De Schotse pootgoedsector dringt aan op het hervatten van de van de pootgoedhandel met de EU, maar niet ten koste van alles. Andrew Connon, voorzitter van de National Farmers Union (NFU) Scotland, noemt de handelsbarrières 'puur politiek en volstrekt onacceptabel'.
Connon deed deze uitspraken tijdens de opening van de nieuwe Schotse vestiging van Solana Seeds, schrijft Potato News Today. "De grootste uitdaging waar we voor staan, is het ontbreken van de exportmarkt EU. Meer van 75% van de pootgoedexport van Groot-Brittannië (GB) komt voor rekening van Schotland en de huidige situatie (pootgoed uit de EU mag wel naar het VK, maar andersom mag niet) zorgt voor chaos onder telers".
Gelijke voorwaarden
De pootgoedhandel tussen de EU en GB moet gelijkwaardig zijn. Het is volgens Connon duidelijk dat sommige Britse telers Europees pootgoed willen en vice versa. "De huidige regeling die tot juni loopt kent alleen verliezers. We werken samen met de Schotse regering, de regering van het VK en Defra (het Britse ministerie van Landbouw, red) om tot een duurzame oplossing te komen".
De voorman waarschuwt wel dat de sector zich niet blind moet staren op een deal met de EU. Van de circa 100.000 ton pootgoed dat in Schotland wordt geproduceerd, gaat 80.000 ton naar niet EU bestemmingen. In markten zoals Egypte, Marokko, Israël, de Canarische Eilanden, Saoedi-Arabië en Thailand is volgens Connon nog veel potentie verder te groeien.
Dat zijn markten waar ook veel Nederlands pootgoed wordt afgezet. Of de Schotten daadwerkelijk een bedreiging worden voor de Nederlandse pootgoedsector, valt te betwijfelen. Om het in perspectief te plaatsen: Nederland exporteerde in de oogst 2020 ruim 730.000 ton pootgoed. Daarvan ging bijvoorbeeld 30.000 ton naar Egypte.