Ook in de Verenigde Staten zijn aardappeltelers volop bezig met de aardappeloogst, of is deze al afgerond. Nu meer product in de bewaring ligt kan ook een betere inschatting worden gemaakt van de oogstomvang. De nieuwe cijfers wijzen op een verlaging. Wat betekent dit voor het totaal?
De laatste schatting van de totale oogstomvang komt uit op ruim 409 miljoen cwt. Omgerekend is dat 18,56 miljoen ton. Dit volume omvat zowel frites- als tafel- en pootaardappelen. In augustus werd nog gesproken over 18,76 miljoen ton. Een daling dus van 200.000 ton. De verschillen per staat zijn wel groot. Vooral in teeltgebieden waar droogte een groot probleem is geweest dit seizoen.
Krimp in aardappelstaten
De twee grootste aardappelstaat in de VS – Idaho en Washington – oogsten respectievelijk 3,2% en 5,3% minder. Omdat het hier om forse volumes gaat (5,92 en 4,28 miljoen ton) tikt dit behoorlijk door in de oogstbalans. Procentueel gezien krimpt de aardappeloogst in Wisconsin het hardste, met 10%. Ten opzichte van 2020 is het totale aardappelvolume 2,5% kleiner. De gemiddelde hectareopbrengst ligt 2,5 ton onder het tweejarig gemiddelde op 49 ton per hectare.
De hitte in Idaho is extreem geweest deze zomer en dat is terug te zien in de opbrengsten. Ten opzichte van de vorige schatting zijn de opbrengstcijfers verder verlaagd. Daarnaast steeg het areaal in deze staat met 6000 hectare om nieuwe friteslijnen te voeden. Deze uitbreiding is door het weer letterlijk verdampt. In de Russet Burbank voornamelijk wordt gesproken over kwaliteitsproblemen. Naar schatting is de oogst half oktober afgerond. Het rooien verliep vlot onder goede omstandigheden.
Ook problemen met regen
Het verhaal voor Washington is vergelijkbaar met ook hier extreme hitte tijdens het groeiseizoen. Ook hier hebben aardappeltelers meer hectares uitgepoot, maar in meer tonnen heeft dat niet geresulteerd. In de staat Wisconsin is de situatie heel anders. Daar is door overmatige neerslag veel van de oogst verloren gegaan. Niet alleen liggen de opbrengsten lager, door de regen is de kwaliteit soms ook een probleem.
Vooral de fritessector gaat de kleinere Noord-Amerikaanse aardappeloogst voelen. In de teeltgebieden in Idaho en het Columbia Bassin liggen de gemiddelde opbrengsten flink lager. Daarnaast is de sortering door droogte fijner en zijn er kwaliteitsissues te bespeuren. Insiders melden dat fabrieken alle vrije aardappelen op proberen te kopen die te krijgen zijn. De daling in productie komt op een bijzonder slecht moment, omdat de afzet en export van frites juist torenhoog is.
Contractonderhandelingen gaande
Ondertussen zijn telers ook om tafel gaan zitten met hun afnemers om de contracten voor volgend seizoen te bespreken. Naar verwachting stijgen de teeltkosten met 20%. Reden voor beide partijen om veel eerder dan gebruikelijk al met de onderhandelingen te starten. Naar verwachting duurt het deze periode langer voor een overeenkomst kan worden bereikt.
De meeste recente exportcijfers (over augustus) tonen nogmaals hoe goed de uitvoer van aardappelproducten is. Ten opzichte van een jaar eerder steeg de export met ruim 15%. Daarmee ligt het niveau bijna gelijk aan 2019. Vooral de export van bevroren frites steeg flink, met 40%. Ten opzichte van het meerjarig gemiddelde ligt het volume 6,5% hoger. Vooral Japan en Mexico zijn grote klanten van Amerikaanse frites.
EU-4 profiteert
Tegelijkertijd importeerde de VS een behoorlijk volume aardappelproducten in augustus. Hiermee wordt het gat opgevuld dat de eigen productie achterlaat. De EU-4 leverde 11% meer frites dan vorig jaar, terwijl de import vanuit Canada gelijk bleef. Komend seizoen staat opnieuw in het teken van krapte. Nieuwe fabrieken en lijnen kunnen niet voldoende gevuld worden met aardappelen. Europa kan profiteren van een stevige Amerikaanse vraag én afwezigheid op het exporttoneel.