komen volgens verschillende handelaren. Daar staat tegenover dat de kwaliteit goed is. Bij de nakeuring wordt volgens insiders relatief weinig pootgoed afgekeurd.
Plombering loopt achter
In de plombering is de goede vraag nog niet terug te zien. Dit seizoen is er tot 1 november 78.628 ton geplombeerd tegen 94.961 ton vorig jaar. Dat de plombering achterblijft op vorig jaar is volgens de meeste handelaren niet iets waar we ons zorgen over hoeven te maken. "Vorig jaar namen Bangladesh en de vroege regio's in Pakistan relatief veel pootgoed af", vertelde Gerard Backx, directeur van HZPC. "Dit jaar ligt de export naar die bestemmingen meer rond het meerjarige gemiddelde. De latere oogst van het pootgoed speelt ook een rol. Telers zijn daardoor later begonnen met sorteren."
Voor de export naar bestemmingen in Azië vormen de hoge transporttarieven volgens verschillende handelaren een extra belemmering. Transport bepaalt een belangrijk deel van de prijs en als de aardappelprijs matig was afgelopen jaar, denken lokale telers wel twee keer na of ze zich het duurdere uitgangsmateriaal wel kunnen veroorloven.
Handel komt op gang
Noord-Afrika is dit jaar goed aan de markt. Prijzen voor de consumptieaardappelen waren in verschillende landen goed en dat is te merken, aldus verschillende handelaren. Vorig jaar stelde bijvoorbeeld Algerije een importquotum in om de uitstroom van harde valuta te beperken. Degelijke maatregelen lijken dit jaar niet aan de orde. "Dat is een golfbeweging die we vaker zien", zegt Wouter Mutsaers van Q-Potato. "Landen willen niet langer afhankelijk zijn van buitenlands pootgoed en proberen het zelf te telen. Dat blijkt in de praktijk tegen te vallen en na verloop van tijd dalen de opbrengsten van de aardappelen en stijgen de consumentenprijzen. Om dat tij te keren gaat men toch weer over op goed buitenlands pootgoed."
Over hoe de export naar Zuid-Europa zal verlopen zijn de meningen verdeeld. Er wordt vrij veel geïnformeerd naar beschikbaarheid en prijzen, daar zijn de handelaren het wel over eens. Of ze ook echt kopen is nog afwachten. De ene groep ziet goede vooruitzichten voor de fritesmarkt en denkt van wel, de andere kijkt naar corona en het toerisme en moet het nog maar zien. Maar, geven de meeste handelaren aan, het is nog veel te vroeg om betrouwbare uitspraken te doen over de ontwikkelingen op de Europese markt.