De overheid van Nieuw-Zeeland gaat formeel onderzoek doen naar de mogelijke fritesdump door Europa. Hoewel het resultaat nog een half jaar kan duren, reageert de aardappelindustrie in het land verheugd.
Brancheorganisatie Potatoes New Zealand (PNZ) luidde eind mei de noodklok. Er bestond, net als in Australië, grote angst dat goedkope frites uit Europa de interne markt zou verstoren. Het gaat met name om diepgevroren aardappelproducten uit Nederland en België. Dumping van deze producten zou leiden tot prijsdalingen van 18% tot 38% voor de Nieuw-Zeelandse aardappelindustrie. Telers en verwerkers drongen daarom bij de overheid aan op importrestricties.
Voldoende aanleiding
In september diende PNZ hiertoe een officiële aanvraag in bij de overheid. Het ministerie van Business, Innovation and Employment ziet voldoende aanleiding om een formeel onderzoek te starten naar de kwestie. De industrie heeft volgens het ministerie voldoende bewijs geleverd dat de gemiddelde verkoopprijzen in Nieuw-Zeeland onder druk zijn komen te staan.
Daarbij heeft het ministerie volgens nieuwssite Stuff vastgesteld dat België en Nederland in de eerste 6 maanden van dit jaar samen 2.076 ton frites naar Nieuw-Zeeland exporteerden. Dat is meer dan de helft van de totale export in het voorgaande jaar (4.040 ton). Het is echter nog lang niet de ruim 50% exporttoename waar PNZ van spreekt.
Verdere prijsdalingen
De vrees bestaat echter dat de verstoring van de interne markt alleen maar groter wordt. Zo schrijft PNZ op haar website: 'Op het moment van de aanvraag was het fritesoverschot in Europa 1,5 miljoen ton. Inmiddels wordt het geschat op 2,6 miljoen ton en groeit de voorraad met de minuut als gevolg van nieuwe lockdowns in delen van Europa.' De industrie in Nieuw-Zeeland zal volgens PNZ ook de komende 12 maanden te maken krijgen met prijsdalingen.
De brancheorganisatie voelt zich gesteund door vergelijkbare situaties in andere landen. Zo hebben onder meer Australië en de Verenigde Staten opgeroepen tot maatregelen om de import van Europese frites te beperken. In navolging hiervan heeft ook de aardappelindustrie in Zuid-Afrika begin september de regering verzocht om een tijdelijke importstop.
Romain Cools
Dreigende fritesoorlog
Ondertussen wordt vanuit België en Nederland met grote zorg gekeken naar de ontwikkelingen in het buitenland. "Nieuw-Zeeland is geen grote afzetmarkt, maar de dreigende importrestricties kunnen ook andere landen aanzetten tot dergelijke maatregelen", zegt Romain Cools, secretaris van Belgapom. Tegelijkertijd noemt hij het dossier Nieuw-Zeeland bijzonder gekleurd, ontstaan vanuit protectionistische gedachten. Zijn 'collega' Hylke Brunt van de Nederlandse aardappelverwerkende industrie (Vavi) liet eerder al weten dat het alle hens aan dek is. De fritesoorlog dreigt zich als een olievlek te verspreiden over het wereldtoneel.
Wat betreft de situatie in Nieuw-Zeeland kan het nog even duren voordat duidelijk is of de regering overgaat op importmaatregelen. Het kan tot 6 maanden duren voordat het ministerie het onderzoek heeft afgerond. Daarna volgt nog een vervolgonderzoek van 3 maanden om te bepalen of eventuele importrestricties in het algemeen belang zijn. Overigens heeft Cools goede hoop dat het zo ver niet komt. "Nieuw-Zeeland is een ontwikkeld en exporterend land. We hopen dat de regering inziet dat ze met eventuele importrestricties hun eigen glazen ingooien."