De Amerikaanse export van frites slaat zich – in tegenstelling tot Europa – relatief goed door de crisis heen. Deze herfst zien verwerkers en exporteurs het uitgevoerde volume opnieuw groeien. Dat is indirect ook goed nieuws voor de Europese aardappelsector.
De export van frites en andere bevroren aardappelproducten lag in oktober van dit jaar nog altijd 14% onder het niveau van diezelfde maand in 2019. Met 82.000 ton ligt dit volume boven het niveau van 2018 en dat is voor het eerst sinds de uitbraak van corona. Toen werd er bijna 80.000 ton geëxporteerd.
Aziatische markt
Reden voor de groene cijfers is te vinden bij de bestemmingen die de VS belevert. Zo draaien de landen in zuidoost-Azië veel beter door dan westerse landen. Het coronavirus speelt er een mindere rol en daardoor kan het openbaar leven gewoon plaatsvinden. Niet zo gek dus dat de uitvoer naar onder andere Japan, Zuid-Korea en Taiwan hoger ligt. Ook naar Mexico werd meer geëxporteerd.
Die vlieger gaat niet voor alle Aziatische landen op. Naar Thailand en Vietnam werd juist fors minder geëxporteerd. Het volume liep 30 en 43% terug in oktober. De prijs per ton frites daalde eveneens, al is het marginaal. Er zijn ook bestemmingen bij die juist meer per ton betaalden. In totaal daalde de waarde van de Amerikaanse fritesexport wel met ruim 15% ten opzichte van het seizoen ervoor. Een verschil van €83 miljoen. De grote vraag is nu of het herstel ook in de laatste 2 maanden merkbaar wordt.
Meer geïmporteerd
Waarom is dit nieuws ook positief voor Europa? Tegelijk met een stijgende exportlijn zien we de importlijn omhoog kruipen. Er wordt vooral veel frites uit België en Nederland geïmporteerd. In de VS is dit voorjaar scherp gereageerd door de sector, met als gevolg dat veel minder aardappelen zijn gepoot. Daardoor is ook de oogst kleiner. Koppel dat aan een relatief goede vraag – gezien de situatie – en er ontstaat onbalans. Overigens is een groeiend Europees fritesvolume richting 'The States' al meerdere jaren merkbaar.
In oktober importeerde het land ruim 96.000 ton frites. Een stijging van 6% in vergelijking met oktober 2019. Verreweg het grootste volume is afkomstig uit buurland Canada. Niet zo gek, omdat veel fritesproducenten fabrieken in beide landen hebben. Daarna volgen België en Nederland. Vooral ons land importeerde meer. Een plus van 44%, wat te wijten is aan de scherpe prijs. Een ton frites kostte in oktober $764 per ton, terwijl dat van uit België ruim $100 meer is. Daarmee is de frites nog altijd $150 goedkoper dan die uit Canada.
Meer invoer uit Nederland
Over een periode van 12 maanden ligt de export vanuit Nederland ruim de helft hoger dan in dezelfde periode daarvoor. Het Belgische exportniveau ligt zelfs driekwart hoger. Ook Duitsland zag zijn exportvolume toenemen in oktober en over 2019-2020.
Naar verwachting kan de fritesexport zich verder herstellen en kan ook de import groeien. De aardappelsector in het land ontvangt meer overheidssteun en in het land zelf is een vraagmarkt voor frites.