Aardappelverwerkers hebben weinig ademruimte gekregen deze zomer en herfst om te herstellen van het coronavirus. De verwerking en export is weliswaar opgekrabbeld, maar de eerder behaalde achterstand is niet ingelopen. Nu een tweede besmettingsgolf duidelijk merkbaar wordt is de vraag wat dit met de afzet doet.
De 5 grote fritesexporteurs in Europa hebben in april allemaal een dieptepunt gekend. Vervolgens krabbelde de exportmarkt weer op. In Nederland ging dit herstel voorspoediger dan in buurlanden. België wist in maart nog de export uit te bouwen, maar moest in de maand daarop fors inleveren. In Nederland was deze daling al eerder ingezet, maar kwam het herstel ook sneller.
Verwerking en export blijft vijfde lager
De meest recente exportcijfers voor bevroren frites zijn die voor juni. Nederland voerde in die maand 117.750 ton frites uit. Dit cijfer ligt 20% onder het 5-jarig gemiddelde. Kijkend naar de Nederlandse verwerkingscijfers dan werd tot en met augustus ook 20% tot 25% minder voorgebakken product geproduceerd. Insiders laten weten dat sommige bedrijven op 90% van hun normale capaciteit opereren, afhankelijk van de afzetmarkt. Zo zijn sommige verwerkers meer voor de bulkproductie gaan produceren in plaats van bijvoorbeeld foodservice, omdat de exportmarkt goed doorloopt.
Belgische fritesproducenten zijn van oudsher meer gefocust op de bulkmarkt en white label productie, frites die onder de merknaam van supermarktketens wordt afgezet. Dit kan een belangrijke reden zijn dat de afzetcijfers van Belgische fabrieken niet zijn gekrompen, maar zelfs zijn toegenomen. In juni lag de verkoop 4,4% boven het 5-jarig gemiddelde. Hierbij is duidelijk een stijgende lijn in de export merkbaar. Kijken we naar de laatste 3 jaar, dan ligt de export dit jaar 5% lager.
Prijsverschillen in eindproduct
Een andere opvallende wijziging is de prijs per ton verkochte frites. In Nederland nam deze tussen mei en juni met €20 per ton toe, terwijl het in België met €20 daalde. De Belgische producenten blijven onbetwist de scherpst geprijsde leverancier wereldwijd, wat ze een enorme groei in marktaandeel voor alle bestemmingen oplevert.
Van de Nederlandse en Belgische frites blijft zo'n 85% binnen Europa. Een lockdown of gedeeltelijke lockdown, waarbij horeca, sport- en bedrijfskantines moeten sluiten, is fnuikend voor de afzet. Evenementen zijn een grote afnemer van frites, maar dit afzetkanaal werd bij voorbaat al volledig weggestreept. De vele sport- en bedrijfskantines hebben wel een tijd de deuren kunnen openen. Ook de fastfoodketens hebben niet stilgezeten. Zo draaide McDonalds in het derde kwartaal in de VS nog bijna 5% meer omzet, ten opzichte van 2019. In het kwartaal daarvoor was dat nog een verlies van 8,7%. Wereldwijd lag de omzet 2,2% lager, vooral omdat minder klanten de zaken bezoeken. Reden hiervoor is vooral een veranderend consumptiepatroon. Zo zijn er minder klanten die een ontbijtje komen nuttigen bij de meest bekende hamburgerketen.
Drive-tru scoort
De reden dat McDonalds, maar ook Burger King en KFC, het relatief goed doen is hun drive-thru concept en bezorgmogelijkheden. Voor de fritesafzet is dat louter goed nieuws. Daarvoor moeten de ketens wel alles uit de kast trekken. Zo besteedt McDonalds fors meer geld aan marketing. Burger King verkocht in het derde kwartaal 3,2% minder in de VS. In onder andere Europa lag de verkoop 10% lager.
In de VS ligt misschien wel een wildcard voor Nederlandse en Belgische fabrieken. Het land consumeert nog steeds enorm veel frites, terwijl er wel fors minder aardappelen zijn gepoot (-24.000 hectare) en minder geoogst (-1,14 miljoen ton). Het land importeerde in augustus wel minder frites, maar nog altijd een kwart meer dan vorig jaar. Vooral Nederland en België verkochten deze zomer minder, maar in vergelijking tot 2019 ligt de verkoop de helft hoger. Ook deze frites is zeer aantrekkelijk geprijsd. Het prijsvoordeel is ruim €130 per ton ten opzichte van Canada. Ook andere wereldwijde bestemmingen blijven frites vragen, al zijn de handelsbetrekkingen soms fragiel. Nederlandse en Belgische fabrieken kregen meerdere anti-dumping klachten naar het hoofd geworpen. Ook de Amerikaanse sector vreest voor haar positie en spoorde de landbouwminister meerdere malen aan Europese frites zwaarder te belasten.
Europese horeca draait door
Zoals gezegd blijft Europa verreweg de grootste fritesafnemer. Nederland staat bepaalt niet alleen in het nemen van strenge coronamaatregelen, al loopt het aantal besmettingen in ons land wel enorm snel op. Dit geldt ook voor Europees koploper België. Kleine landen zijn gevoeliger voor besmettingen dan grote landen. Onze zuiderburen hebben de horeca en sportclubs (nog) niet gesloten. In Duitsland is de situatie beter onder controle. De horeca sluiter om 11 uur, net als in België, maar het aantal besmettingen ligt flink lager. In het VK is dat – ondanks de vele besmettingen – 10 uur en zijn de vele pubs gewoon open. Wat betreft de fritesexport speelt brexit hier momenteel een grotere rol dan het coronavirus. Ook in Spanje en Frankrijk draait de horeca door.
Hoe zit het met de tafel- en exportaardappelen? De exportcijfers tot en met augustus tonen slechts een kleine achterstand. Insiders bevestigen dat deze markt relatief goed doorloopt. Ook hier is Europa – net als Afrika – goed aan de markt. Belangrijk hier is Oost-Europa. Polen heeft in tegenstelling tot de voorbije 2 jaren zo'n 35% meer aardappelen. Veel meer dan het land benodigd heeft. Dit drukkend aanbod zit de sector in de weg. Oost-Europese bestemmingen vragen niet veel product momenteel. Voor Nederland is Polen een gemis omdat de mindere kwaliteit aardappelen de afgelopen jaren juist hier gretig aftrek vonden. Dit jaar blijven de Polen thuis.
Binnenlandse consumptie blijvend sterk
Positief nieuws is er voor de Nederlandse retail. De afzet van tafelaardappelen is door het coronavirus gestegen en supermarkten hebben dit niveau weten vast te houden. Inmiddels is het 'stamppotseizoen' aangebroken en doet de retail er alles aan om veel product af te zetten. Veel voedsel voor een lage prijs spreekt de consument in deze tijd aan. Verpakkers zijn dan ook goed te spreken over de markt, met stabiel goede prijzen. De teelt voor binnenlandse consumptie is dichtgetimmerd en sterk geprofessionaliseerd. Een wereld op zichzelf, waar een vrije teler niet gemakkelijk tussenkomt. Op de exportmarkt zien insiders zeker kansen, vooral in het nieuwe jaar. Zo is er voor bijvoorbeeld Agria momenteel een stabiele markt die, ten opzichte van de fritesaardappelmarkt, prijzen uitkeert die het driedubbele bedragen van de fritesprijs.
Conclusies: