Afgelopen week steeg de aardappeltermijnmarkt voor contract 'april 2021'. De weliswaar lichte stijging staat haaks op de ontwikkeling in de fysieke aardappelmarkt, die aangeduid kan worden als rustig tot flauw.
Met name in België en Frankrijk worden momenteel bodemprijzen (€2 per 100 kilo) genoteerd. Ook in Nederland is (na de opmerkelijke stijging van Klasse 2 een paar weken terug) de notering terug bij af. Alleen Duitsland was, met een inbreng voor de cash settlement van iets meer dan €4, het witte raafje in West Europa.
Al met al is het rustig in de fysieke aardappelmarkt, waarbij de discussie met telers wordt gevoerd wanneer men het aflevermoment het beste kan inplannen. De extra bewaarkosten die gemaakt moeten, worden brengen telers namelijk aan het twijfelen over het langer bewaren van de aardappelen.
Lijnen stilzetten
De verwerkers lijken Kerst en Oud&Nieuw aan te grijpen om voor langere tijd lijnen stil te zetten. In sommige gevallen wordt zelfs de gehele fabriek stilgelegd. Daarmee kunnen verwerkers (naast groot onderhoud en een eventuele uitbreiding en verbetering van de lijnen) ervoor zorgen dat de voorraden wat worden afgebouwd. Verwerkers melden dat de verwerking door deze tweede lockdown nu rond 80% ligt van wat het in een normaal jaar was geweest. Daarnaast lopen de voorraden eindproduct op.
De termijnmarkt geeft, zoals eerder aangegeven, een wat positiever beeld met betrekking tot de prijsontwikkeling voor de komende maanden. Toen bekend werd dat begin januari mogelijk gevaccineerd kan worden, kwam weer enige hoop in de markt. Het eventueel opheffen van lockdowns en het teruggaan naar 'normaal' (om en nabij maart en april) kan prijs voor aardappelen iets herstellen. Het grootschalig morsen van aardappelen in deze fase van de markt moet ruimte geven voor de toekomst. Goedkope aardappelen zijn immers snel, zo op leert het verleden.
Veel voorraad
Een kanttekening aan het verhaal is dat er nog een voorraad eindproduct moet worden weggewerkt. De verwerkers zijn dan ook weinig hoopvol en geven bij telers aan dat er weinig ruimte is voor veel herstel verder in het bewaarseizoen. Dit met het oog op de fritesvoorraad, het volume van de contractaardappelen en de huidige afzetmogelijkheden. Pas aan het eind van het bewaarseizoen (medio mei) kan de aardappelmarkt enig herstel laten zien. Dat verklaart ook dat de notering van het junicontract relatief hoog staat (circa €8) ten opzichte van april en de fysieke markt bij gebrek aan aanbod (verkooplust).