Aardappelexport trekt aan, wel grote verschillen

Dit blijkt uit de exportcijfers van de Nederlandse Aardappelorganisatie (NAO). De pootgoedexport in Europa is grotendeels achter de rug. In totaal is er tot mei 391.872 ton pootgoed naar landen binnen de EU geëxporteerd. Dat is 3% minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Over heel Europa gezien is de export met 5% gekrompen ten opzichte van vorig jaar en komt uit op 440.270 ton.

Niet overal minder afzet
België, Duitsland en Frankrijk hebben tegen deze trend in meer Nederlands pootgoed afgenomen in vergelijking met een jaar eerder. Voor België gaat het om circa 4.500 ton extra, Duitsland 4.900 ton en Frankrijk zelfs ruim 5.400 ton meer dan vorig jaar. Deze cijfers zijn allerminst representatief voor de areaal ontwikkeling in deze landen. Het is mogelijk wel een indicator dat de eerder deze maand door de NEPG voorspelde areaalkrimp minder groot uitvalt.

België is de grootste afnemer
België blijft veruit de belangrijkste bestemming voor consumptieaardappelen. In april importeerde het land 27.115 ton. Dat is ruim 4.000 ton meer dan in maart. De nummer 2 Duitsland volgt op ruime afstand met 5.894 ton. Daarmee ligt de export naar Duitsland ruim 2.000 hoger dan een maand eerder. In totaal is er 44.882 ton naar landen in Europa geëxporteerd. In maart was dat 40.167 ton. De totaalstand van dit seizoen tot nu toe loopt 32% achter op een jaar eerder voor zover dat in dit uitzonderlijke corona jaar iets zegt.

De export van aardappelen naar landen buiten Europa blijft redelijk overeind. Afrika nam 8.685 ton af tegenover 9.280 ton in maart. Over het hele seizoen zijn al 52% meer aardappelen richting Afrika verscheept in vergelijking met 2020. Naar het Amerikaanse continent is in april 5.071 ton geëxporteerd. Dat is nagenoeg gelijk aan vorige maand. Trinidad en Tobago is daar ook in april de belangrijkste bestemming met 1.883 ton.