Veel Europese aardappeltelers gaan dit bewaarseizoen voor het eerst aan de slag met kiemremmingsmiddel 1,4Sight. In de sector ontstaat onrust over het gebruik en de veiligheid van het middel, dat in Nederland al 5 jaar is toegelaten. Ook voor de export van eindproduct kan het gebruik gevolgen hebben, zo blijkt nu.
Op sociale media ging het balletje rollen toen aardappeltelers geconfronteerd werden met prijsverhogingen voor het product dit seizoen. Er is sprake van een ware run op 1,4Sight in heel Europa. Na het verbod op CIPC – vanaf dit bewaarseizoen – is 1,4Sight voor de meeste telers het meest prijsgunstige en praktische alternatief. Zeker in dit moeizame aardappelseizoen valt een verhoging van de verkoopprijs slecht. Er wordt dan ook emotioneel gereageerd.
Al 25 jaar toegelaten
"Ondanks dat de productie van 1,4-dimethylnaftaleen – de werkzame stof van 1,4Sight – fors is opgeschaald, is het afwachten of er in Europa voldoende product voorhanden is", laat food chain manager Eric Kiers van BASF weten. In onder andere Nederland is BASF de exclusieve verkopende partij van het middel, dat zijn oorsprong in de Verenigde Staten heeft en daar al 25 jaar is toegelaten.
De werking van de aardappel-eigen stof 1,4-dimethylnaftaleen (1,4DMN) is niet onbekend en al sinds de jaren '80 onderzocht. De Amerikaanse 1.4Group ontwikkelde een serie kiemremmingsmiddelen, op basis van 1,4DMN, dat begin 2000 naar Europa werd gehaald. De licentiehouder is in de Europese Unie Dormfresh uit het Verenigd Koninkrijk. Als 'reporting member state' heeft Nederland het product onderzocht en positief beoordeeld. Vanaf 2015 is het al in ons land verkrijgbaar, waarna de meeste andere lidstaten volgden. Alleen het Verenigd Koninkrijk kent geen toelating van 1,4Sight. De toelatingsprocedure loopt daar nog steeds.
BASF is bekend met de verhalen die nu de ronde doen over het middel en het gebruik hiervan. Het zijn geruchten die onwaar zijn, zo laat het bedrijf weten. Dankzij sociale media als Twitter gaan ze al snel een eigen leven leiden. Dat een prijsstijging is doorgevoerd erkent het bedrijf wel, al doet BASF hier geen uitspraken over, zo laat Kiers weten. "Vanwege de mededingingswet kunnen wij hier niets over zeggen. Het is aan de distributeurs om de verkoopprijs vast te stellen. Wanneer mensen vragen hebben dan kunnen ze het beste bij hun adviseur terecht.
In België heeft BASF een brief verstuurd waarin wordt vermeld dat een tekort aan 1,4Sight wordt verwacht. In ons land zijn wel aanwijzingen dat voldoende product beschikbaar is, maar dat is afhankelijk van een aantal factoren. We zullen in de loop van 2021 hier pas echt zicht op hebben." Ook in andere landen is er een nijpend te kort, zo laten insiders uit bijvoorbeeld Polen weten.
Geen specifieke MRL
Dat veel landen buiten de EU geen specifieke MRL kennen voor 1,4DMN bevestigt Kiers. "Wanneer een middel niet geregistreerd is in een land wordt automatisch de minimale detectiegrens van 0,01 mg/kg aangehouden, dat geldt voor alle producten zonder registratie. Omdat 1,4DMN van nature in de aardappel voorkomt kun je het middel terugvinden. Wat 1,4Sight doet is het 1,4DMN-niveau in de schil vasthouden, zodat een natuurlijke kiemremming wordt gerealiseerd. Een residu-onderzoek kan niet aantonen of het hier om natuurlijk aanwezige 1,4DMN gaat of synthetisch geproduceerd product, zoals in 1,4Sight, de producten zijn identiek."
Voor 1,4DMN hanteert de EU een MRL van 15 mg/kg product. Dat is ruim boven wat in de praktijk wordt gemeten, weet Kiers. "Het middel zit hoofdzakelijk in de schil. Omdat de meeste aardappelproducten worden geschild ben je het middel dus grotendeels kwijt. Daarnaast is een flink deel al verdampt vanuit de schil, maar ook tijdens het verwerkingsproces. Na het verwerkingsproces wordt niet of nauwelijks 1,4DMN meer aangetroffen. Toch kunnen we niet garanderen dat het eindproduct altijd op een MRL van 0,01 mg/kg uitkomt – ook omdat het hier om een aardappel-eigen stof gaat."
Welke exportbestemmingen buiten de EU de detectiegrens hanteren, zegt brancheorganisatie Vavi niet expliciet. "In principe hanteren alle landen zonder toelating voor 1,4Sight de detectiegrens", zegt Kiers. BASF en Vavi laten weten hard te werken aan importtoleranties voor 1,4DMN, samen met de licentiehouder. Die moet per land worden aangevraagd. Een behoorlijke papiermolen die – afhankelijk van het land – enkele maanden tot zelfs jaren in beslag kan nemen. Doordat in heel Europa dit seizoen veel met 1,4Sight gewerkt gaat worden is de kans groter dat het middel onder de aandacht komt bij afnemers van frites en andere aardappelproducten.
Verwerker verrast
Of het zover komt is nog afwachten. De betrokken partijen blijven er nuchter onder. Vanuit Nederland worden al 5 jaar lang partijen behandeld met 1,4DMN, wat nooit eerder problemen opleverde. "Verwerkers zijn verrast over de MRL's", laat Vavi-voorzitter Hylke Brunt desgevraagd weten. "Dit onderwerp hadden VAVI en individuele verwerkers onvoldoende scherp in het vizier. Het aanvragen van importtoleranties is niet gemakkelijk. Met elkaar werken we er hard aan. Het dossier heeft nu onze volle aandacht. We hopen dat de Europese MRL van 15 mg/kg andere landen over de streep trekt."
Over de veiligheid van het middel is Brunt helder: "EFSA heeft naar het middel gekeken en een toelating verleend. Je mag er dan vanuit gaan dat het middel veilig is om toe te passen. Kiezen verwerkers ervoor om buitendienstmedewerkers van extra persoonlijke beschermingsmiddelen te voorzien, dan is dat een eigen keuze." Kiers begrijpt wel waarom verwerkers extra voorzichtig omgaan met loodsen die behandeld zijn, ongeacht met welk product. "Op het etiket van 1,4Sight staat een re-entry voorschrift. Na toediening moet de bewaring twee dagen afgesloten zijn. Vervolgens moet er kort geventileerd worden met de buitenlucht, waarna de cel gewoon betreden kan worden. Een medewerker van de fritesfabriek weet niet altijd of er al een behandeling met een bewaarproduct heeft plaatsgevonden, hoe lang geleden dit is geweest en of al is geventileerd met buitenlucht. Vandaar de extra bescherming."
Slechte timing
Mogelijke beperkingen in de export komen bij aardappelverwerkers hard aan, zo melden insiders. Eén aardappelhandelaar laat weten dat hij door een fabriek is benaderd met de vraag om de aardappelloodsen in kaart te brengen die niet met 1,4Sight behandeld worden. Deze kunnen dan apart worden gehouden voor bestemmingen die gevoelig liggen.
Het onderwerp had niet op een slechter moment kunnen komen voor de verwerkers, die juist proberen om hun afzet terug op de rit te krijgen. Kijken we naar de fritesexportcijfers buiten de EU dan zijn het vooral bestemmingen in het Midden-Oosten, Zuid-Amerika en Azië waar mogelijk haperingen op kunnen treden. Zij nemen 20% tot 25% van de totale wereldwijde Europese fritesafzet voor hun rekening.