Canadese aardappeltelers hebben de oogst inmiddels zo goed als afgerond. Nieuwe cijfers van onder meer Statistics Canada tonen dat er duidelijk minder aardappelen geoogst zijn dan in voorgaande jaren. Leidt de kleine aardappeloogst tot tekorten in de verwerkende industrie? En, kan Nederland daar wellicht op inspelen?
Volgens het landelijke statistiekbureau in Canada ligt de aardappeloogst dit seizoen naar verwachting 317.514 ton onder het niveau van vorig jaar (-7%), om en nabij de 4,4 miljoen ton. Eerder werd nog uitgegaan van een reductie van 272.155 ton. Die laatste reductie werd echter herzien toen de aardappeltelers in News Brunswick tot een van de laagste opbrengsten ooit kwamen. Die ligt namelijk 25% tot 40% lager dan voorgaande jaren, afhankelijk van de locatie.
Het centrale gedeelte van Prince Edward Island, waar zeker 50% van de aardappelteelt zich bevindt, is afgelopen zomer het hardst getroffen door de droogte. De opbrengst in niet-beregende percelen is wisselend, maar over het algemeen fors lager dan in afgelopen seizoenen. De oogst in de rest van deze provincie is bijna gemiddeld, waardoor de totale productie 'slechts' 15% daalt. Overigens is de kwaliteit van de geoogste aardappelen wel als uitstekend bestempeld, met een zeer goede bewaarbaarheid.
Tekorten verwacht?
De verwachting is wel dat door de kleinere oogst tekorten gaan ontstaan. Zo is de verwachting voor de provincie Manitoba dat er circa 15% minder aardappelen zijn dan gevraagd vanuit de aardappelverwerking. Ook in de provincie Ontario wordt verwacht dat aardappelen uit andere segmenten moeten worden gehaald om te kunnen voldoen aan de vraag vanuit de industrie. In New Brunswick dekken de opbrengsten de contractvolumes eveneens niet. Kortom: Canada moet naar verwachting nog behoorlijk wat product importeren.
Dit is enigszins opvallend, omdat als gevolg van de coronacrisis onder andere de horecagelegenheden in Canada gesloten zijn. De verwachting was dat de koelingen vol zouden liggen, maar niets blijkt minder waar. De meeste producenten hebben de aardappelen namelijk doorgezet naar de veevoerindustrie, net zoals in Nederland. Tot op heden heeft een tweede golf van de coronacrisis de verwerkende industrie in Canada nog niet volledig platgelegd, waardoor aardappelen gewoon gevraagd zijn.
Rol voor Nederland?
En dan rijst de vraag: kan Nederland inspringen op dat tekort? In seizoen 2018/2019 importeerde Canada voor ruim $450 miljoen aan aardappelen, waarvan $311 miljoen aan bevroren en verwerkte producten. Daarvan was voor $2,52 miljoen uit Nederland geïmporteerd. Concreet ging het in dat seizoen om 1,66 miljoen kilo. Hoewel de import uit Nederland afgelopen jaren toegenomen is, blijft het een peulenschil met de Verenigde Staten. Canada importeerde namelijk in hetzelfde seizoen 58,3 miljoen kilo uit het buurland.
Nederland zou dus een kleine bijdrage kunnen leveren om de tekorten op te vullen, al zullen de Verenigde Staten altijd de voorkeur hebben. Een lichtpuntje is wel dat daar al vroeg is ingespeeld op de mineurstemming in de pootgoedmarkt, waardoor het areaal fritesrassen stevig ingeperkt is. Daardoor kunnen de Amerikaanse fritesfabrieken wellicht alleen produceren voor de lokale markt en is er meer ruimte voor Nederlandse exporteurs.