Zowel in opbrengst, grofte en onderwatergewicht lopen de vroege fritesaardappelen fors achter op voorgaande jaren. Zo liggen de kilo's bij Première tot bijna 30% lager dan gemiddeld is. Het laagste cijfer in de laatste 7 jaar. Dat blijkt uit proefrooicijfers van aardappelhandelshuis Weuthen.
Het aardappelbedrijf heeft in totaal 94 percelen bemonsterd in week 26 in Duitsland en Nederland. Zowel in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen als in Nedersaksen zijn monsters genomen. Daarnaast is bemonsterd in Limburg en Zuidwest-Nederland. Overal is het nu erg nat. Daarbij wordt ook waterschade opgemerkt in sommige percelen. De cijfers aangaande de opbrengst en kwaliteit tonen veelal een vergelijkbaar beeld tussen de verschillende rassen.
27% minder opbrengst
In totaal zijn 17 percelen met Première bemonsterd. Die komen op een gemiddelde opbrengst van bruto 24 ton per hectare in de maat 40 millimeter opwaarts. Het 5-jarig gemiddelde bij Weuthen ligt op 33 ton. Een verschil van 27%. Het koude weer dit voorjaar heeft duidelijk effect op de gewasontwikkeling. De Premières gingen 2 weken later de grond in. Het gemiddeld knolaantal van 16 is erg goed te noemen. De aardappelen zijn niet erg grof. Een kwart van de knollen bevindt zich nog in de maat 0-40 mm.
De loofontwikkeling is zeer goed geweest. "Waar de afgelopen jaren door droogte de aardappelen af gingen rijpen, is daar nu geen sprake van", weet Ferdinand Buffen, de directeur van Weuthen. "De potentie voor een goede opbrengst is er zeker, want het knolaantal is goed." Een punt van aandacht is het onderwatergewicht. Buffen noemt die 'historisch laag'. Première komt op gemiddeld 321 gram waarbij het meerjarig gemiddelde 350 gram is. Omdat de komende 2 weken wisselvallig weer wordt verwacht, is het de vraag hoe dit zich ontwikkeld. Buffen: "Wat we nu nodig hebben, is zon. Anders wordt het onderwatergewicht een groter probleem dan de kilo's. Zeker omdat de gewassen zich nu hebben volgezogen met water, is het OWG nu laag."
Alle rassen lopen achter
Het vroege ras Amora komt voor week 26 op een bruto opbrengst van 26 ton, tegenover 36 ton per hectare gemiddeld. Sinora - een middelvroeg ras - zit op slechts 6 ton in de laatste opbrengstmeting, tegenover 18 ton gemiddeld. Alle rassen zijn beduidend minder ver ontwikkeld ten opzichte van het 5-jarig gemiddelde. Dat geldt ook voor vroeg geplante percelen met Fontane, Agria en Innovator die Nederland zijn bemonsterd. Hansa presteert iets beter.
De eerste aardappelverwerkers schakelen in week 29 over op de nieuwe oogst. De meeste Nederlandse, Belgische en Duitse fabrieken veelal in week 30. Tot die tijd kunnen ze zeker tot oude aardappelen beschikken, merkt de Weuthen-directeur op. Sommige plannen zelfs tot in begin augustus met oude oogst. "Telers met mechanische koeling die nog goede aardappelen hebben, kunnen altijd een koper vinden. Deze partijen krijgen allemaal een bestemming. Voor telers met luchtkoeling is dat lastiger omdat de kwaliteit achteruit gaat."
Verwerkers overbruggen de oude en nieuwe oogst door langere zomerstops in te lassen voor onderhoud en vakanties. Dankzij hun posities met de contracten kunnen ze over voldoende oude oogst beschikken om nog enkele weken te overbruggen. Een kleiner areaal vroege aardappelen in de EU-4 wordt opgevangen door de late startdatum.
Zon vereist
De vroege percelen hebben nog 3 tot 4 weken om zich te ontwikkelen maar, "dan moeten we wel een periode met warm en zonnig weer krijgen", weet Buffen. "Vocht hebben we inmiddels wel genoeg. Aardappeltelers hoeven niet bang te zijn dat de vroege aardappelen op de markt gaan drukken, dat tonen de cijfers wel aan."
Waterschade als gevolg van hevige regenbuien is erg lokaal. Of er schade is door hevige regenval is nog afwachten. Het gaat dan in de meeste gevallen om de hoofdoogst die hier hinder van kan ondervinden. Hier moet komende week een nieuwe inschatting van worden gemaakt.