Een combinatie van minder productie en een toegenomen vraag laat de fritesvoorraden van Noord-Amerikaanse producenten afnemen. Zover zelfs, dat de vrieshuizen in 5 jaar tijd niet zo leeg waren in mei. Dit maakt de overgang tussen de oude en nieuwe oogst extra spannend.
Aardappelverwerkers in de Verenigde Staten begonnen de maand mei met een fritesvoorraad van ruim een half miljoen ton. Voldoende om precies 1 maand mee te doen. Dat is bijna 4 dagen minder dan het 5-jarig gemiddelde. In een maand tijd zijn de voorraden met 6,5% gedaald. Sinds 2016 waren er niet zo weinig frites in het land te vinden.
Het gewone leven
Een combinatie van minder verwerkt product en meer verkocht eindproduct hebben ervoor gezorgd dat de cijfers in een maand tijd fors zijn gedaald. Het gaat om bijna 350.000 ton eindproduct dat gedurende april uit de vrieshuizen is verdwenen. In Noord-Amerika start het gewone leven steeds meer op. Het aantal coronavaccinaties neemt rap toe, de regels versoepelen en evenementen mogen weer. Zo werd afgelopen zondag de wereldberoemde Indy 500 race weer gehouden met 135.000 bezoekers. Overigens heeft de horeca in de VS ook tijdens de coronapandemie steeds goed gepresteerd. Vooral vanwege de focus op thuisbezorgen, wat veel normaler is dan in Europa.
Een meerjarige trend is in de cijfers zichtbaar waarbij fritesproducenten steeds krappere voorraden aanhouden. Dit effect is nu versterkt omdat de vrieshuizen minder zijn aangevuld door een lagere aardappelverwerking. Had die op zijn gemiddelde capaciteit gepresteerd, dan waren de cijfers anders uitgepakt.
Mogelijk tekort
De vraag is nu of aardappelverwerkers hun productie in mei en juni wel kunnen laten stijgen om voorraden op te bouwen. Doen ze dat niet, dan eindigen ze het oude verwerkingsseizoen met een zeer dunne marge. Rekenen we het huidig verwerkingsniveau door richting seizoenseinde, dan betekent dit dat het jaar op 30 juni sluit met een restvoorraad van ruim 26.000 ton. Het 5-jarig gemiddelde op deze datum is 69.000 ton, wat wel aantoont hoe krap de situatie precies is. Het gemiddeld verkoopniveau in de zomermaanden bedraagt 30.000 ton frites. Pakt dit scenario zo uit, dan is er een tekort.
Verwerkers produceren op een mogelijk tekort te anticiperen. In de eerste plaats door de prijzen van frites te laten stijgen, waardoor de vraag afneemt. Bovendien kunnen niet alle geplaatste orders worden ingevuld. Vooral voor de exportmarkt is dit het geval, waar Europese verwerkers weer hun voordeel mee kunnen doen. Insiders denken dat fabrieken al een lange termijnplanning hebben gemaakt voor het verdelen van hun restvoorraden. Wordt de aansluiting met de nieuwe oogst deze zomer niet tijdig gemaakt, of valt hij kleiner uit, dan gooit dit roet in het eten.
Exportrecord
In februari daalde de Amerikaanse fritesexport nog, maar in maart kwam deze sterk terug en bereikte zelfs een record. Er werd ruim 12% meer uitgevoerd ten opzichte van een jaar eerder, zo wijzen de meest recente cijfers uit. Ook Canada exporteerde fors meer frites. Niet alle exportcijfers van alle landen zijn bekend, maar het ziet er naar uit dat in maart zelfs een recordhoeveelheid geëxporteerd kan zijn door de grote fritesproducerende landen. Terwijl de coronapandemie sommige landen nog steeds in zijn greep houdt, herstelt het dagelijks leven op veel plekken. Daar spint de fastfoodsector alleen maar garen bij.