Ondanks een extreem groeiseizoen met lange droge periodes hebben Poolse aardappelgewassen grotendeels kunnen herstellen gedurende een zomer met regelmatig neerslag. Het land stevent af op een grote aardappeloogst van dik 8 miljoen ton. Dat is desastreus voor de vrije marktprijs.
De officiële Poolse areaalcijfers van het Centraal Statistiekbureau GUS komen uit op 325.000 hectare. Een stijging van 5,5% met vorig jaar. Het betreft zowel consumptie als pootgoed en zetmeelaardappelen. Insiders houden rekening met een iets kleiner areaal, maar een stijging is evident. Na een jaar met sterke prijzen vorig jaar – en veel import elders uit Europa – zijn dit voorjaar vooral meer tafelaardappelen de grond in gegaan.
Droog en nat
Het land kende nauwelijks een winter met weinig sneeuwval. Seizoen 2020 begon daarmee extreem droog. Die situatie hield tot eind juni aan, toen veel Poolse teeltregio's getrakteerd werden op water. Er zijn uitzonderingen, ook nu nog. Trek je een lijn vanaf Stettin in het noorden tot Wroclaw in het zuidwesten, dan is alles links hiervan droog tot zeer droog. Langs de Oostzeekust is het klimaat gematigder en viel wel regelmatig een bui. Dat geldt ook voor de lichte zandgronden in het noordoosten, waar vooral zetmeelaardappelen groeien.
Dit gebied, maar ook het zuidoosten, kampen lokaal met schade door wateroverlast. Vooral door zware buien die in juli vielen en lokaal in korte tijd 120 millimeter opleverde. Lage plekken zijn daardoor verzopen, maar landelijk gezien is dat een heel klein aandeel. Ook langs de grensregio met Tsjechië viel meer neerslag dan elders. Pittige nachtvorst in mei zorgde ervoor dat vooral vroege aardappelen een tik kregen.
Heterogene opbrengsten
Toen de aardappelen echt moesten produceren, viel meestal wat neerslag, al is in het zuidwesten soms wel 8 keer beregend. Het GUS schat in dat landelijk een aardappelopbrengst van 27 ton per hectare mogelijk moet zijn, al zijn de regionale verschillen enorm. Gebieden die zwaar door droogte zijn getroffen komen in proeven soms niet verder dan 20 ton, terwijl 50 ton lokaal ook gehaald wordt. GUS raamt de totale opbrengst nu op 8,5 miljoen ton. Dat is simpelweg veel teveel. Het is wel 800.000 ton minder dan in 2017 werd geoogst. Toen was het areaal ook nog iets groter.
Om het in perspectief te zetten: Duitsland telt 83 miljoen inwoners en heeft een gemiddelde totale opbrengst van 12,6 miljoen ton. Polen telt bijna 40 miljoen inwoners, maar oogst niet de helft minder aardappelen.
Waar seizoen 2019-2020 werd gekenmerkt door een stevig prijspeil staat hij dit seizoen al sinds de zomer sterk onder druk. Op de groothandelsmarkten liggen de prijzen voor gesorteerde en opgezakte tafelaardappelen omgerekend tussen de €8 en €13 per 100 kilo. Vraag naar fritesaardappelen is er nauwelijks, zo laten insiders weten. Fabrieken geven aan geen behoefte te hebben aan overkilo's. Die zijn er wel degelijk.
Een hectarecontract van 40 ton is gebruikelijk. De meeste aardappeltelers hebben dit jaar nog 10 ton of meer vrij te verkopen. De prijs daarvoor is momenteel €0. Veevoer of biogasinstallaties zijn de enige kopers in de markt, die veel meer aanbod van vraag kent. Zetmeelfabrieken hebben hun areaal dit jaar zelf uitgebreid en kennen ook goede opbrengsten. Maar mondjesmaat worden daarom consumptieaardappelen opgenomen door deze bedrijven. Sommige fritesfabrieken hebben zelfs hun contracten aangepast om geen extra aardappelen af te hoeven nemen voor een prijs die boven de huidige vrije markt ligt.
Kwaliteitsproblemen
Beregende partijen die van een goede kwaliteit zijn komen nog wel in aanmerking bij fabrieken. Door droogte in september is vaak onder te droge omstandigheden gerooid. De aardappelen hebben een relatief hoog onderwatergewicht, waardoor stootblauw en andere rooibeschadigingen een groot probleem zijn. Voor dit product is geen markt te vinden, zo zeggen insiders. Export is er in deze fase van het seizoen nauwelijks. Pas richting de jaarwisseling trekt dit aan naar onder andere Roemenië en Bulgarije. Oekraïne schijnt zelf een goede oogst te hebben en is niet aan de markt.
Daarbij komt dat zelfs bij de huidige marktprijzen tafelaardappelen vanuit Duitsland worden ingevoerd. Telers daar beschikken niet altijd over voldoende opslagmogelijkheden, wat de markt verder in onbalans brengt. Veel Poolse aardappeltelers kunnen eveneens niet opslaan, waardoor pas na de jaarwisseling verwacht wordt dat er iets lucht komt op de tafelmarkt. Een voordeel is dat Polen momenteel relatief weinig coronabesmettingen kent en het dagelijks leven, met mondkapjes, veelal gewoon doordraait. De binnenlandse afzet is daardoor goed te noemen.
Rooien vlot verlopen
Insiders schatten dat ongeveer de helft van de Poolse hoofdoogst inmiddels is gerooid. Grote professionele telers, met meerdere honderden hectares, zijn ondanks de droogte volop aan het rooien geweest. In oktober kan het 's nachts al pittig vriezen, waardoor lang wachten een groot risico is. Beregenen om te rooien is vaak noodzakelijk geweest. Inmiddels heeft het ook in Polen geregend. Lokaal enkele tientallen millimeters. Richting het eerste oktoberweekend wordt warmer en beter weer verwacht, waardoor de rooiomstandigheden straks perfect zijn. Het rooien kan dan bij de grote telers vlot verlopen. Zij zijn hier goed op ingesteld.
Daarmee eindigt het seizoen nog niet. Ook in Polen moeten bedrijven dit jaar met 1,4Sight voor de kiemremming aan de slag. Voor bijna iedereen is dat de eerste keer. Telers die tijdig middel hebben besteld krijgen slechts de helft geleverd. Wie later was vist volledig achter het net. Ook de toedieningsapparatuur is niet langer te krijgen. Insiders rekenen daarom op hogere bewaarverliezen dan gebruikelijk door een minder effectieve kiemremming en het feit dat het product warm en kiemlustig is ingeschuurd.
Areaalreductie vereist
Het staat als een paal boven water dat seizoen 2021-2022 wordt beïnvloedt door de huidige situatie. Een areaal van 325.000 hectare is simpelweg veel te groot voor de behoeftes en afzetkansen. De vraag is of telers dit ook realiseren en hierop acteren. Dit is weer afhankelijk van de teeltalternatieven zoals granen, koolzaad, maïs en suikerbieten. Ook is na 3 droge jaren duidelijk geworden dat beregenen in veel gevallen een must is. Bedrijven hikken aan tegen hoge kosten, wat een belemmering voor de teelt is. Een teruggang van het areaal en professionalisering van de blijvers is de toekomst.